Home

Rechtbank Midden-Nederland, 29-04-2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:2973, 16/659044-16

Rechtbank Midden-Nederland, 29-04-2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:2973, 16/659044-16

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
29 april 2016
Datum publicatie
22 juni 2016
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2016:2973
Zaaknummer
16/659044-16

Inhoudsindicatie

Minderjarige. Reeks feiten: mishandeling (begeleiders), inbraken, bedreiging en verduistering. Ve is gesloten geplaatst ihk van een civiele maatregel, verblijf JJI onwenselijk, derhalve jeugddet cf voorarrest met vw deel en bijz vw ITB Plus en EC + taakst

Uitspraak

Afdeling StrafrechtZittingslocatie Utrecht

Parketnummers: 16/659044-16; 16/192998-15 (ter terechtzitting gevoegd); 16/120365-15 (ter terechtzitting gevoegd); 16/102804-15 (ter terechtzitting gevoegd); 16/117329-15 (ter terechtzitting gevoegd) (P)

Vonnis van de meervoudige strafkamer van 29 april 2016, in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [2001] te [geboorteplaats]

thans verblijvende bij [verblijfplaats]

1 Het onderzoek ter terechtzitting

De zaken zijn behandeld op de terechtzitting van 15 april 2016, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

De kinderrechter heeft op 15 april 2016 de zaak onder parketnummer 16/192998-15 (met daarbij de reeds ter terechtzitting gevoegde zaken onder de parketnummers 16/120365-15, 16/102804-15, 16/117329-15) verwezen naar deze meervoudige kamer.

De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en mr. X.B. Sijmons, raadsman van verdachte, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

16/659044-16

feit 1:

samen met anderen op 27 december 2015 heeft ingebroken in een woning in Nieuwegein;

feit 2:

op 17 februari 2016 te Zeist [slachtoffer 1] heeft mishandeld;

feit 3:

op 15 februari 2015 te Zeist [slachtoffer 2] heeft mishandeld;

16/192998-15

op 11 april 2015 geprobeerd heeft in te breken in een woning in Nieuwegein;

16/120365-15

feit 1:

op 18 juni 2015 te Utrecht een winkeldiefstal heeft gepleegd;

feit 2:

op 18 juni 2015 te Utrecht zich opzettelijk heeft gelegitimeerd met de identiteitskaart van een ander;

feit 3:

op 18 juni 2015 te Utrecht een identiteitskaart van [slachtoffer 3] heeft verduisterd;

16/102804-15

op 13 april 2015 te Maarsbergen [slachtoffer 4] heeft bedreigd;

16/117329-15

in de periode van 25 maart 2015 tot en met 29 maart 2015 heeft ingebroken in een woning te Maarsbergen, dan wel dat hij op 25 maart 2015 goederen heeft geheeld.

3 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

5 Bewezenverklaring

6 De strafbaarheid van de feiten

7 De strafbaarheid van verdachte

8 De strafoplegging

9 De benadeelde partijen

10 Toepasselijke wettelijke voorschriften

11 Beslissing