Home

Rechtbank Midden-Nederland, 19-11-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:5437, 16/108177-19 (P)

Rechtbank Midden-Nederland, 19-11-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:5437, 16/108177-19 (P)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
19 november 2019
Datum publicatie
19 november 2019
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2019:5437
Zaaknummer
16/108177-19 (P)

Inhoudsindicatie

Een 33-jarige man is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De man probeerde in februari van dit jaar in Amersfoort een vrouw te verkrachten.

Het slachtoffer was op 10 februari uitgegaan in Amersfoort. Toen zij midden in de nacht alleen naar huis ging, merkte ze dat er iemand achter haar aan liep. De verdachte haalde haar in en zei: “Schatje, waar ga je heen?” Vervolgens zat hij aan haar, wat ook is vastgelegd door camera’s die daar hangen. Hij legde zijn handen op haar heupen en ging met zijn hand onder haar rokje. Toen het slachtoffer tegenstribbelde, stopte de man. Dat het uiteindelijk tot een poging tot verkrachting is gebleven, is te danken aan het feit dat het slachtoffer heeft gegild, geschreeuwd en verdachte heeft weggeduwd. Niet alleen de verklaring van het slachtoffer en de camerabeelden bewijzen volgens de rechtbank dat er sprake is van poging tot verkrachting. In de panty van het slachtoffer is DNA aangetroffen waarvan wordt gesteld dat het veel waarschijnlijker is dat dat DNA van verdachte afkomstig is dan van een willekeurig ander persoon.

Het Openbaar Ministerie verdacht de man ook van een andere verkrachting of poging daartoe in Amersfoort. De rechtbank spreekt hem daarvan vrij. De aangeefster verklaarde dat zij de verdachte herkende van een foto die de politie bij een persbericht had geplaatst. De verdachte gaf aan dat hij zich niet kan herinneren dat hij de vrouw heeft ontmoet. Omdat er verder geen enkel bewijs is dat de verklaring van de vrouw ondersteunt, kan volgens de rechtbank niet wettig en overtuigend worden bewezen dat het de verdachte is geweest die het slachtoffer heeft geprobeerd te verkrachten.

De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij het slachtoffer angst heeft aangejaagd en inbreuk heeft gemaakt op haar lichamelijke integriteit. Hij heeft een jong meisje dat ’s nachts alleen over straat liep, achtervolgd en vastgegrepen en liet zich daarbij alleen maar leiden door zijn seksuele verlangens. Uit psychiatrisch onderzoek blijkt dat bij de verdachte sprake is van een verstandelijke beperking én van een gebrekkige impulscontrole. Zeker als hij in een stressvolle situatie zit en daarbij alcohol drinkt. Dit maakt dat de rechtbank het aan verdachte tenlastegelegde hem in verminderde mate toerekent. Omdat de rechtbank de verdachte van één poging tot verkrachting vrijspreekt, wordt een lagere straf opgelegd dan de 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, die de officier van justitie had gevraagd. Naast de gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, moet de man zich laten behandelen en begeleiden.

Uitspraak

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16/108177-19 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 19 november 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1986 op [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen),

gedetineerd in het [verblijfplaats] te [plaatsnaam 1] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 november 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en mr. T. van Assendelft de Coningh, advocaat te Amsterdam, alsmede mr. J. Pieters, advocaat te Utrecht, namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

onder 1 primair: op 10 februari 2019 in Amersfoort heeft geprobeerd [slachtoffer 1] te verkrachten, door met zijn hand in de onderbroek van die [slachtoffer 1] te gaan en de vagina en/of schaamlippen van die [slachtoffer 1] te betasten;

onder 1 subsidiair: op 10 februari 2019 in Amersfoort [slachtoffer 1] heeft aangerand, door met zijn hand in de onderbroek van die [slachtoffer 1] te gaan en de vagina en/of schaamlippen van die [slachtoffer 1] te betasten;

onder 2 primair: in de periode van 27 tot en met 29 oktober 2018 in Amersfoort [slachtoffer 2] heeft verkracht, door met zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] te gaan;

onder 2 subsidiair: in de periode van 27 tot en met 29 oktober 2018 in Amersfoort heeft geprobeerd [slachtoffer 2] te verkrachten, door met zijn vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 2] te gaan.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS

5 BEWEZENVERKLARING

6 STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

8 OPLEGGING VAN STRAF

9 BENADEELDE PARTIJ

10 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

11 BESLISSING