Home

Rechtbank Limburg, 24-11-2014, ECLI:NL:RBLIM:2014:10079, 03/700573-13

Rechtbank Limburg, 24-11-2014, ECLI:NL:RBLIM:2014:10079, 03/700573-13

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
24 november 2014
Datum publicatie
25 november 2014
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2014:10079
Formele relaties
Zaaknummer
03/700573-13

Inhoudsindicatie

Verdachte heeft iemand geprobeerd te doden. Ontslag van alle rechtsvervolging wegens psychische overmacht. Verdachte is niet ontoerekeningsvatbaar.

Uitspraak

Zittingsplaats Maastricht

Strafrecht

Parketnummer: 03/700573-13

Datum uitspraak: 24 november 2014

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken

in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

wonend te [woonplaats 1] aan de [adres 1],

Raadsman is mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Maastricht.

1 Het onderzoek van de zaak

Op 28 februari 2014 heeft de rechtbank de onderhavige zaak behandeld tijdens een openbare terechtzitting. Bij tussenvonnis van 14 maart 2014 heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting heropend en de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting bepaald op een nader te bepalen datum en tijdstip. Het onderzoek ter terechtzitting heeft vervolgens plaatsgevonden op 10 november 2014.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 28 februari 2014 en 10 november 2014. De rechtbank heeft op zowel op 28 februari 2014 als op 10 november 2014 gehoord de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.

2 De tenlastelegging

De verdachte staat terecht ter zake de verdenking dat:

hij op of omstreeks 22 september 2013 in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet voornoemde [slachtoffer] toen aldaar, meermalen, althans eenmaal (telkens) met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in diens rug, in elk geval in diens (boven)lichaam heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat

voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:

hij, verdachte, op of omstreeks 22 september 2013 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde [slachtoffer] toen aldaar, meermalen, althans eenmaal (telkens) met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in diens rug, in elk geval in diens lichaam heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:

hij, verdachte, op of omstreeks 22 september 2013 te Geleen, in de gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), toen aldaar, opzettelijk meermalen, althans eenmaal (telkens) met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in diens rug, in elk geval in diens lichaam heeft gestoken en/of gesneden, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.

3. De beoordeling van het bewijs1

3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. Volgens de officier van justitie heeft verdachte het slachtoffer [slachtoffer] meermalen met een mes in de rug gestoken, hetgeen getuigt van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. Hij baseert zijn standpunt op de aangifte van [slachtoffer], het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1], de ter terechtzitting afgespeelde camerabeelden van de schermutseling die zich op 22 september 2013 heeft voorgedaan bij restaurant [naam restaurant] en de in het dossier gevoegde medische verklaring betreffende [slachtoffer].

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat hij zich met betrekking tot de bewezenverklaring zal refereren aan het oordeel van de rechtbank.

3.3

Het oordeel van de rechtbank Op 22 september 2013 was verdachte samen met [naam 1], [naam 2] en [naam 3] aanwezig in het Grieks restaurant “[naam restaurant]” te Geleen.2

Ook de heer [slachtoffer] was, samen met zijn echtgenote, hun twee minderjarige kinderen en een aantal vrienden in dit restaurant aanwezig. [slachtoffer] heeft verklaard dat hij [naam 1] herkende als zijnde de dader van de diefstal van zijn auto. Hij is daarop naar [naam 1] toegelopen die met zijn vrienden aan een tafel zat. Nadat hij [naam 1] naar zijn naam had gevraagd, zei hij tegen [naam 1] dat hij mee naar buiten moest komen. [naam 1] stond op en liep met [slachtoffer] mee, waarbij [slachtoffer] voor [naam 1] uit het restaurant uitliep.

In het halletje van het restaurant voelde [slachtoffer] plotseling een duw in zijn rug. [slachtoffer] draaide zich daarna om en raakte in gevecht met [naam 1]. Er werd over en weer geslagen.

Volgens de verklaring van [slachtoffer] lag [naam 1] op enig moment op de grond en waren zij inmiddels op het terras van het restaurant terechtgekomen. De vriendin van [naam 1] ([naam 3]) was toen al toegesneld om beide partijen uit elkaar te halen.3 [slachtoffer] zag dat toen hij op enig moment opkeek. Hij zag toen [naam 3] in het halletje staan. Uit schrik heeft hij haar een klap met de vlakke hand gegeven.4 [slachtoffer] heeft verder verklaard dat hij op de achtergrond een lange jongen zag staan; dit was de jongen die bij [naam 1] aan tafel had gezeten. [slachtoffer] zag dat deze jongen zijn rechterhand omhooghield, waarmee hij een steakmes met scherpe punt en gekarteld lemmet van het restaurant vasthield. Toen voelde [slachtoffer] dat zijn rug nat werd. Hij realiseerde zich dat de jongen hem had gestoken. Hij heeft met zijn hand aan zijn rug gevoeld, keek daarna naar zijn hand en zag dat er bloed aan zat. [slachtoffer] heeft verder verklaard dat hij driemaal is gestoken, want er zaten drie gaten in zijn T-shirt en drie wonden in zijn rug. Hij is meteen naar zijn auto gerend om naar het ziekenhuis te rijden. Hij voelde zich wegzakken en dacht dat hij doodging.

Na onderzoek is gebleken dat [slachtoffer] éénmaal in de linker long is geraakt. Deze long zat vol bloed, dat er in het ziekenhuis is uitgehaald. Op 23 september 2013 zat er nog een drain in zijn long; uiteindelijk heeft hij 2,5 liter bloed verloren.5

In de geneeskundige verklaring betreffende het letsel van [slachtoffer] is vermeld dat hij een steekwond van ongeveer één centimeter links naast de wervelkolom in de borstkas had, waardoor ruim 1,5 liter bloed in de linker borstholte was gelopen, waarvoor een drainage is ingebracht. [slachtoffer] was in shock toen hij op de SEH kwam. De geschatte duur van de genezing bedraagt enkele weken.6

Naar aanleiding van het verzoek van de politie Limburg Zuid naar aanvullende gegevens betreffende het letsel van [slachtoffer] heeft forensisch geneeskundige F.J.A. Poettgens de internist-intensivist J.C. van Westreenen om aanvullende informatie verzocht. Deze heeft in antwoord op de vragen van Poettgens vermeld dat aan de rugzijde van [slachtoffer] een steekwond was ter hoogte van de achtste borstwervel aan de linkerzijde. Iets daarboven bevond zich een kleiner wondje ter hoogte van de zevende borstwervel aan de linkerzijde en er was een kraswond aan de linkerzijde van de nek. De steekwonden in de rug bevonden zich enkele centimeters van de wervelkolom.

Het interne letsel betrof een hematothorax links zonder pneumothorax. Dit betekent dat er een bloedophoping in de linker borstkasholte was zonder dat er sprake was van een klaplong.7

[naam 3] heeft verklaard dat zij iemand hoorde schreeuwen in het halletje van het restaurant, vlak nadat [naam 1] met een man de tafel in het restaurant had verlaten, waaraan zij met verdachte en zijn vriendin zaten te eten. Zij is naar het halletje gerend en zag dat [naam 1] half gebogen stond met zijn T-shirt over zijn hoofd. Zij wilde hem wegtrekken met één hand en met de andere hand de man wegduwen. Toen voelde zij dat de man haar sloeg. Zij had een warm en suizend oor van die klap.8

Van de vechtpartij zijn camerabeelden opgenomen. Ter terechtzitting heeft de rechtbank kennisgenomen van de relevante beelden. De rechtbank heeft waargenomen dat [slachtoffer] bij het tafeltje komt staan waaraan verdachte en zijn vrienden zitten, dat [naam 1] opstaat, dat beiden weglopen en dat even later de aanwezigen in het restaurant opkijken, omdat zij kennelijk iets horen. [naam 3], verdachte en zijn vriendin springen daarna op en lopen naar het halletje. Op de camerabeelden is niet te zien wat er in het halletje gebeurt. Vervolgens loopt een aantal personen vanuit het halletje van restaurant “[naam restaurant]” naar buiten en is te zien dat verdachte enkele stekende bewegingen maakt in de richting van de rug van het slachtoffer. Direct hierna is te zien dat het slachtoffer aan zijn rug voelt. De gebeurtenissen volgen elkaar zeer snel op.9

De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zag dat een onbekende man [naam 3] sloeg. Hij kreeg toen beelden van vroeger, van mishandelingen gepleegd door zijn vader en later door zijn stiefvader jegens zijn moeder, voor ogen, waarna het leek alsof hij werd “bestuurd”. Zijn volgende handelingen leken buiten hem om te gaan en hij heeft de man tweemaal gestoken met het mes, dat hij tijdens het eten in zijn hand had en dat hij niet op de tafel in het restaurant had achtergelaten alvorens naar het halletje te lopen waar kennelijk wat gebeurde. Hij had dit mes de hele tijd in zijn hand.10

Door [slachtoffer] met een mes in de rug te steken heeft verdachte gepoogd [slachtoffer] te doden. Door het steken in de rug, en in het bijzonder op de plaatsen waar verdachte dat heeft gedaan, heeft verdachte in ieder geval bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer] dodelijk getroffen zou worden. Door in de rug van iemand te steken kunnen immers makkelijk vitale delen van het lichaam, zoals de longen, worden geraakt. Dat is in dit geval ook gebeurd. Dat [slachtoffer] niet overleden is aan zijn verwonding is een gelukkige omstandigheid, maar die is niet aan verdachte te danken.

3.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

op 22 september 2013 in de gemeente Sittard-Geleen ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet voornoemde [slachtoffer] toen aldaar, meermalen, met een mes in diens rug heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is tenlastegelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie

4.1

De kwalificatie

Het bewezenverklaarde levert op het navolgende strafbare misdrijf:

poging tot doodslag.

4.2

De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar.

5 De strafbaarheid van verdachte

6 De benadeelde partij

7 De beslissing