Home

Rechtbank Midden-Nederland, 16-09-2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:6850, 3973156

Rechtbank Midden-Nederland, 16-09-2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:6850, 3973156

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
16 september 2015
Datum publicatie
22 september 2015
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2015:6850
Zaaknummer
3973156

Inhoudsindicatie

Opdrachtgever heeft facturen van zorgverlener niet betaald omdat de zorg niet optimaal zou zijn verlopen. Vordering zorgverlener tot betaling van facturen wordt toegewezen, met dien verstande dat uren i.v.m. opzegtermijn niet worden toegewezen.

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 3973156 UC EXPL 15-4271 PK/0

Vonnis van 16 september 2015

inzake

de vennootschap onder firma

[eiseres],

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verder ook te noemen [eiseres] ,

eisende partij,

gemachtigde: Van Loon Incasso Advocaten,

tegen:

[gedaagde],

wonende te [woonplaats] ,

verder ook te noemen [gedaagde] ,

gedaagde partij,

procederend in persoon.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 29 april 2015;

-

het proces-verbaal van comparitie van 27 juli 2015.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] is een welzijn- en zorgonderneming op het gebied van ondersteunende en activerende begeleiding en persoonlijke verzorging van particuliere patiënten in de thuiszorg, alsmede op het gebied van het verlenen van huishoudelijke dienstverlening.

2.2.

[eiseres] heeft op grond van een zorgovereenkomst in de maanden november en december 2014 thuiszorg verleend bij [gedaagde] en zijn echtgenote, mevrouw [A] (hierna: [A] ).

2.3.

Op 15 december 2014 is in de woning van [gedaagde] en [A] een verschil van mening ontstaan tussen [gedaagde] en [A] enerzijds en de heer [B] (hierna: [B] ), zorgverlener bij [eiseres] , anderzijds. [gedaagde] heeft [B] die dag verzocht om te vertrekken, waarop [B] de woning heeft verlaten. Na 15 december 2015 heeft [eiseres] geen zorg meer verleend aan [gedaagde] en [A] .

2.4.

[eiseres] heeft de volgende vier facturen ter hoogte van in totaal € 4.532,50 aan [gedaagde] gezonden:

a) factuur d.d. 5 december 2014 (20140041) ter hoogte van € 656,25;

b) factuur d.d. 5 december 2014 (20140042) ter hoogte van € 1.233,75;

c) factuur d.d. 30 december 2014 (20140047) ter hoogte van € 1.723,75;

d) factuur d.d. 30 december 2014 (20140048) ter hoogte van € 918,75.

2.5.

[eiseres] heeft [gedaagde] per brief van 19 januari 2015 een laatste mogelijkheid geboden om binnen 14 dagen na dagtekening tot betaling van de facturen over te gaan, bij gebreke waarvan [eiseres] een incassoprocedure zal starten en de incassokosten bij [gedaagde] in rekening zal brengen. Desondanks heeft [gedaagde] de facturen niet betaald.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om tegen kwijting aan [eiseres] een bedrag van € 5.297,64 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 4.532,50 vanaf 09 maart 2015 tot aan de dag der voldoening en tevens met veroordeling van [gedaagde] in de kosten en nakosten van dit geding.

3.2.

Ter onderbouwing van haar vordering stelt [eiseres] dat [gedaagde] jegens [eiseres] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen ingevolge de tussen partijen gesloten zorgovereenkomst, door de hiervoor onder 2.4 genoemde facturen ter hoogte van in totaal € 4.532,50, ondanks sommaties, onbetaald te laten. [eiseres] maakt aanspraak op de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke incassokosten nu [gedaagde] in verzuim is geraakt, respectievelijk [eiseres] de vordering uit handen heeft moeten geven.

3.3.

[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten. [eiseres] heeft volgens [gedaagde] geen optimale zorg geleverd en teveel uren in rekening gebracht.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing