Home

Rechtbank Midden-Nederland, 31-10-2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:6520, C/16/423918 / JE RK 16-1724

Rechtbank Midden-Nederland, 31-10-2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:6520, C/16/423918 / JE RK 16-1724

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
31 oktober 2016
Datum publicatie
6 december 2016
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2016:6520
Zaaknummer
C/16/423918 / JE RK 16-1724

Inhoudsindicatie

Jeugdwet artikel 6.1.2 lid 2. IVRK artikel 37.

Verzoek plaatsing minderjarige in een gesloten accommodatie voor de duur van 3 maanden.

Uitspraak

beschikking

Afdeling Familierecht

Locatie Utrecht

Zaakgegevens: C/16/423918 / JE RK 16-1724

Datum uitspraak: 31 oktober 2016

beschikking van de meervoudige kamer met betrekking tot een machtiging gesloten jeugdhulp

de gecertificeerde instelling Stichting NIDOS, jeugdbescherming voor vluchtelingen, hierna te noemen Nidos, gevestigd te Utrecht,

betreffende

[minderjarige] , geboren op [2000] te [geboorteplaats] , Vietnam, hierna te noemen [minderjarige] ,

zoon van:

en

mevrouw [moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van Nidos van 23 september 2016, ingekomen bij de griffie op 23 september 2016;

- de instemmende verklaring d.d. 6 september 2016 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;

- de beschikking van deze rechtbank van 27 september 2016;

- de beschikking van deze rechtbank van 5 oktober 2016;

- de beschikking van deze rechtbank van 26 oktober 2016.

Op 28 oktober 2016 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.

Gehoord zijn:

- [minderjarige] , met B.T. Tran als tolk Vietnamees,

- mr. X.B. Sijmons, raadsman van de minderjarige,

- mevrouw [A] , namens Nidos.

De feiten

Bij beschikking van 23 augustus 2016 van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, is [minderjarige] onder voogdij gesteld van stichting Nidos, jeugdbescherming voor vluchtelingen.

[minderjarige] verblijft in [naam] te [woonplaats] .

Bij beschikking van 27 september 2016 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 28 september 2016 tot 7 oktober 2016 en is het verzoek voor het overige aangehouden.

Bij beschikking van 5 oktober 2016 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 28 oktober 2016 en is het verzoek voor het overige aangehouden.

Bij beschikking van 26 oktober 2016 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 26 oktober 2016 tot 5 november 2016 en is het verzoek voor het overige aangehouden.

Het verzoek

Nidos heeft een machtiging verzocht om [minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden. De maximaal toe te wijzen termijn betreft - na de beschikking van 26 oktober 2016 - de periode 5 november 2016 tot 28 december 2016.

Nidos legt aan het verzoek ten grondslag dat [minderjarige] begin augustus 2016 door de marechaussee is gevonden en naar een Beschermde Opvang (hierna: B.O.) is gebracht. Enkele dagen later is hij vanuit de B.O. weggelopen. Op 19 augustus 2016 is [minderjarige] met drie andere Vietnamese jongens aangetroffen in een vrachtwagen. De jongens bevonden zich tussen twee wanden in deze vrachtwagen, in omstandigheden die volgens de marechaussee zeer risicovol waren. Hierop is hij naar het detentiecentrum in Zeist overgebracht. Toen hij uit de vreemdelingenbewaring kwam is hij met ingang van

31 augustus 2016 met een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp in [naam] geplaatst.

Hier verblijft hij sindsdien.

Nidos vreest dat [minderjarige] weer zal verdwijnen als hij niet gesloten geplaatst is en acht daarbij de kans groot dat [minderjarige] opnieuw door een mensensmokkelaar zal worden vervoerd. Ook bestaat de kans dat [minderjarige] in een uitbuitingspositie terechtkomt zonder enige vorm van (minderjarigen-)bescherming of geldige verblijfsstatus. De komende periode dient gekeken te worden naar een nieuw toekomstperspectief waarbij zoveel mogelijk gekeken moet worden naar de veiligheid van [minderjarige] , of hij wel of niet de wens heeft om in Nederland te blijven, of (veilige) terugkeer naar het land van herkomst mogelijk is en of Nidos samen met hem een veiligheidsplan kan maken.

Ter zitting heeft Nidos verklaard dat er recente informatie is over de B8-procedure. Gebleken is dat er geen indicatie is dat sprake is geweest van mensenhandel, waardoor de kans op een B8-verblijfsvergunning zeer gering is. Een minderjarige wordt over het algemeen niet uitgezet, maar dit geldt echt tot de meerderjarigheid. Daarnaast heeft de Vietnamese jongen die in de B.O. verblijft, gezegd dat wanneer [minderjarige] en mogelijk ook de twee andere jongens naar de B.O. terug zullen gaan, dat zij dan weer met zijn vieren zullen weglopen. Desgevraagd heeft Nidos verklaard dat de komende periode ook met [minderjarige] gesproken zal worden om hem meer weerbaar te maken en om hem meer inzicht in zijn eigen situatie bij te brengen. Nidos benadrukt daarbij dat [minderjarige] alleen met een machtiging gesloten jeugdhulp beschermd kan worden.

Het standpunt van belanghebbenden

De beoordeling

De beslissing