Home

Rechtbank Midden-Nederland, 31-07-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:3438, 7063917

Rechtbank Midden-Nederland, 31-07-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:3438, 7063917

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
31 juli 2019
Datum publicatie
29 augustus 2019
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2019:3438
Zaaknummer
7063917

Inhoudsindicatie

Bemiddeling bij stage in het buitenland, aanvraag visum.

Uitspraak

Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 7063917 UC EXPL 18-7879 PL/41524

Vonnis van 31 juli 2019

In de zaak tussen

[eiseres] ,

wonend in [woonplaats] ,

eiseres,

gemachtigde: mr. R.F. Gorter,

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Abroad Internships bv,

gevestigd in Rotterdam,

vertegenwoordigd door haar directeur [A] ,

gedaagde.

Partijen worden hierna [eiseres] en Abroad genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding met producties 1 tot en met 22;

-

de conclusie van antwoord;

-

het tussenvonnis van 19 september 2018;

-

het proces-verbaal van comparitie van 13 december 2018;

-

de akte van Abroad;

-

de antwoordakte van [eiseres] met productie 23.

1.2.

Daarna is bepaald dat er een vonnis zal volgen.

2 De beoordeling

[eiseres] heeft een overeenkomst gesloten met Abroad om te bemiddelen bij het vinden van een stage in Singapore. Zij vordert een verklaring voor recht dat Abroad is tekortgeschoten in de nakoming van die overeenkomst. Verder wil [eiseres] vergoeding van geleden schade. De kantonrechter kan over een deel van de eisen al beslissen, terwijl hij over een ander deel meer informatie van partijen nodig heeft.

Waar gaat het over?

2.1.

[eiseres] studeert Bedrijfskunde aan de Hogeschool van Amsterdam. Binnen haar opleiding is [eiseres] verplicht 20 weken stage te lopen. [eiseres] heeft in 2016 een opdrachtovereenkomst gesloten met stagebemiddelaar Abroad om voor haar een stage te zoeken van 20 weken, bij voorkeur in Singapore. Abroad heeft vervolgens contact gelegd met Rikvin Pte. Ltd. (hierna: Rikvin) en gefaciliteerd dat tussen [eiseres] en Rikvin een stage-overeenkomst is gesloten, per 6 februari 2017 voor de duur van 20 weken. Abroad heeft [eiseres] ook ondersteund bij het aanvragen van een visum. De aanvraag van (en communicatie over) het visum verliep via Abroad.

2.2.

Kort voor het begin van de stage bleek [eiseres] een zogenaamd TEP-visum te hebben voor (maar) drie maanden. Partijen veronderstelden dat het visum ter plaatse verlengd zou kunnen worden. [eiseres] is op 6 februari 2017 met haar stage begonnen. Kort daarop bleek dat verlenging van het TEP-visum niet mogelijk was. [eiseres] kon de 20-weken stage bij Rikvin niet volmaken op een alternatief toeristenvisum. Rikvin wilde daar vanwege de in Singapore geldende regelgeving niet aan mee werken uit vrees voor sancties.

2.3.

[eiseres] heeft haar stage bij Rikvin afgebroken en een andere stageplek in Singapore gezocht. In overleg met haar begeleidend docent van de Hogeschool heeft [eiseres] , op basis van een toeristenvisum, vijftien weken stage gelopen bij Khing Pte. Ltd. (hierna: Khing), tussen 3 april 2017 en 15 juli 2017. [eiseres] keerde hierdoor later terug naar Nederland dan oorspronkelijk gepland was. Haar stageverslag werd door de Hogeschool beoordeeld ná de zomervakantie. Zodoende had [eiseres] in september 2017 te weinig studiepunten om tot het volgend studiejaar te worden toegelaten.

2.4.

In deze procedure stelt dat [eiseres] dat Abroad tekort is geschoten in de nakoming van de opdrachtovereenkomst. [eiseres] stelt schade te hebben geleden als gevolg van de tekortkoming. Zij vordert:

-

een verklaring voor recht dat Abroad is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis;

-

een schadebedrag, bestaande uit zes posten van samen € 16.105,00, vermeerderd met wettelijke rente;

-

buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente;

-

proceskosten en nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.

De verwijten van [eiseres] en het verweer van Abroad

2.5.

Het gaat in deze zaak om de vraag of Abroad aansprakelijk is voor de problemen die [eiseres] heeft ondervonden rond haar stage en haar visums. [eiseres] verwijt Abroad dat zij:

-

heeft bemiddeld tussen [eiseres] en Rikvin bij het sluiten van een stage-overeenkomst voor 20 weken, terwijl Rikvin [eiseres] uitsluitend op basis van een niet-verlengbaar TEP-visum van drie maanden een stage wilde bieden;

-

een niet-verlengbaar TEP-visum van drie maanden heeft geregeld, terwijl zij wist dat [eiseres] 20 weken stage moest lopen;

-

[eiseres] niet tijdig heeft gewezen op het feit dat zij een visum voor slechts drie maanden had en de waarschuwingen van Rikvin niet aan [eiseres] heeft doorgestuurd;

-

[eiseres] kort voor het vertrek van [eiseres] naar Singapore heeft gezegd dat haar visum eenvoudig ter plaatse verlengd kon worden.

2.6.

Abroad voert aan dat zij niet verantwoordelijk was voor het aanvragen van het visum van [eiseres] . Dit was van meet af aan duidelijk en overeengekomen tussen partijen, aldus Abroad. Zij wijst hierbij op drie documenten (stappenplan, checklist, de kleine lettertjes) die [eiseres] na haar aanmelding per e-mail van 20 mei 2016 van Abroad heeft ontvangen. Uit die documenten blijkt dat [eiseres] zelf verantwoordelijk was voor het regelen van een visum. Abroad wijst erop dat zij niet gemachtigd was tot het doen van de aanvraag van een visum. Conform de wetgeving in Singapore was Rikvin samen met [eiseres] verantwoordelijk voor het regelen van het visum, aldus Abroad.

Abroad heeft de visumaanvraag voor [eiseres] geregeld, als onderdeel van de overeenkomst

2.7.

De kantonrechter gaat niet mee in de verweren van Abroad. Twee van de drie documenten waarop Abroad zich beroept (checklist en de kleine lettertjes), zijn niet meegestuurd met de e-mail van 20 mei 2016, zoals blijkt uit een printscreen van die e-mail die [eiseres] heeft overgelegd. Uit het derde document blijkt juist dat Abroad als onderdeel van haar dienstverlening wél ondersteuning biedt bij het regelen van het visum. Het verweer van Abroad dat zij met [eiseres] is overeengekomen dat zij niets te maken heeft met (de aanvraag van) het visum, gaat dus niet op.

2.8.

De andere verweren van Abroad gaan ook niet op. Zelfs als Abroad zich in de regel niet bemoeit met de visumaanvraag van studenten, dan zou dat slechts betekenen dat Abroad in dit concrete geval haar eigen gewoonte heeft overtreden. Abroad heeft namelijk de visumaanvraag voor [eiseres] geregeld en hierover rechtstreeks met Rikvin gecommuniceerd. [eiseres] mocht er op vertrouwen dat Abroad dit als onderdeel van de opdrachtovereenkomst deed. Abroad had de visumaanvraag dan ook met de zorg en deskundigheid moeten doen die van haar als professionele stagebemiddelaar mogen worden verwacht.

Abroad is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst

2.9.

De kantonrechter vindt dat Abroad steken heeft laten vallen bij de visumaanvraag van [eiseres] . Want hoewel zij wist dat [eiseres] 20 weken stage moest lopen, heeft zij blijkbaar onvoldoende onderzocht of deze stage te combineren was met één van de visa die Singapore kent. Vervolgens heeft Abroad kennelijk niets gedaan met de waarschuwende e-mails van Rikvin van 2 december 2016 en 31 januari 2017. Zij heeft deze e-mails in ieder geval niet aan [eiseres] doorgestuurd.

Ten slotte heeft Abroad kort voor de aanvang van de stageperiode aan [eiseres] laten weten dat zij haar TEP-visum eenvoudig kon verlengen, wat niet juist bleek te zijn. En dat terwijl deze onjuiste mededeling [eiseres] wel de zekerheid gaf dat het ‘goed’ zat met haar visum, zodat zij besloot om naar Singapore te reizen en met haar stage te beginnen. Onder deze omstandigheden mocht [eiseres] vertrouwen op de mededelingen van Abroad, zonder dat zij zelf de juistheid ervan moest controleren.

2.10.

Door zo onzorgvuldig te handelen is Abroad tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenis uit de overeenkomst. Abroad heeft nog aangevoerd dat [eiseres] haar niet de gelegenheid heeft gegeven een alternatieve stageplek voor haar te vinden en zodoende de overeenkomst alsnog correct na te komen. Dit verweer gaat niet op, omdat het niet waar is. Uit de door [eiseres] overgelegde e-mail van 6 maart 2017 blijkt namelijk dat zij Abroad wel degelijk heeft betrokken bij het zoeken naar een andere stageplek.

2.11.

De kantonrechter zal de gevraagde verklaring voor recht toewijzen.

De schadeposten

2.12.

[eiseres] vordert vergoeding van de schade die het gevolg is van de tekortkoming van Abroad. Zij vordert vergoeding van zes schadeposten:

-

misgelopen stagevergoeding;

-

extra maand huur;

-

collegegeld door studievertraging;

-

vergoeding studievertraging;

-

bemiddelingskosten;

-

visumrun.

De vordering tot vergoeding van de misgelopen stagevergoeding wordt afgewezen

2.13.

[eiseres] vordert een bedrag van € 2.025 aan misgelopen stagevergoeding. Bij Rikvin ontving zij namelijk een stagevergoeding, maar bij Khing niet. [eiseres] heeft niet uitgelegd of er een causaal verband is tussen de tekortkoming van Abroad en deze schadepost. [eiseres] heeft er in deze procedure wel op gewezen dat zij bij behoorlijke nakoming door Abroad geen stage had gelopen in Singapore, maar waarschijnlijk in een ander land. Zij heeft hierbij Thailand als back-up optie genoemd. Maar [eiseres] heeft niet onderbouwd dat zij in dat geval een stagevergoeding zou hebben ontvangen. Daar staat tegenover dat Abroad onweersproken heeft gesteld dat het in het buitenland niet gebruikelijk is dat er aan studenten een stagevergoeding wordt betaald, zodat het onzeker is of [eiseres] bij correcte nakoming door Abroad (bijvoorbeeld door een stage in Thailand) wél een stagevergoeding had ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat zij bij correcte nakoming door Abroad een stagevergoeding zou hebben ontvangen. Daarom zal hij deze vordering afwijzen.

[eiseres] krijgt de gelegenheid het causaal verband tussen de tekortkoming en de vertraging nader te onderbouwen

2.14.

[eiseres] vordert vergoeding van drie schadeposten, die zij zou lijden omdat zij door toedoen van Abroad vertraging opliep bij het afronden van haar stageverplichtingen. Zij redeneert als volgt. Zij had oorspronkelijk gepland dat haar stage op 24 juni 2017 zou eindigen. Maar door de tekortkoming van Abroad moest ze ter plekke een andere stage regelen, die zij uiteindelijk pas per 15 juli 2017 af kon ronden. Hierdoor liep zij dus ongeveer drie weken vertraging op. Deze vertraging heeft tot drie schadeposten geleid. Ten eerste werd [eiseres] gedwongen een maand langer in Singapore te verblijven, wat tot extra huurkosten heeft geleid.

Ten tweede kon door de opgelopen vertraging het stageverslag niet meer in het lopend studiejaar worden beoordeeld. Als gevolg hiervan had [eiseres] onvoldoende studiepunten om in september 2017 aan het volgend studiejaar te mogen beginnen en heeft zij een halfjaar studievertraging opgelopen. Zij moest daarom een jaar extra collegegeld betalen.

De derde schadepost bestaat uit het feit dat [eiseres] door de opgelopen studievertraging een halfjaar later tot de arbeidsmarkt toetreedt.

2.15.

Abroad betwist dat de vertraging die [eiseres] heeft opgelopen een direct en onvermijdelijk gevolg was van de tekortkoming. Abroad wijst hierbij op een e-mail die [eiseres] aan haar heeft toegestuurd, waaruit zou blijken dat [eiseres] toestemming had drie maanden stage te lopen bij Rikvin en vervolgens twee maanden stage bij een ander (nog nader in te vullen) bedrijf. Abroad stelt dat [eiseres] op die manier aan haar stageverplichtingen had kunnen voldoen, zonder significante vertraging op te lopen. [eiseres] zou er vervolgens zelf voor hebben gekozen te stoppen bij Rikvin en per 3 april 2017 een geheel nieuwe stage van vijftien weken te beginnen bij Khing. Dat deze keuze ertoe heeft geleid dat [eiseres] vertraging opliep is zodoende niet aan Abroad toe te rekenen, aldus Abroad.

2.16.

Met haar verweer stelt Abroad het causaal verband tussen haar tekortkoming en de door [eiseres] opgelopen vertraging ter discussie. Tijdens de zitting heeft [eiseres] uitgelegd dat de Hogeschool niet akkoord ging met het voortzetten van haar stage bij Rikvin, maar dat staat haaks op de door Abroad geciteerde e-mail. Beide partijen hebben hun stellingen niet onderbouwd met bewijsmiddelen. Het is de kantonrechter daarom niet duidelijk of [eiseres] haar stage bij Rikvin had kunnen afronden, gevolgd door een korte tweede stage bij een ander bedrijf, om zodoende zonder vertraging aan haar stageverplichtingen te voldoen.

2.17.

[eiseres] wordt in de gelegenheid gesteld stukken over te leggen waaruit blijkt dat de Hogeschool niet akkoord ging met (voortzetting van) haar stage bij Rikvin, voorzien van een concrete toelichting waarom dit aan Abroad te wijten is. Abroad mag daar vervolgens bij antwoordakte op reageren.

De vordering tot vergoeding van de bemiddelingskosten wordt afgewezen

2.18.

[eiseres] vordert vergoeding van de bemiddelingskosten die zij aan Abroad heeft betaald. [eiseres] voert aan dat Abroad niet heeft voldaan aan haar verplichtingen uit de overeenkomst, zodat zij recht heeft op vergoeding van de bemiddelingskosten. De kantonrechter gaat niet mee in deze redenering, want deze is juridisch onjuist. De betaalde bemiddelingskosten zijn geen schade. Ook als de Abroad de opdracht juist had uitgevoerd, had [eiseres] deze bemiddelingskosten moeten betalen. Daarom zal de kantonrechter deze vordering afwijzen.

Abroad moet de schadepost Visumrun gedeeltelijk vergoeden

2.19.

[eiseres] vordert vergoeding van de kosten die zij heeft moeten maken om een toeristenvisum te kunnen krijgen door middel van de zogenaamde visumrun. Voor het verkrijgen van een toeristenvisum moest zij namelijk tenminste 72 uur het land verlaten, waarbij zij noodgedwongen kosten heeft moeten maken voor een vliegticket, drie overnachtingen en dagbesteding. Abroad heeft niet betwist dat [eiseres] kosten voor een visumrun heeft gemaakt, maar betwist wel de hoogte (€ 500) van de schadepost. [eiseres] heeft namelijk geen bonnetjes of afschriften in het geding gebracht waaruit blijkt welke kosten zij daadwerkelijk heeft gemaakt.

2.20.

De kantonrechter oordeelt dat Abroad de voor de visumrun gemaakte kosten aan [eiseres] moet vergoeden, omdat deze kosten een direct gevolg zijn van het de tekortkoming van Abroad. De kosten voor dagbesteding komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat deze kosten niet noodzakelijk zijn voor een visumrun. Omdat [eiseres] haar kosten onvoldoende heeft onderbouwd, schat de kantonrechter deze op € 150 voor het vliegticket en € 20 per overnachting. Voor de visumrun zal Abroad dus € 210 aan [eiseres] moeten vergoeden.

2.21.

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. De kantonrechter ziet aanleiding de in dit tussenvonnis genomen eindbeslissingen niet op te nemen in het dictum, maar houdt deze aan totdat hij eindvonnis wijst in deze zaak.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1.

verwijst de zaak naar de rolzitting van 7 augustus 2019 om 09.30 uur, waar [eiseres] zich schriftelijk moet uitlaten over dat wat in punt 2.17. van dit vonnis is bepaald;

3.2.

bepaalt dat Abroad twee weken later in de gelegenheid gesteld wordt daar schriftelijk op te reageren;

3.3.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann (kantonrechter) en is in aanwezigheid van mr. P. Lenstra (griffier) op 31 juli 2019 in het openbaar uitgesproken.