Home

Rechtbank Limburg, 20-12-2013, ECLI:NL:RBLIM:2013:12698, C-03-184471 A

Rechtbank Limburg, 20-12-2013, ECLI:NL:RBLIM:2013:12698, C-03-184471 A

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
20 december 2013
Datum publicatie
13 februari 2014
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2013:12698
Zaaknummer
C-03-184471 A

Inhoudsindicatie

Ontbreken feitelijke grondslag. Procesrechtelijke beslissing. Het verzoek is afgewezen.

Uitspraak

beschikking

Zittingsplaats Maastricht

Datum uitspraak:

Zaaknummer / rekestnummer: C/03/184471/ HA RK 13-125

Beschikking van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingszaken

in de zaak van

mr. [verzoeker] (hierna: verzoeker),

indiener van een verzoek dat strekt tot wraking van

mr. [verweerder], kantonrechter in deze rechtbank (hierna: de rechter).

1 Het verloop van de procedure

Op 2 oktober 2013 is door verzoeker een verzoek tot wraking van de rechter ingediend.

De rechter heeft de wrakingskamer op 5 oktober 2013 bericht dat hij niet in de wraking berust. Hij heeft een schriftelijke reactie ingezonden, waarvan een afschrift aan verzoeker is gezonden. Tevens heeft hij de wrakingskamer bericht dat hij gehoord wenst te worden.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft in verband met verhinderdata van verzoeker plaatsgevonden op twee data: op 3 december is verzoeker gehoord en op 5 december 2013 is de rechter gehoord.

De uitspraak is bepaald op heden.

2 Standpunt van verzoeker

Verzoeker stelt als volgt. Verzoeker is op 2 oktober 2013 in het kantongerecht te Heerlen bij de rolzitting om in een zaak uitstel te vragen. Na het vragen van uitstel refereert verzoeker aan een andere zaak waarin hij als gemachtigde optreedt. Hij vraagt de rechter naar de stand van zaken omtrent zijn verzoek om uitstel in die andere zaak. De rechter, die aanvankelijk de zaak niet voor de geest had, deelt daarop zijn beslissing in die andere zaak mee. Voor verzoeker wordt duidelijk dat zijn verzoek tot hervatting van de comparitie is afgewezen, dat er geen nader uitstel is verleend en dat de zaak inmiddels voor vonnis staat. Verzoeker besluit daarop de rechter te wraken, welk verzoek hij ter plaatse doet en later op die dag onderbouwt in een faxbericht aan de griffie.

Verzoeker voert voorts aan dat hij, na een eerdere ervaring met de rechter in een procedure met een andere cliënt, een zogenaamd ‘trackrecord’ heeft bijgehouden. Op basis hiervan concludeert hij dat de rechter in zijn, verzoekers, zaken al snel wat anders of korter door de bocht beslist dan in zaken van andere partijen, dit steeds in het nadeel van verzoeker. Hoewel dit optreden tot nu toe binnen de marges is gebleven, is de rechter thans buiten de marges van het acceptabele getreden door ondanks de ziekte van verzoeker de comparitie door te laten gaan, vervolgens ter zitting een verjaringsverweer te activeren en daarna te beslissen de zaak op de stukken af te doen, daarbij miskennend dat verzoeker een verzoek om uitstel heeft gedaan.

3 Standpunt van de rechter

De rechter merkt op dat hij de onderhavige zaak heeft overgenomen van een kantonrechter die met pensioen is gegaan. De zaak is door hem opgepakt en is naar de rol gegaan voor akte na tussenvonnis. Naar aanleiding van de daarop volgende reacties heeft de rechter besloten tot een comparitie op 10 juli 2013. Een half uur voor de zitting heeft de rechter het bericht van de griffie gekregen dat eiser (hier: verzoeker) verhinderd was wegens ziekte.

Gedaagden waren toen reeds aanwezig en de rechter heeft besloten om hen binnen te vragen en in te lichten over de door hem voorgenomen stappen in de zaak. Mede gelet op de door gedaagden verschafte informatie heeft hij gekozen voor een schriftelijk vervolg van de procedure. De redenen daarvoor heeft hij uiteengezet ten overstaan van gedaagden en neergelegd in het proces verbaal. De zaak is verwezen naar de rol van 21 augustus 2013 voor een akte aan de zijde van eiser (hier: verzoeker). Deze diende op 20 augustus 2013 een verzoek tot wraking in, dat kort daarna wegens ontbreken van gronden niet ontvankelijk is verklaard.

Eiser (hier: verzoeker) heeft daarop opnieuw de kans gekregen om een akte te nemen voor de zitting van 25 september 2013, hetgeen hij heeft nagelaten. De rolrechter heeft op die dag van eiser (hier: verzoeker) het verzoek gekregen om de comparitie te heropenen, om dit verzoek althans voor te leggen aan de rechter.

Alles afwegend heeft de rechter besloten om de zaak naar de rol te verwijzen voor vonnis, hetgeen voor 2 oktober 2013 aan partijen is medegedeeld. Toen verzoeker op 2 oktober kennis nam van deze beslissing heeft hij besloten de rechter te wraken.

Het in het wrakingsverzoek gestelde in verband met het ‘track record’ wordt door de rechter gemotiveerd weersproken.

4 De beoordeling

5 De beslissing