Home

Rechtbank Midden-Nederland, 28-05-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:2358, 16/659573-18 (P)

Rechtbank Midden-Nederland, 28-05-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:2358, 16/659573-18 (P)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
28 mei 2019
Datum publicatie
28 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2019:2358
Zaaknummer
16/659573-18 (P)

Inhoudsindicatie

Een vrouw en haar moeder zijn veroordeeld tot respectievelijk gevangenisstraffen van 30 maanden en 24 maanden voor het voorbereiden van moord. Een deel van de gevangenisstraffen, 15 maanden voor de 33-jarige vrouw en 12 maanden voor de moeder, zullen voorwaardelijk opgelegd worden, met een proeftijd van 2 jaar. Het beoogde slachtoffer was de ex van de 33-jarige vrouw.

De 33-jarige vrouw was verwikkeld in een vechtscheiding met haar ex toen zij een sms'je kreeg van een 22-jarige drugsdealer. De vrouw stuurde de man dat ze door haar ex bedreigd werd, waarop het plan ontstond dat hij voor 1.100 euro haar ex met vervuilde drugs zou ombrengen. Haar moeder, die achter het plan stond, pinde een geldbedrag van 1000,- euro voor haar. De vrouw en de moeder ontmoetten de drugsdealer en gaven hem het geld. De man ging echter niet langs bij het beoogde slachtoffer en bracht hem geen vervuilde drugs. Twee dagen na de ontmoeting gaven de vrouw en haar moeder de drugsdealer aan, door in eerste instantie te vertellen dat ze door hem opgelicht waren. Het volledige plan kwam later boven tafel toen de vrouwen openheid van zaken gaven.

De rechtbank is van oordeel dat de vrouw en moeder nauw en bewust samengewerkt hebben om de moord op de ex van de vrouw voor te bereiden. Het wordt hen ernstig aangerekend dat zij voorbereidingshandelingen getroffen hebben om de vader van hun (klein)kinderen van het leven te beroven. Uit de slachtofferverklaring die tijdens de zitting is voorgelezen is de enorme impact op het slachtoffer duidelijk geworden. De vrouwen zijn psychologisch onderzocht en uit de rapportages blijkt dat de 33-jarige vrouw narcistische, antisociale en verslavingsproblematiek heeft. De rechtbank neemt het advies over om de feiten haar in verminderde mate toe te rekenen. De vrouw moet zich na de gevangenisstraf verplicht laten behandelen. De moeder krijgt een lagere straf dan haar dochter, omdat haar aandeel in het voorbereiden van de moord kleiner was. De vrouwen krijgen een contactverbod met het slachtoffer en moeten hem 1.000 euro smartengeld betalen.

De 22-jarige drugsdealer is vrijgesproken voor het voorbereiden van moord en het oplichten van de twee vrouwen. De rechtbank had niet de overtuiging dat hij daadwerkelijk het slachtoffer om het leven wilde brengen en vond de enkele leugen aan de vrouwen dat hij het beoogde slachtoffer zou ombrengen onvoldoende voor oplichting. De rechtbank veroordeelt hem wel tot een gevangenisstraf van 3 maanden voor het dealen van cocaïne.

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16/659573-18 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 28 mei 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1985] te [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats] , thans verblijvende in de PI Utrecht, locatie HvB Nieuwersluis, te Nieuwersluis.

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 20 november 2018, 14 februari 2019, 9 mei 2019 en 16 mei 2019.

Op 9 mei 2019 heeft de inhoudelijke behandeling van de zaak plaatsgevonden, waarbij de strafzaak tegen verdachte gelijktijdig, maar niet gevoegd is behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (16/659572-18) en [medeverdachte 2] (16/706402-18). Op 16 mei 2019 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. H. Leepel en van hetgeen verdachte en mr. F.D.W. Siccama, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen door en namens de benadeelde partij [slachtoffer] naar voren is gebracht.

2 TENLASTELEGGING

Het verwijt dat aan verdachte wordt gemaakt, is beschreven in de tenlastelegging. De tenlastelegging is op de zitting van 9 mei 2019 gewijzigd. De definitieve tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1: in de periode van 1 augustus 2018 tot en met 10 augustus 2018 te Veenendaal samen met (een) ander(en) heeft geprobeerd om [medeverdachte 2] uit te lokken tot het opzettelijk en met voorbedachten rade doden van [slachtoffer] dan wel tot het opzettelijk en met voorbedachten rade toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan die [slachtoffer] dan wel tot het begaan van enig misdrijf tegen die [slachtoffer] ;

feit 2: in de periode van 1 augustus 2018 tot en met 10 augustus 2018 te Veenendaal samen met (een) ander(en) opzettelijk € 1.100,- en mobiele telefoons heeft verworven en/of doorgevoerd en/of voorhanden gehad, terwijl dat geldbedrag en die mobiele telefoons bestemd waren tot het begaan van het opzettelijk en met voorbedachten rade om het leven brengen van [slachtoffer] dan wel opzettelijk en met voorbedachten rade die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS

5 BEWEZENVERKLARING

6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

8 OPLEGGING VAN STRAF

9 BENADEELDE PARTIJ

10 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

11 BESLISSING