Home

Rechtbank Midden-Nederland, 06-09-2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:4380, 413070

Rechtbank Midden-Nederland, 06-09-2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:4380, 413070

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
6 september 2017
Datum publicatie
13 oktober 2017
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2017:4380
Zaaknummer
413070

Inhoudsindicatie

Erfrecht. Geschil tussen twee zussen over nalatenschap moeder. Eiseres is onterfd en vordert vaststelling van haar legitieme portie. In geschil is de wijze van waardering van een onroerende zaak die erflaatster bij leven al aan erfgenaam heeft verhuurd.

Uitspraak

vonnis

Familierecht

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/413070 / HA ZA 16-267

Vonnis van 6 september 2017

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. M.G. Hees te Huizen,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt te Veenendaal.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het vonnis in incident van 13 juli 2016 (waarin onder “1 De procedure” ten onrechte niet is vermeld de akte van [eiseres] van 25 mei 2016)

-

de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie

-

de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie

-

de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie

-

de conclusie van dupliek in reconventie

-

de akte houdende uitlating producties van [gedaagde] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] en [gedaagde] zijn beide kinderen van de heer [A] (hierna te noemen: erflater) en [B] (hierna te noemen: erflaatster). Beide laatstgenoemden waren met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen. Erflater is overleden op [2013] en erflaatster op [2015] .

2.2.

Erflater en erflaatster hebben beide bij (vrijwel gelijkluidende) testamenten van 19 september 2007 over hun nalatenschap beschikt (producties 1 en 9 bij dagvaarding). In beide testamenten staat dat [eiseres] en haar afstammelingen zijn uitgesloten als erfgenaam van de nalatenschap. Verder volgt uit beide testamenten dat de echtgenoot/echtgenote en de andere dochter ( [gedaagde] ) erfgenaam zijn voor gelijke delen van de nalatenschap en dat de wettelijke verdeling van toepassing is. Tenslotte is [gedaagde] in beide testamenten als executeur benoemd. [gedaagde] heeft beide nalatenschappen en beide benoemingen tot executeur aanvaard.

2.3.

Bij brief van 8 november 2013 heeft [eiseres] aanspraak gemaakt op haar legitieme portie ter zake van de nalatenschap van erflater (productie 2 bij dagvaarding).

2.4.

Bij brief van 3 december 2015 is namens [eiseres] tevens aanspraak gemaakt op haar legitieme portie ter zake van de nalatenschap van erflaatster (productie 10 bij dagvaarding). In deze brief is namens [eiseres] tevens aanspraak gemaakt op de wettelijke rente ter zake van beide vorderingen.

2.5.

[gedaagde] heeft op 16 en 17 december 2015 € 65.037,87 betaald aan [eiseres] uit hoofde van de legitieme portie ter zake van de nalatenschap van erflater.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert – samengevat –

I. vaststelling van de hoogte van de legitieme portie van [eiseres] uit hoofde van zowel de nalatenschap van erflater als van erflaatster;

II. voor zover de hoogte van de legitieme portie uit hoofde van de nalatenschap van erflater meer bedraagt dan € 65.037,87, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van dit meerdere aan [eiseres] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [2015] ,

III. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] te betalen het onder I. vast te stellen bedrag aan legitieme portie uit hoofde van de nalatenschap van erflaatster, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2016,

IV. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een in goede justitie vast te stellen bedrag als vergoeding voor verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden,

V. met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

3.2.

[gedaagde] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiseres] in haar vordering, althans tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

in reconventie

3.4.

[gedaagde] vordert samengevat - veroordeling van [eiseres] tot betaling van € 920,47 zijnde het teveel betaalde in het kader van de nalatenschap van erflater, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2016, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.

3.5.

[eiseres] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [gedaagde] in haar vordering, althans tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

3.6.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing