Home

Rechtbank Maastricht, 11-08-2003, AI1422, 85197 / KG ZA 03-253

Rechtbank Maastricht, 11-08-2003, AI1422, 85197 / KG ZA 03-253

Gegevens

Instantie
Rechtbank Maastricht
Datum uitspraak
11 augustus 2003
Datum publicatie
25 augustus 2003
ECLI
ECLI:NL:RBMAA:2003:AI1422
Zaaknummer
85197 / KG ZA 03-253

Inhoudsindicatie

Vordering tot nakoming vaststellingsovereenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT

Sector Civiel

Vonnis : 11 augustus 2003

Zaaknummer: 85197 / KG ZA 03-253

De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis in kort geding gewezen in de zaak van:

De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid THEWESSEN VASTGOED B.V.,

gevestigd te Nuth en kantoorhoudende te Schimmert, gemeente Nuth,

eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,

procureur: mr. H.F.A. Bronneberg, ter zitting vervangen door mr. R.C. Breuls;

tegen:

[De heer K. ],

wonende te [G. ],

gedaagde in conventie, eiser in reconventie,

procureur: mr. M. van Dusseldorp.

1. Het verloop van de procedure

Eiseres in conventie, gedaagde in reconventie, [partij T. ] heeft gedaagde in conventie, eiser in reconventie, [partij K. ] gedagvaard in kort geding. Op de dienende dag, 28 juli 2003, heeft Thewessen gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, waarna zij haar vordering met verwijzing naar op voorhand toegezonden producties nader heeft doen toelichten.

[Partij K. ] heeft aan de hand van een pleitnota verweer gevoerd, daarbij eveneens verwijzend naar op voorhand toegezonden producties en heeft een eis in reconventie ingesteld.

Partijen hebben daarna op elkaars stellingen gereageerd.

Vervolgens is het geding voor enige tijd geschorst.

Na hervatting van het geding hebben partijen om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

2. Het geschil

In conventie en in reconventie

2.1 Partijen hebben in het verleden bij deze rechtbank geprocedeerd terzake -voor zover in dit geding van belang- de saneringskosten van het terrein gelegen aan [adres].

2.2 Partijen hebben terzake dit geschil uiteindelijk een regeling getroffen welke is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, hierna: de vaststellingsovereenkomst, die door [Partij K. ] op 18 april en door Thewessen op 25 april 2002 voor akkoord is ondertekend.

2.3 Deze regeling is tot stand gekomen omdat partijen van mening verschilden over de afspraken die zij gemaakt hebben over de te betalen saneringskosten. In de considerans van de vaststellingsovereenkomst staat vermeld dat Thewessen zich op het standpunt stelt dat [Partij K. ] een vast bedrag, zijnde € 136.134,06 (fl. 300.000,--), -welk bedrag deel uitmaakt van de totale aanneemsom ad € 521.847,24 (fl. 1.150.000,--) als door Thewessen met Martens B.V. afgesproken- aan Thewessen moet betalen met betrekking tot de sanering van de lokatie.

2.4 [Partij K. ] heeft daarna, onder protest en teneinde executie van het door Thewessen gelegde beslag te voorkomen, een bedrag ad € 136.134,06 aan Thewessen betaald.

[Partij K. ] stelt echter dat hij ongeveer 2/3 deel van dit bedrag aan Thewessen onverschuldigd heeft betaald omdat dit geen saneringskosten betreft en heeft daarom conservatoir beslag doen leggen op de percelen toebehorend aan Thewessen. In de daarna gesloten vaststellingsovereenkomst hebben partijen -als vermeld in artikel 1 van de vaststellingsovereenkomst- afgesproken dat [Partij K. ] dit beslag zal opheffen en Thewessen daartegenover een bankgarantie zal stellen ter waarde van € 46.000,--.

2.5 In artikel 2 van de vaststellingsovereenkomst staat vermeld dat "Thewessen aan [Partij K. ] zal aantonen en bewijzen, door middel van het overleggen van bankafschriften aan [Partij K. ], dat daadwerkelijk het volledige bedrag van € 521.847,24 aan Martens B.V. is betaald met betrekking tot het saneringsproject als omschreven in de offerte van Martens B.V.".

Artikel 3 van deze overeenkomst vermeld dat "de heer Martens namens Martens B.V. onder ede of ten overstaan van een notaris een verklaring zal afleggen waarin hij verklaart dat het volledige bedrag van € 521.847,24 is betaald waarmee het stortrisico volledig is afgekocht en dat deze betalingen uitsluitend zijn gedaan terzake het project sanering voormalig stort te Spaubeek en dat deze betaling op geen enkele nadere wijze op enige manier is gecompenseerd".

Artikel 4 vermeld tenslotte dat "nadat Thewessen aan de voorwaarden, zoals omschreven in de artikelen 2 en 3, heeft voldaan, dit uiterlijk 1 juli 2003, [Partij K. ] binnen tien dagen daarna de bankgarantie zal retourneren en wel in die zin dat Thewessen wederom vrij over zijn gelden van de bankgarantie kan beschikken".

2.6 Thewessen stelt dat zij aan haar verplichtingen als bepaald in de artikelen 1, 2 en 3 van de vaststellingsovereenkomst heeft voldaan, waaruit volgt dat [Partij K. ] gehouden is de bankgarantie aan Thewessen te retourneren en wel in die zin dat Thewessen weer vrij over haar gelden van de bankgarantie kan beschikken.

2.7 Op 5 juni 2003 heeft Thewessen de notariële akte, zoals vermeld in artikel 3 van de vaststellingsovereenkomst, aan [Partij K. ] doen toekomen.

Thewessen heeft vervolgens op 17 juni 2003, omdat [Partij K. ] niet binnen tien dagen de bankgarantie als vermeld in artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst heeft geretourneerd, de raadsman van [Partij K. ] om opheldering verzocht.

2.8 Thewessen stelt dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst aan de zijde van [Partij K. ], omdat hij niet aan zijn verplichting tot retournering van de bankgarantie voldoet, althans dat [Partij K. ] jegens Thewessen onrechtmatig handelt en aansprakelijk is voor alle geleden en nog te lijden schade en heeft daarom in dit geding in conventie gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad:

I. [Partij K. ] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis de bankgarantie, zoals is genoemd in artikel 1 van de vaststellingsovereenkomst -en betrekking hebbende op het opheffen van het gelegde beslag op het perceel te Spaubeek, gemeente Beek, kadastraal bekend: Gemeente beek, sectie [X, nummer YYYY] (gedeeltelijk), ter waarde van € 46.000,-- op te heffen- althans aan Thewessen te retourneren en wel in die zin dat Thewessen vrij over deze gelden kan beschikken, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 20.000,-- voor iedere dag dat [Partij K. ], nadat twee dagen na voormelde betekening zijn verstreken, in gebreke blijft om aan het in deze te wijzen vonnis te voldoen, met een maximum van € 250.000,--;

II. [Partij K. ] te veroordelen om aan Thewessen te betalen € 600,-- ten titel van buitengerechtelijke kosten;

III.[Partij K. ] te veroordelen in de kosten van dit geding.

2.9 [Partij K. ] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op dit verweer zal, voor zover voor de onderhavige vordering van belang, in het navolgende worden ingegaan.

2.10 [Partij K. ] heeft op zijn beurt in reconventie gevorderd Thewessen te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 1.137,-- terzake gemaakte advocaatkosten, althans een door de voorzieningenrechter in redelijkheid te bepalen bedrag aan gemaakte advocaatkosten.

2.11 Thewessen heeft zich terzake deze reconventionele vordering gerefereerd aan het oordeel van de voorzieningenrechter.

3. De beoordeling

In conventie

3.1 Gezien de tussen partijen bestaande contractuele relatie is voldoende spoedeisend belang bij de onderhavige vordering gegeven.

3.2.1 Hetgeen partijen verdeeld houdt is de vraag welke werkzaamheden, uitgevoerd voor de afgesproken aanneemsom ad € 521.847,24 (fl. 1.150.000,--) als vermeld in de offerte van Martens B.V. d.d. 15 februari 2001, saneringskosten betreffen.

3.2.2 Thewessen stelt -ter zitting door [Partij K. ] betwist- dat de kosten van het woonrijp maken van de lokatie, waaronder het aanbrengen van teelaarde en aanbrengen van bestrating en bomen, ook onder de saneringskosten vallen.

3.2.3 De tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst betreft de sanering van het voormalig stort aan de Oude Mijnweg 1 te Spaubeek.

Het woord "saneren" heeft in het algemeen spraakgebruik de betekenis van "schoonmaken/gezond maken". Dat partijen meer hebben bedoeld dan enkel het saneren van de lokatie is naar het oordeel van de voorzieningenrechter gezien het ter zitting gestelde en de overgelegde stukken niet aannemelijk geworden.

De kosten voor het woonrijp maken -hetgeen niet schoonmaken impliceert maar een stadium ná het saneren betreft- zijn daarom geen saneringskosten.

Ter zitting is door partijen erkend dat de eerste twee kostenposten onder de benaming "infra" als vermeld in de offerte van Martens B.V., tezamen ter hoogte van een bedrag ad € 24.504,13 (fl. 54.000,--), kosten zijn terzake het woonrijp maken van de lokatie. Deze kosten zijn daarom naar het oordeel van de voorzieningenrechter gezien het hiervoor overwogene geen saneringskosten als door partijen afgesproken in de vaststellingsovereenkomst.

3.3.1 [Partij K. ] heeft ter zitting erkend dat reeds een bedrag ad € 385.713,18 (fl. 850.000,--) door Thewessen aan Martens B.V. is betaald.

[Partij K. ] betwist echter dat het gehéle bedrag ad € 521.847,24 terzake saneringskosten aan Martens B.V. als afgesproken is betaald, omdat de overgelegde facturen van Martens B.V. d.d. 21 maart 2003 en 25 april 2003 tezamen voor een bedrag ad € 136.134,06 niet de saneringskosten van het voormalig stort te Spaubeek betreffen. Hij stelt hiertoe dat deze facturen onterecht zijn opgevoerd als saneringskosten, omdat op de facturen de omschrijving "asbestsanering Oude Mijnspoor Spaubeek" staat vermeld.

Deze kosten kunnen niet zijn gemaakt, omdat de gemeente Beek/Stein bij schrijven d.d. 9 oktober 2001 reeds heeft bevestigd dat de sanering op afdoende wijze was uitgevoerd, waarna de woningen omstreeks december 2002 zijn opgeleverd. Het is daarom niet mogelijk dat in maart 2003 nogmaals een asbestsanering is uitgevoerd.

3.3.2 Thewessen stelt hiertegenover dat de facturen van 21 maart en 25 april 2003 door Martens B.V. bij schrijven d.d. 14 juli 2003 zijn gerectificeerd, met dien verstande dat een medewerkster van Martens B.V. in dit schrijven mededeelt dat op de betreffende facturen per abuis als omschrijving "Asbestsanering Oude Mijnspoor te Spaubeek" staat vermeld terwijl dit de omschrijving "Sanering voormalig stort Oude Mijnspoor 1 te Spaubeek" moet zijn, conform de offerte d.d. 15 februari 2001. Ook deelt zij in dit schrijven mede dat deze facturen de 6e termijn betreffen -tevens eindafrekening- van het project. Voorts was met Martens B.V. afgesproken dat zij de laatste twee termijnen -tezamen een bedrag ad € 136.134,06- na oplevering van de woningen zou voldoen en dat deze termijnbetalingen niet aan het tijdstip van de door Martens B.V. verrichtte werkzaamheden waren gekoppeld.

3.3.3 De voorzieningenrechter acht het, gezien het door Thewessen overgelegde rectificatie-schrijven d.d. 14 juli 2003, voldoende aannemelijk dat de omschrijving op de facturen van Martens B.V. d.d. 21 maart en 25 april 2003 "sanering voormalig stort Oude Mijnspoor 1 te Spaubeek" moet zijn. Dit door [Partij K. ] gevoerde treft daarom naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen doel.

Verder acht de voorzieningenrechter het -gezien het hiervoor vermelde schrijven van Martens B.V. d.d. 14 juli 2003- voldoende aannemelijk dat de laatste twee facturen d.d. 21 maart en 25 april 2003 de 6e termijn betaling, tevens eindafrekening betreffen.

Ook aan dit door [Partij K. ] gevoerde verweer gaat de voorzieningenrechter daarom voorbij.

3.4 Gelet op het hiervoor overwogene dient er in het kader van dit kort geding van te worden uitgegaan dat Thewessen aan Martens B.V. een bedrag van € 497.343,11 aan saneringskosten heeft betaald.

Daarvan komt voor rekening van [Partij K. ] 1/3 gedeelte (€ 165.781,03) dan wel € 136.134,06 indien dit bedrag lager is dan voornoemd bedrag. Welnu dat laatste is het geval zodat [Partij K. ] niet meer dan de overeengekomen maximum bijdrage verschuldigd is, welke hij ook heeft voldaan. Dat deze betaling deels onverschuldigd was is niet aannemelijk geworden.

3.5 Thewessen heeft gezien het vorenstaande aan haar verplichting tot betaling van de saneringskosten als overeengekomen in de vaststellingsovereenkomst voldaan en de vordering in conventie ligt hiermee voor toewijzing gereed, met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd tot een bedrag ad € 1.000,-- per werkdag met een maximum van € 30.000,--.

De onbetwiste vordering tot betaling van de buitengerechtelijke kosten is eveneens voor toewijzing vatbaar.

In reconventie

3.6 Nu [Partij K. ] in conventie in het ongelijk is gesteld ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding de vordering in reconventie tot betaling van de gemaakte advocaatkosten toe te wijzen.

In conventie en in reconventie

3.7 [Partij K. ] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.

4. De beslissing

De voorzieningenrechter:

In conventie

Veroordeelt [Partij K. ] om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis de bankgarantie, zoals is genoemd in artikel 1 van de vaststellingsovereenkomst - en betrekking hebbende op het opheffen van het gelegde beslag op het perceel te Spaubeek, gemeente Beek, kadastraal bekend: gemeente Beek, sectie [X, nummer YYYY] (gedeeltelijk), ter waarde van € 46.000,-- - aan Thewessen te retourneren en wel in die zin dat Thewessen vrij over deze gelden kan beschikken, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat [Partij K. ], nadat twee werkdagen na betekening van dit vonnis zijn verstreken, in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 30.000,--;

Veroordeelt [Partij K. ] om aan Thewessen te betalen een bedrag ad € 600,-- aan buitengerechtelijke incassokosten;

In reconventie

Weigert de gevraagde voorzieningen;

In conventie en in reconventie

Veroordeelt [Partij K. ] in de kosten van deze procedure aan de zijde van Thewessen gerezen en tot aan deze uitspraak begroot op een bedrag ad € 976,20, waarvan € 205,-- aan vast recht, € 703,-- aan kosten procureur en € 68,20 aan explootkosten;

Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

Wijst af de meer of anders gevorderde voorzieningen;.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Adelmeijer, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.

BC