Home

Rechtbank Leeuwarden, 05-11-2002, AF0375, 02/408 WW44

Rechtbank Leeuwarden, 05-11-2002, AF0375, 02/408 WW44

Gegevens

Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Datum uitspraak
5 november 2002
Datum publicatie
13 november 2002
ECLI
ECLI:NL:RBLEE:2002:AF0375
Zaaknummer
02/408 WW44

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht

Uitspraak ex artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht

Reg.nr.: 02/408 WW44

Inzake het geding tussen

C.V. Febo, gevestigd te Leeuwarden, eiseres,

gemachtigde: mr. R.C.M. Kamsma, advocaat te Leeuwarden,

en

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden, verweerder,

gemachtigde: F. Huitema, werkzaam bij de gemeente Leeuwarden.

Procesverloop

Bij brief van 5 maart 2002, verzonden op 8 maart 2002, heeft verweerder eiseres mededeling gedaan van een besluit op bezwaar met betrekking tot de toepassing van de Woningwet.

Tegen dit besluit is namens eiseres beroep ingesteld.

De zaak is -gevoegd met de zaak van eiseres met het registratienummer 02/151 HOREC- behandeld ter zitting van de rechtbank, enkelvoudige kamer, op 2 oktober 2002. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en door C. Faber. Verweerder is bij gemachtigde verschenen. E.R. Veltman (hierna: de vergunninghouder), die op de voet van art. 8:26 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan het geding deelneemt, is niet verschenen.

Motivering

De rechtbank heeft besloten om in de zaken 02/151 HOREC en 02/408 WW44 afzonderlijk uitspraak te doen.

Op 5 september 2001 heeft verweerder van de vergunninghouder een aanvraag bouwvergunning ontvangen met betrekking tot de plaatsing van een rolluik en trekloketten voor "Croissanterie Du Nord" aan de Doelesteeg 12 te Leeuwarden.

Bij brief van 8 oktober 2001 heeft de welstandscommissie "Hus en Hiem" verweerder meegedeeld dat het plan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Het rolluik levert door de bijna geheel dichte uitvoering in gesloten toestand een te afwerend beeld op. In open toestand springen de grof vormgegeven geleideconstructies in het oog, die bovendien qua aansluiting de zorgvuldige bestaande pui met natuurstenen borstweringen en neuten onvoldoende in stand laat. Voorts levert volgens Hus en Hiem de automatiek, geplaatst in het vlak van het rechter deel van de pui, slechts een zorgvuldig beeld op indien de aansluiting aan de bestaande pui zorgvuldig wordt vormgegeven; hiervan is geen sprake. Het naturel aluminium detoneert door de lichte kleur en de glans in het beeld van het pand en de omgeving. Hus en Hiem stelt verweerder voor de kritiek te ondervangen en verwacht voor de beoordeling van een gewijzigd, zorgvuldig vormgegeven voorstel een nieuwe aanvraag.

Op 20 november 2001 heeft verweerder de vergunninghouder de gevraagde bouwvergunning verleend. Het tegen dit besluit gerichte bezwaarschrift van eiseres is bij het bestreden besluit ongegrond verklaard.

In beroep is namens eiseres -onder meer en samengevat- aangevoerd dat het pand Oude Doelesteeg 12 in strijd met het herzieningsplan als horecagelegenheid wordt gebruikt, maar in beginsel wel onder het overgangsrecht valt. Omdat het pand Oude Doelesteeg 12 het zesde horecapand in de Doelesteeg is geworden, is er voor een horecabestemming op dit pand binnen het bestemmingsplan geen ruimte.

In dit geding moet de rechtbank beoordelen of verweerder bij het nemen van het bestreden besluit heeft gehandeld in strijd met enig wettelijk voorschrift, enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, dan wel met enig algemeen rechtsbeginsel. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

In art. 12 lid 1 van de Woningwet is (voor zover hier van belang) bepaald dat het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd mogen zijn met redelijke eisen van welstand. In art. 44 aanhef en onder d van de Woningwet is voorts bepaald dat de bouwvergunning alleen mag en moet worden geweigerd, indien het bouwwerk naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan artikel 12, eerste lid.

Volgens vaste jurisprudentie kan het college van burgemeester en wethouders niet de bevoegdheid worden ontzegd om af te wijken van een negatief welstandsadvies, maar in een dergelijk geval moet dan wel op deugdelijke wijze worden gemotiveerd waarom het tot een andersluidend oordeel is gekomen.

Verweerder is van oordeel dat hij in redelijkheid heeft kunnen afwijken van het negatieve welstandsoordeel, omdat er in de Oude Doelesteeg meerdere panden zijn met vergelijkbare rolluiken. Het rolluik, zoals aangebracht bij de Oude Doelesteeg 12, is volgens verweerder niet zodanig, dat het detoneert in het omgevingsbeeld. Tevens heeft onderhavig rolluik een opengewerkte strook en wijkt het in deze zin dus positief af. De rechtbank acht dit van het welstandsadvies afwijkende standpunt in zoverre voldoende gemotiveerd. Dat geldt evenwel niet voor het afwijken van het welstandsadvies voor zover het de trekloketten betreft. Verweerder heeft deze afwijking, ook ter zitting, namelijk in het geheel niet gemotiveerd.

Reeds om deze reden zal het beroep van eiseres gegrond worden verklaard. Het bestreden besluit zal wegens strijd met art. 7:12 lid 1 Awb worden vernietigd en verweerder zal een nieuw besluit op bezwaar moeten nemen met inachtneming van het in deze uitspraak overwogene.

Gelet op het vorenstaande en op het bepaalde in art. 8:74 Awb dient de gemeente Leeuwarden het door eiseres gestorte griffierecht ad € 218,= te vergoeden.

Op grond van art. 8:75 Awb veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten. Overeenkomstig het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht belopen de proceskosten van eiseres € 644,= (beroepschrift 1 punt, verschijnen ter zitting 1 punt, waarde per punt € 322,=, gewicht van de zaak: gemiddeld), terzake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank wijst de gemeente Leeuwarden aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- bepaalt dat de gemeente Leeuwarden het door eiseres betaalde griffierecht ad € 218,= aan haar terugbetaalt;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 644,=, aan eiseres te betalen door de gemeente Leeuwarden.

Aldus gegeven door mr. P.G. Wijtsma, rechter, en door hem in het openbaar uitgesproken op 5 november 2002, in tegenwoordigheid van mr. T. Hoekstra als griffier.

w.g. T. Hoekstra

w.g. P.G. Wijtsma

Tegen deze uitspraak staat voor partijen hoger beroep open. Gelijke bevoegdheid komt toe aan andere belanghebbenden, zulks behoudens het bepaalde in art. 6:13 juncto 6:24 Awb. Indien u daarvan gebruik wenst te maken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan:

de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019

2500 EA Den Haag

In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt.

Afschrift verzonden op: 5 november 2002