Home

Rechtbank Limburg, 28-10-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:8414, C/03/264406 / HA ZA 19-255

Rechtbank Limburg, 28-10-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:8414, C/03/264406 / HA ZA 19-255

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
28 oktober 2020
Datum publicatie
6 november 2020
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2020:8414
Zaaknummer
C/03/264406 / HA ZA 19-255

Inhoudsindicatie

Scheiding en deling; eenmanszaak

Uitspraak

vonnis

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: C/03/264406 / HA ZA 19-255

Vonnis bij vervroeging van 28 oktober 2020

in de zaak van

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. A.S. van Gans,

tegen

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

advocaat mr. T.M.T.M. Lindeman.

Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 10 juni 2020

-

de akte uitlating van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]

-

de akte uitlaten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met producties 17 tot en met 25

-

de antwoordakte van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De verdere beoordeling

2.1.

Bij vonnis van 10 juni 2020 heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over een aantal kwesties, die de rechtbank thans zal beoordelen.

De onderneming

2.2.

De rechtbank heeft partijen (rov. 4.18., 4.19. en 4.21. in het vonnis van 10 juni 2020) de gelegenheid gegeven zich erover uit te laten (i) of de daar opgesomde activa en passiva ook de activa en passiva zijn die op 17 november 2016 aanwezig waren, (ii) of met de onder activa opgenomen bankrekening gedoeld wordt op bankrekening eindigend op [rekeningnummer 1] (zie p. 8 van de jaarrekening) en of de scooter geacht moet worden onder vervoermiddelen te zijn opgevoerd en (iii) of van 31 december 2016 als peildatum uitgegaan kan worden. Zo niet, dan dienen partijen stukken in het geding te brengen waaruit blijkt wat de waarde van de activa en de hoogte van de schulden op 17 november 2016 is, en (iv) of zij de uitkomst van de door de rechtbank gemaakte rekensom, uitgaande van 31 december 2016 als peildatum voor de activa en het saldo van de passiva, onderschrijven.

2.3.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft daarop bij akte – kort gezegd – aangevoerd (i) geen andere activa en passiva te kennen dan die welke zijn vermeld op de jaarrekening van 31 december 2016, (ii) geen andere bankrekening te kennen dan die eindigend op [rekeningnummer 1] en dat de scooter valt onder de vervoermiddelen in de lijst van activa, (iii) dat zij zich niet verzet tegen 31 december 2016 als peildatum voor de waardering van de activa en de vaststelling van het saldo van de passiva en (iv) dat zij de uitkomst van de rekensom onderschrijft, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wegens overbedeling aan haar € 4.749,00 dient te vergoeden.

2.4.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daarop bij akte – kort gezegd – aangevoerd dat (i en ii) de genoemde activa en passiva op 17 november 2016 aanwezig waren, waaronder begrepen de bankrekening eindigend op [rekeningnummer 1] en de scooter, maar dat de waarden ervan afwijken. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet wat betreft de overige posten worden uitgegaan van 31 december 2016, maar wat betreft het saldo van de bankrekening van 17 november 2016. Aan het einde van de maand ontving hij betalingen van debiteuren, waarmee hij aan het begin van de maand alle kosten voldeed. Uitgaan van een banksaldo op 31 december 2016 geeft volgens hem dan ook een vertekend en onjuist beeld. Onder verwijzing naar productie 17 bedroeg volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het banksaldo op 17 november 2016 € 1,30, terwijl het banksaldo op 31 december € 1.984,00 bedroeg. Op de activa dient een correctie van € 1.982,70 te worden toegepast, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] houdt vol dat zijn eenmanszaak geen waarde heeft. Door de coronacrisis zijn er geheel geen opdrachten meer: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan niet meer aan zijn verplichtingen voldoen en is een lening aangegaan. Hij kan om die reden niet instemmen met de wijze waarop de rechtbank de waarde van de eenmanszaak heeft berekend. Mocht er worden uitgegaan van een waarde van 16 (de rechtbank leest: 17) november 2016, dan moet er een correctie ten aanzien van de activa plaats vinden als voormeld, waarna een bedrag van (€ 11.547,30 - € 4.032,00 / 2 =) € 3.757,85 resteert dat hij aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te voldoen.

2.5.

De rechtbank volgt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet in zijn suggestie om als waardepeildatum voor het saldo van de bankrekening de datum 17 november 2016 en voor de overige posten de datum 31 december 2016 aan te houden. Immers, de jaarrekening, waarbij aansluiting is gezocht, wordt afgesloten op 31 december 2016 en niet op 17 november 2016. De rechtbank ziet geen aanleiding om voor de post bank een andere datum te hanteren. De rechtbank zal voor alle posten de waardepeildatum 31 december 2016 hanteren.

2.6.

Uitgaande van de waardepeildatum van 31 december 2016 voor de activa en de

passiva, zal de rechtbank aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toedelen de activa zoals vermeld in de jaarrekening 2016 tegen een waarde van € 13.530,00 en zal de rechtbank bepalen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de passiva, die op die datum € 4.032,00 bedragen, voor zijn rekening dient te nemen. Gelet hierop zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden veroordeeld om wegens overbedeling een bedrag van (€ 13.530,00 - € 4.032,00 = € 9.498 / 2 =) € 4.749,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen.

De Goudse levensverzekering met polinummer [polisnummer 1]

2.7.

Bij vonnis van 10 juni 2020 (rov. 4.32.) is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de gelegenheid gesteld betalingsbewijzen in het geding te brengen.

2.8.

Bij akte heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als productie 18 bankafschriften in het geding gebracht waaruit blijkt dat hij vanaf december 2016 tot en met april 2018 maandelijks een premie van € 57,80 heeft betaald aan De Goudse.

2.9.

Bij antwoordakte heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] erkend dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van december 2016 tot en met april 2018 de premie heeft betaald en dat een bedrag van € 491,30 verrekend moet worden.

2.10.

Nu, zoals al eerder overwogen, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor de helft draagplichtig was, dient zij (17 maanden x € 57,80 / 2 =) € 491,30 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen. De rechtbank zal haar hiertoe veroordelen.

2.11.

De rechtbank zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordelen verificatoire bescheiden aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te doen toekomen op het moment van uitkering van deze polis aan hem. Het is de rechtbank niet voldoende duidelijk wat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in nr. 16 antwoordakte bedoelt met “… en de Goudse dient verzocht te worden de helft van de waarde na verrekening van de betaalde premie aan de betrokken partijen over te maken …”, zodat daaraan wordt voorbij gegaan.

De pensioenreserveringen bij Getronics met polisnummer [polisnummer 2] en bij Centraal Beheer Achmea met polisnummer [polisnummer 3]

2.12.

Bij vonnis van 10 juni 2020 (rov. 4.35.) heeft de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de gelegenheid gesteld – kort gezegd – nadere informatie en stukken over pensioenreserveringen (kapitaalverzekeringen) bij Getronics en Centraal Beheer Achmea in het geding te brengen.

2.13.

Bij akte heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] – kort gezegd – aangevoerd dat hij van mening is dat er dient te worden verevend volgens de toepasselijke Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVS) en dat hij bereid is hieraan mee te werken. Hij persisteert bij hetgeen hij al eerder ten aanzien van de opgebouwde pensioenen heeft aangevoerd. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is er geen sprake van kapitaalverzekeringen. Hij heeft gedurende twee dienstverbanden pensioen opgebouwd, te weten bij Getronics (voorheen Geveke) en bij Simac. Alle door hem opgebouwde pensioenen zijn opgenomen in het overzicht verkregen via www.mijnpensioenoverzicht.nl (productie 2 conclusie van antwoord in conventie). Hieruit blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] pensioen heeft opgebouwd bij Centraal Beheer en bij de Stichting Pensioenfonds KPN. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is na het beëindigen van zijn dienstverband bij Simac als zelfstandige gaan werken. Als zodanig heeft hij geen pensioen of andere oudedagsvoorziening (lijfrente, kapitaalverzekering) opgebouwd.

Gedurende zijn dienstverband bij Getronics startte zijn pensioenopbouw bij Amev (polisnummer [polisnummer 4] , productie 20). Dit polisnummer is later gewijzigd in [polisnummer 2] en weer later in [polisnummer 5] . Dit laatste polisnummer correspondeert volgens hem met het nummer dat is vermeld op de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als productie 2 (conclusie van antwoord in reconventie) overgelegde productie. Onderaan dat overzicht staat “De pensioenaanspraken zijn verzekerd bij AMEV Levensverzekering N.V.”, waaruit volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] blijkt dat het geen kapitaalverzekering is, maar een pensioenregeling. De pensioenopbouw bij AMEV is wegens het beëindigen van het dienstverband van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geëindigd (productie 21) en is inmiddels overgenomen door Pensioenfonds KPN (productie 22).

Gedurende zijn dienstverband bij Simac bouwde [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] pensioen op bij Centraal Beheer (polisnummer [polisnummer 3] , productie 23). Dit nummer is ook vermeld op het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als productie 1 bij conclusie van antwoord in reconventie overgelegde document. Dit is geen kapitaalverzekering, maar een pensioenpolis. Met ingang van 1 januari 2007 is er een nieuwe pensioenovereenkomst gesloten tussen Simac en Centraal Beheer (productie 25), waardoor er een extra storting in zijn pensioenverzekering heeft plaatsgevonden. Voor het overige is echter niets gewijzigd, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .

2.14.

Bij antwoordakte heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] – kort gezegd – aangevoerd dat er een (AMEV) pensioenverzekering met nummer 7297 E6601021 bestaat, waarvan het op 1 juli 2028 uit te keren verzekerd bedrag blijkens een brief van 8 april 1998 (achter productie 21) bedraagt hfl 29.709,22 (zijnde € 13.481,46 en niet zoals [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] omrekende € 13.188,66). Volgens de brief betreft dit een spaarkapitaal dat dient te worden aangewend voor pensioen en is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de verzekerde. Er lijkt geen enkel verband te zijn tussen deze AMEV-verzekering en de pensioenverzekering via de Stichting Voorzieningenfonds Getronics (SVG) met kenmerk [polisnummer 6] , die is voortgezet in een KPN pensioen (productie 22) en ten behoeve waarvan een bedrag van € 8.820,48 is overgedragen. In het UPO (Uniform Pensioenoverzicht) is wel pensioenverzekering met nummer [polisnummer 6] (KPN) opgenomen, maar niet een pensioenverzekering met nummer [polisnummer 4] . Er is nog steeds niet aangetoond dat deze verzekeringen een en dezelfde zijn. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen stukken ingebracht waaruit blijkt dat verzekering [polisnummer 4] is voortgezet als verzekering [polisnummer 6] . [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dan ook dat het dezelfde pensioenverzekering is. De waarde van verzekering [polisnummer 4] moet worden verdeeld in die zin dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze voortzet en dat hij als verrekening de helft van de waarde van deze verzekering per datum feitelijke verdeling aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te betalen.

Wat betreft Centraal Beheer Achmea heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het volgende aangevoerd. Uit niets blijkt dat de pensioenverzekering bij Centraal Beheer Achmea met kenmerk [polisnummer 3] is voortgezet als een pensioenverzekering met het kenmerk [polisnummer 7] , zoals op het UPO (productie 12 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) staat. In de periode vanaf 1990 zijn dikwijls pensioenaanvullingen in eigen beheer bij een verzekeraar afgesloten, die niet op het UPO staan en waar de werkgever het werkgeverspensioen heeft ondergebracht (dat wel op het UPO staat). Deze verzekeringen in eigen beheer kunnen niet worden verevend en moeten worden verdeeld en verrekend. De waarde van de pensioenverzekering met kenmerk [polisnummer 3] moet door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden voortgezet en per datum feitelijke verdeling bij helfte worden verdeeld. Blijkens productie 23 was de waarde per 1 januari 2014 € 47.713,69 en blijkens productie 6 was de waarde (“het pensioenkapitaal”) per 26 oktober 2017 € 55.268,61.

2.15.

De rechtbank stelt vast dat uit de overgelegde documenten (in het bijzonder het UPO, producties 12 en 13 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , en een uitdraai van www.mijnpensioenoverzicht.nl, productie 2 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) genoegzaam blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gedurende zijn twee dienstverbanden bij twee pensioenuitvoerders pensioen heeft opgebouwd, te weten bij:

1. Centraal Beheer met herkenningsnummer [polisnummer 7]

2. Stichting Pensioenfonds KPN met pensioennummer [polisnummer 6] .

Deze pensioenen dienen in overeenstemming met de Wet Verevening pensioenrechten bij scheiding (WVS) te worden verdeeld en verevend. In beginsel zorgt de pensioenuitvoerder ervoor dat hij het ouderdomspensioen na pensioendatum aan partijen uitbetaalt als partijen de pensioenuitvoerder binnen twee jaar na echtscheiding informeert. Wellicht is het mogelijk dat een pensioenuitvoerder ook bij melding na twee jaar wil meewerken aan de verevening, maar de pensioenuitvoerder is hiertoe niet verplicht. Als dit niet binnen die twee jaar gebeurt, moeten partijen in beginsel de uitbetaling van het ouderdomspensioen na de pensioendatum zelf onderling regelen. De rechtbank zal bij dictum verstaan dat de WVS van toepassing is op deze beide pensioenen.

2.16.

De rechtbank volgt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in die zin dat uit de overgelegde documenten genoegzaam blijkt dat er naast de twee voornoemde pensioenen nog op een andere manier / in eigen beheer door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan pensioenopbouw is gedaan, te weten:

1. een pensioenbeleggingsverzekering bij Centraal Beheer Achmea met polisnummer [polisnummer 3] , dat op 26 oktober 2017 een pensioenkapitaal van € 55.268,61 had (producties 1 en 6 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ),

2. een pensioenspaarsaldo bij Fortis Pension Fund Services met registratienummer [polisnummer 8] (verzekerd bij AMEV Levensverzekering N.V.), dat op 1 januari 2005 een pensioenspaarsaldo van € 5.733,38 had (productie 2 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ).

2.17.

Uit de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde documenten (productie 20-22) is, anders dan hij heeft aangevoerd, niet af te leiden dat de oorspronkelijke AMEV polis met nummer [polisnummer 4] andere polisnummers heeft gekregen, te weten [polisnummer 4] wordt [polisnummer 2] wordt [polisnummer 5] , dat volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] blote stelling hetzelfde is als het Fortis Pension Fund Services met nummer [polisnummer 8] (productie 2 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ), die op haar beurt weer is ondergebracht bij AMEV Levensverzekeringen, die vervolgens zou zijn overgedragen aan KPN met polisnummer [polisnummer 6] . De rechtbank ziet geen verband tussen de oorspronkelijke Amev-polis met nummer [polisnummer 4] en de KPN polis met nummer [polisnummer 6] . In zoverre faalt het betoog van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Er dient dan ook van te worden uitgegaan dat er een AMEV-polis met nummer ( [polisnummer 2] ) [polisnummer 5] (dan wel Fortis Pension Fund Service belegd bij AMEV Levensverzekeringen N.V. met nummer [polisnummer 8] ) is afgesloten door dan wel namens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gedurende het huwelijk van partijen als pensioenvoorziening. Het saldo van deze polis dient bij uitkering aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tussen partijen bij helfte te worden verdeeld, aldus dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de helft aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te voldoen. De rechtbank zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hiertoe veroordelen onder bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsdan verificatoire bescheiden over de uitkering aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] doet toekomen.

2.18.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft erkend dat hij via zijn werkgever Simac destijds pensioen opbouwde bij Centraal Beheer met polisnummer [polisnummer 3] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft echter niet gereageerd op de stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat deze pensioenpolis een andere pensioenpolis/verzekering is dan de pensioenpolis/verzekering van Centraal Beheer met herkenningsnummer [polisnummer 7] zoals vermeld is op het UPO. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het twee verschillende pensioenpolissen/verzekeringen betreft. De rechtbank zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordelen de helft van het door hem bij uitkering te ontvangen saldo aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen onder bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsdan verificatoire bescheiden over die uitkering aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] doet toekomen.

Reaal

2.19.

Bij akte uitlaten heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangevoerd zich niet te kunnen verenigen met het oordeel van de rechtbank zoals gegeven in rov. 4.38. van het vonnis van 10 juni 2020. Hij heeft aangevoerd wél bankafschriften te hebben overgelegd (productie 5, thans nogmaals als productie 19 overgelegd) en hoewel die 36 pagina’s omvatten, staan er volgens hem nu ook weer niet zoveel mutaties op vermeld. Hij volhardt dat hij zowel de premie voor zichzelf als die voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betaald, die zij nu aan hem dient terug te betalen (17 premiebetalingen x € 33,44 = € 568,48).

2.20.

In hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] thans naar voren brengt, ziet de rechtbank geen aanleiding haar oordeel zoals al gegeven in het vonnis van 10 juni 2020 onder rov. 4.38. te heroverwegen, nu het een herhaling van zijn eerdere standpunt betreft.

Proceskosten

2.21.

Nu partijen ex-echtelieden zijn, ziet de rechtbank aanleiding om de kosten van de procedure tussen hen te compenseren in die zin dat iedere partij haar eigen kosten dient te dragen.

3 De beslissing

De rechtbank

in conventie en in reconventie

3.1.

wijst de saldi van de bankrekeningen eindigend op [rekeningnummer 2] (€ 4,86), [rekeningnummer 3] (€ 148,00) en [rekeningnummer 4] (€ 201,09) toe aan degene die de betreffende bankrekening onder zich heeft, onder veroordeling de helft van dat saldo aan de ander te betalen,

3.2.

verstaat dat partijen ieder voor de helft draagplichtig zijn voor de lening van

€ 300,00 van de zoon aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,

3.3.

deelt toe aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een fiets Sparta tegen een waarde van € 200,00, onder veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om hiervan de helft (zijnde € 100,00) aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen,

3.4.

deelt toe aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de activa van de eenmanszaak zoals vermeld in de jaarrekening 2016 (waaronder een scooter Vespa en het saldo op een bankrekening eindigend op [rekeningnummer 1] ) tegen een waarde van € 13.530,00, onder bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de passiva, die op de voornoemde datum € 4.032,00 bedragen, voor zijn rekening dient te nemen en veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om wegens overbedeling € 4.749,00 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen,

3.5.

veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wegens overbedeling ter zake de Toyota Corola Verso € 700,00 te betalen,

3.6.

veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen € 1.030,74 ter zake de Dela-polis,

3.7.

veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen € 491,30 ter zake de Goudse levensverzekering met polisnummer [polisnummer 1] ,

3.8.

bepaalt dat partijen ieder de helft toekomt van de waarde van de Goudse levensverzekering met polisnummer [polisnummer 1] op de datum van daadwerkelijke uitbetaling en veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om alsdan de helft van het saldo aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen, onder bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsdan verificatoire bescheiden over de uitkering aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] doet toekomen,

3.9.

verstaat dat de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is op de pensioenpolis bij Centraal Beheer met herkenningsnummer [polisnummer 7] en op de pensioenpolis bij De Stichting Pensioenfonds KPN met herkenningsnummer [polisnummer 6] ,

3.10.

bepaalt dat het saldo van de AMEV-polis met nummer ( [polisnummer 2] ) [polisnummer 5] (dan wel

de Fortis Pension Fund Service belegd bij AMEV Levensverzekeringen N.V. met nummer [polisnummer 8] ) bij uitkering aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tussen partijen bij helfte dient te worden verdeeld en veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsdan de helft van het saldo aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen, onder bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsdan verificatoire bescheiden over de uitkering aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] doet toekomen,

3.11.

bepaalt dat het saldo van de Centraal Beheer polis met polisnummer [polisnummer 3] bij uitkering aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tussen partijen bij helfte dient te worden verdeeld en veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsdan de helft van het saldo aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen, onder bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsdan verificatoire bescheiden over die uitkering aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] doet toekomen,

3.12.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

3.13.

compenseert de kosten van deze procedure aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt,

3.14.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2020.1