Home

Rechtbank Midden-Nederland, 27-01-2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:1229, 16-700535-14

Rechtbank Midden-Nederland, 27-01-2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:1229, 16-700535-14

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
27 januari 2015
Datum publicatie
6 mei 2015
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2015:1229
Zaaknummer
16-700535-14

Inhoudsindicatie

Poging overval+ bedrijfsinbraak+ WWM + beroving dagopbrengst (door rb gelijk gesteld aan bedrijfsoverval). Rb houdt rekening met bekennende verdachte en omslag die vd in zijn leven gemaakt heeft.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht

Zittingslocatie Utrecht

parketnummer: 16/700535-14; 16/661714-14 (ter terechtzitting gevoegd) [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 27 januari 2015

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren [1990] te [geboorteplaats]

thans gedetineerd in PI Noord Holland Noord - Huis van Bewaring Zwaag

raadsvrouw mr. H.M.G. Peters, advocaat te Breukelen

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is behandeld op de terechtzittingen van 13 juni 2014, 29 augustus 2014 en 21 november 2014 en is vervolgens inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 13 januari 2015, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De tenlastelegging is meerdere malen gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

16/700535-14

feit 1: op 1 februari 2014 samen met anderen onder bedreiging van een vuurwapen en een mes [slachtoffer 1] heeft afgeperst;

feit 2: op 30 januari 2014 samen met anderen geprobeerd heeft om onder bedreiging van een vuurwapen en een mes [slachtoffer 2] af te persen;

feit 3: in de periode van 16 tot en met 17 januari 2014 samen met anderen heeft ingebroken in een winkel;

feit 4: op 2 april 2014 een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad;

feit 5: op 2 april 2014 een op een echt vuurwapen gelijkend gasdrukpistool voorhanden heeft gehad;

16/661714-14

feit 1: op 2 april 2014 samen met een ander een ploertendoder voorhanden heeft gehad;

feit 2: op 2 april 2014 samen met een ander een busje traangas voorhanden heeft gehad.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

5 De strafbaarheid

6 De strafoplegging

7 De benadeelde partijen

8 De wettelijke voorschriften

9 De beslissing