Rechtbank Midden-Nederland, 30-09-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4536, 16/659756-16 (P)
Rechtbank Midden-Nederland, 30-09-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4536, 16/659756-16 (P)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 30 september 2019
- Datum publicatie
- 30 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2019:4536
- Zaaknummer
- 16/659756-16 (P)
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Dit zijn ernstige misdrijven en deze misdrijven hebben een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer.
De rechtbank weegt in het bijzonder mee dat het slachtoffer, als bezoeker van een prostituee, zich in een kwetsbare positie bevond. Van deze positie hebben verdachte en haar medeverdachte misbruik gemaakt.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 maanden; waarvan 3 maanden voorwaardelijk.
Uitspraak
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/659756-16 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 september 2019.
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1963] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .
1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 september 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. J.R.F. Esbir Wildeman en van hetgeen verdachte en mr. M.N. Guntenaar advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
2 TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1 (eerste alternatief):
op 8 juni 2016 te Soest, tezamen en in vereniging, een geldbedrag toebehorende aan [slachtoffer] heeft weggenomen, welke diefstal is voorafgegaan, vergezeld of gevolgd door (bedreiging met) geweld tegen die [slachtoffer] ;
en/of
Feit 1 (tweede alternatief):
op 8 juni 2016 te Soest, tezamen en in vereniging, door (bedreiging
met) geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag, welke
(bedreiging) met geweld bestond uit het:
- rond de nek vastpakken van [slachtoffer] ;
- tegen de borst en/of hals duwen van [slachtoffer] ;
- tegen [slachtoffer] zeggen: “Je denkt toch niet dat je zomaar weg kan, je bent een vieze hoerenloper, we hebben cameratoezicht, we hebben je kenteken en daarmee weten we ook je werkgever, je staat op de foto. Je komt hier niet weg”;
- in het gezicht slaan van [slachtoffer] ;
- tegen [slachtoffer] zeggen: “je moet betalen, we maken foto’s, doe geen rare dingen zoals de politie bellen;
- het tegen [slachtoffer] zeggen dat hij zijn broek moest laten zakken en dat zij een foto zouden maken van het ontblote geslachtsdeel van die [slachtoffer] .
Feit 2:
op 8 juni 2016 te Soest, tezamen en in vereniging, [slachtoffer] , wederrechtelijk van
zijn vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden.
3 VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.