Home

Rechtbank Leeuwarden, 22-08-2001, AC3132, 45688/01-0279

Rechtbank Leeuwarden, 22-08-2001, AC3132, 45688/01-0279

Gegevens

Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Datum uitspraak
22 augustus 2001
Datum publicatie
27 augustus 2001
ECLI
ECLI:NL:RBLEE:2001:AC3132
Zaaknummer
45688/01-0279

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank Leeuwarden

Sector handelsrecht

Uitspraak: 22 augustus 2001

Zaak-/Rolnummer: 45688/01-0279

VONNIS IN VERSNELD REGIME

van de enkelvoudige handelskamer in de zaak van:

1. de besloten vennootschap

KLEINBROODBAKKERIJ SAARBERG B.V.,

2. de besloten vennootschap

BAKKERIJ SAARBERG LEEUWARDEN B.V.,

beide gevestigd te Leeuwarden,

eiseressen,

procureur: mr. P. Tuinman,

tegen

Gert Jan SAARBERG, h.o.d.n. De Echte Bakker Gert Jan Saarberg,

wonende te Leeuwarden,

gedaagde,

procureur: mr. G. Machiels.

PROCESGANG

De zaak is bij dagvaarding van 9 maart 2001 in het versneld regime aanhangig gemaakt. Partijen zijn verschenen. In de procedure zijn de volgende processtukken gewisseld:

- conclusie van eis, tevens akte houdende overlegging producties, van de zijde van eiseressen;

- conclusie van antwoord van de zijde van gedaagde.

Bij tussenvonnis van 30 mei 2001 is een comparitie van partijen bevolen. Deze heeft vervolgens plaatsgevonden op 10 juli 2001, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.

Ten slotte is door partijen vonnis gevraagd. De rechtbank wijst heden vonnis op basis van het griffiedossier, waarvan de inhoud als hier herhaald moet gelden.

RECHTSOVERWEGINGEN

De vordering

1.1. De vordering van eiseressen strekt er toe dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

- gedaagde het gebruik van de handelsnaam "De Echte Bakker Gert Jan Saarberg", alsmede van een handelsnaam, die een met het woord Saarberg overeenstemmende letterverbinding bevat, zal verbieden, op straffe van verbeurte van een aan eiseressen te verbeuren dwangsom van ( 5.000,00 per dag dat gedaagde in strijd met dit verbod handelt;

- gedaagde zal veroordelen om aan eiseressen te betalen een bedrag ter zake van schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;

- gedaagde zal veroordelen in de kosten van het geding.

1.2. Gedaagde heeft tegen de vordering verweer gevoerd en geconcludeerd eiseressen niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering, althans hen deze te ontzeggen, met veroordeling van eiseressen in de kosten van het geding.

De vaststaande feiten

Tussen partijen staat als gesteld en niet of onvoldoende betwist, alsmede op grond van de niet-betwiste inhoud van de overgelegde producties onder meer het volgende vast:

2.1. Eiseres sub 1 drijft sinds december 1990 haar onderneming aan de Kwartelstraat 36 te Leeuwarden. Sinds 1 januari 1993 is aldaar eveneens de onderneming van eiseres sub 2 gevestigd. De onderneming van eiseres sub 1 wordt gedreven onder de naam "Kleinbroodbakkerij Saarberg B.V.", die van eiseres sub 2 onder de naam "Bakkerij Saarberg Leeuwarden B.V.".

2.2. De handel van eiseressen is gericht op de zakelijke markt, zoals horeca en instellingen. De ondernemingen van eiseressen verkopen geen producten over de toonbank. Hun handel bestaat uit diepvriesbrood, belegde broodjes en klein brood (onbelegd), gesneden brood, koek en gebak, waarbij hun afzetgebied zich beperkt tot Leeuwarden en omgeving. De verhouding tussen diepvriesproducten en dagvers is ongeveer 2/3 - 1/3. De meerderheid van de dagverse broodjes blijft onbelegd.

2.3. Het kantoor van de ondernemingen van eiseressen bevindt zich in Leeuwarden aan de Kwartelstraat. Ook wordt op alle brieven e.d. Leeuwarden als afzender vermeld. In Garijp - waar de aandeelhoudster van eiseressen (Bakkerij Van der Zee B.V.) gevestigd is - vindt sinds korte tijd de productie plaats. Ook bevindt zich de diepvriesafdeling in Garijp. In Leeuwarden worden aan de Kwartelstraat belegde broodjes gemaakt, die bestemd zijn voor horeca en instellingen (zoals ziekenhuizen, kantines). Deze broodjes worden gebakken in Garijp en belegd in Leeuwarden. Het invriezen geschiedt elders, van waaruit de broodjes naar de plaats van bestemming worden vervoerd.

2.4. In of omstreeks de maand oktober 1999 heeft gedaagde de brood en banketbakkerij "Echte Bakker Patrick Harms" overgenomen. Na deze overname heeft gedaagde de handelsnaam van deze onderneming veranderd in "De Echte Bakker Gert Jan Saarberg". De onderneming is in dezelfde plaats en straat gevestigd als eiseressen, te weten de Kwartelstraat 2-4 te Leeuwarden.

2.5. De handel van gedaagde is met name gericht op de particuliere markt. Gedaagde verkoopt alleen dagvers en dus geen diepvriesproducten. Hij verkoopt producten in de winkel, maar ook aan horeca en kantines en dergelijke. Ongeveer 10% van de omzet van gedaagde bestaat uit leveranties aan horeca, kantines, uitvaartverenigingen en dergelijke. Heel af en toe (ongeveer 0,5% van de omzet) verkoopt gedaagde ook belegde broodjes aan de horeca.

Het geschil en de beoordeling daarvan

3. Eiseressen hebben aangevoerd dat gedaagde in strijd handelt met artikel 5 Handelsnaamwet, dan wel dat gedaagde onrechtmatig jegens eiseressen handelt. Daartoe hebben eiseressen het navolgende aangevoerd. De door gedaagde gevoerde handelsnaam wijkt in zo geringe mate af van die van eiseressen, dat dientengevolge bij het publiek gevaar voor verwarring te duchten is. Volgens eiseressen geldt dit des te meer omdat partijen in dezelfde branche werkzaam zijn en zij bovendien in dezelfde plaats en straat gevestigd zijn. Volgens eiseressen lijden zij schade in de vorm van inkomstenverlies. Bovendien boet de handelsnaam van eiseressen aan onderscheidend karakter in, waardoor er een vermindering van de goodwill optreedt.

4. Gedaagde heeft hiertegen aangevoerd dat er geen gevaar voor verwarring te duchten is bij het publiek. Zo is de visuele presentatie tussen de bedrijven heel anders, zoals het logo, kleurstelling en de omstandigheid dat gedaagde is aangesloten bij een franchise-organisatie, zodat hij de woorden "echte bakker" gebruikt.

Ook de auditieve presentatie is volgens gedaagde anders; het accent ligt bij "echte bakker" en niet bij "Saarberg".

De aard van de ondernemingen is eveneens verschillend, aldus gedaagde. Eiseressen richten zich hoofdzakelijk op de zakelijke markt, gedaagde hoofdzakelijk op de particuliere markt. Weliswaar is er een zekere overlapping, doch deze is volgens gedaagde te verwaarlozen. Bovendien blijkt volgens gedaagde uit een internetsite van eiseressen dat zij gaan verhuizen, dan wel verhuisd zijn naar Garijp.

5. Naar het oordeel van de rechtbank is verwarring tussen de beide bedrijven zeker te vrezen. Niet alleen bedienen zij zich van dezelfde naam (Saarberg) en zijn ze in dezelfde straat gevestigd, zij leggen zich beide op dezelfde productsoort toe (brood). Weliswaar legt gedaagde zich voornamelijk toe op dagvers brood, dat over de toonbank wordt verkocht, 10% van haar omzet realiseert zij echter door de verkoop aan grootgebruikers, die in hetzelfde gebied zijn gevestigd als de klanten van eiseressen. Bij dergelijke gebruikers is verwarring te duchten. Maar ook kunnen (potentiële) klanten van eiseressen de zaak van gedaagde aanzien als gelieerd aan eiseressen hetgeen verwarring in de hand werkt. Ook kan verwarring ontstaan bij toeleveranciers.

6. Aan dit alles doet niet af, dat eiseressen hun productie grotendeels hebben verplaatst naar een nieuwe locatie in Garijp; onbetwist hebben zij gesteld dat hun hoofdvestiging (met name het kantoor) aan de Kwartelstraat blijft. Bovendien blijven eiseressen werkzaam in hetzelfde gebied als gedaagde. Het argument van gedaagde, dat de handelsnamen zodanig van elkaar verschillen, dat geen verwarring is te duchten gaat evenmin op. Weliswaar is gedaagde blijkbaar lid van een soort franchise-keten "de echte bakker" en afficheert hij zich ook als zodanig, de naam Saarberg wordt door hem prominent gevoerd. De omstandigheid dat gedaagde zich daarbij ook bedient van het logo "de echte bakker" met een tekening van een bakkerfiguurtje en een oven, is niet zodanig dat daardoor het verwarringsgevaar wordt opgeheven. Overigens worden in het logo de woorden "echte bakker" klein vermeld en "Saarberg" groot.

7. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat gedaagde in strijd handelt met artikel 5 Handelsnaamwet. De vordering zal dan ook worden toegewezen, voor zover deze ertoe strekt dat het gedaagde zal worden verboden om gebruik te maken van een handelsnaam, waarin het woord "Saarberg" voorkomt, alsmede een handelsnaam, die een met het woord Saarberg overeenstemmende letterverbinding bevat. Aan gedaagde zal een redelijke termijn worden gegund om de nodige aanpassingen - zoals zijn gevel- en autobelettering - te (laten) verrichten.

8. De rechtbank zal een maximum aan de te verbeuren dwangsommen verbinden. Dit laat uiteraard onverlet, dat bij voortgaande overtreding van dit kort-geding-vonnis oplegging van hogere dwangsommen kan worden gevorderd, dan wel hernieuwde oplegging van dezelfde dwangsommen. Het bedrag van zowel de dwangsom als het maximum staat in een redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging.

9. Voorts hebben eiseressen schadevergoeding gevorderd, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. De rechtbank zal de vordering in zoverre afwijzen omdat eiseressen niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij op dit moment al schade hebben geleden door het gebruik van de handelsnaam "De Echte Bakker Gert Jan Saarberg" door gedaagde. Gedaagde is niet in rechtstreekse concurrentie getreden met eiseressen en bovendien is onvoldoende aannemelijk geworden dat gedaagde klanten van eiseressen heeft afgenomen.

10. Gedaagde zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.

BESLISSING

De rechtbank

1. verbiedt gedaagde om na 3 maanden na betekening van dit vonnis een handelsnaam te gebruiken, waarin het woord "Saarberg" voorkomt, alsmede een handelsnaam die een met het woord Saarberg overeenstemmende letterverbinding bevat;

2. bepaalt dat gedaagde een dwangsom verbeurt aan eiseressen van ( 100,00 per overtreding van het sub 1 genoemde verbod en per dag dat een overtreding voortduurt;

3. verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een voorlopig maximum van

ƒ 10.000,00;

4. veroordeelt gedaagde in de kosten van het geding, aan de zijde van eiseressen begroot op ( 458,85 aan verschotten en op ( 1.720,00 aan salaris procureur;

5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

6. wijst af het anders of meer gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. A.T. Vos en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 22 augustus 2001.