Home

Rechtbank Haarlem, 19-07-2006, AY4778, 15/035864-04

Rechtbank Haarlem, 19-07-2006, AY4778, 15/035864-04

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
19 juli 2006
Datum publicatie
20 juli 2006
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2006:AY4778
Zaaknummer
15/035864-04

Inhoudsindicatie

139a, 139e, zonder daartoe gerechtigd te zijn opnemen en verspreiden van beelden van webcam;

Verdachte heeft zonder daartoe gemachtigd te zijn, (naakt-) beelden opgenomen op zijn computer van een hem bekende vrouw. Het slachtoffer heeft verklaard geen besef te hebben gehad van het feit dat verdachte de beelden van een chatsessie tussen haar en een jongen had opgenomen en heeft daarvoor geen toestemming verleend. Vervolgens heeft verdachte deze beelden ter beschikking gesteld aan een ander. Ook hier heeft het slachtoffer geen toestemming voor verleend. Naar aanleiding van de handelingen van verdachte zijn de beelden verder verspreid en is het slachtoffer door een ander gechanteerd en gedwongen tot het zich ontkleden en plegen van ontuchtige handelen ten overstaan van haar webcam. De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maaden voorwaardelijk alsmede tot een werkstraf voor de duur van 200 uren.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

SECTOR STRAFRECHT

MEERVOUDIGE STRAFKAMER

Parketnummer: [nummer]

Uitspraakdatum: 19 juli 2006

Tegenspraak

VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 5 juli 2006 in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],

wonende te [adres]

1. Tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat

1.

hij op of omstreeks 28 december 2003 te Haarlem en/of te Almelo gegevens die in een woning aan de [adres], door middel van een geautomatiseerd werk, te weten een personal computer en/of een webcam, werden overgedragen, met een technisch hulpmiddel (te weten filmapparatuur en/of opnameapparatuur en/of computerapparatuur) opzettelijk zonder daartoe gerechtigd te zijn, heeft afgetapt of opgenomen;

2.

hij in of omstreeks de periode van 28 december 2003 tot en met 4 maart 2004 te Haarlem en/of te Almelo een voorwerp (te weten een cd, althans een gegevensdrager) waarop naar hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden, gegevens zijn vastgelegd die door wederrechtelijk afluisteren en/of aftappen en/of opnemen van een gesprek en/of telecommunicatie en/of andere gegevensoverdracht door een geautomatiseerd werk (te weten een personal computer en/of een webcam) zijn verkregen, opzettelijk ter beschikking heeft gesteld aan een ander.

Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

2. Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3. Bewijs

3.1. Bewijsoverwegingen

Ten aanzien van feit 1

De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting bepleit dat haar cliënt de film met naaktbeelden van het slachtoffer per ongeluk heeft opgenomen. Zij heeft aangevoerd dat haar cliënt op zijn eigen computer standaard een filmprogramma mee laat lopen om zijn handelingen vast te kunnen leggen teneinde deze later te kunnen controleren. De raadsvrouw stelt dat haar cliënt met toestemming en medewerking de besturing van de computer van het slachtoffer heeft overgenomen om haar webcam te installeren. Toen hij bezig was met de installatie van de webcam stond hij er geen moment bij stil dat zijn filmprogramma meeliep en dat alles werd opgenomen. Toen hij terugkwam bij zijn computer werd hij plotseling geconfronteerd met de live (naakt-)beelden van het slachtoffer. Concluderend stelt de raadsvrouw dat, nu het opnemen per ongeluk is geschiedt, het ten laste gelegde opzet niet kan worden bewezen, zodat vrijspraak moet volgen voor haar cliënt.

De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.

Het slachtoffer heeft verklaard dat zij in december 2003 een webcam van verdachte heeft gekregen. Toen het haar niet lukte om de webcam te installeren heeft verdachte haar geholpen door, onder meer, op afstand de besturing van haar computer over te nemen. Het slachtoffer had daartoe handmatig de beveiliging van haar computer uitgezet. Het slachtoffer verklaart voorts dat de webcam werkte nadat verdachte de besturing van de computer had overgenomen. Slachtoffer leerde in december 2003 via het MSN-en een jongen kennen waarmee zij vaker ging MSN-en met behulp van de webcam. Op 28 december 2003 hadden beiden weer MSN-contact waarbij beiden voor de webcam uit de kleren zijn gegaan. Voordat zij afscheid van elkaar hadden genomen meldde verdachte zich rond 05.00 uur via de MSN bij het slachtoffer en meldde dat hij alles had gezien. Hij trachtte de besturing van de computer over te nemen waarop slachtoffer de PC heeft uitgedrukt. Vervolgens stuurt verdachte haar een mailtje waarin hij haar uitscheldt voor hoer en dreigt met het sturen van een video en foto’s naar haar familie.

Verdachte bevestigt het slachtoffer te hebben geholpen bij het op afstand installeren van de door hem gegeven webcam. Verdachte had het slachtoffer handmatig de beveiliging van haar computer laten uitzetten en beschikte over de remotecontrol op afstand. Volgens verdachte heeft hij op enig moment de computer verlaten en het besturingsprogramma aan laten staan. Bij terugkomst zag verdachte dat het slachtoffer de webcam aanzette en aan het strippen was.

Verdachte verklaart daarbij wisselend over de reden van het verlaten van zijn plek en de duur van het verlaten van zijn plek. Aanvankelijk verklaart verdachte even te zijn weggelopen om iets te pakken en later te zijn teruggekomen. Later verklaart verdachte dat hij nadat hij de webcam had ingesteld even naar beneden moest en na meer dan een uur is teruggekomen. Omdat hij nog een aantal andere probleempjes voor het slachtoffer zou herstellen had hij het besturingsprogramma aangelaten. In het reclasseringsrapport van 26 september 2005 is opgenomen dat verdachte heeft verklaard dat hij, nadat de installatie klaar was, wegliep om te eten. Omdat hij nog een aantal dingen wilde afronden liet hij besturingsprogramma nog even aan.

Ter zitting heeft verdachte, in reactie op het voorgaande, verklaard dat hij zowel om te eten als om zijn neefje met zijn huiswerk te helpen is weggelopen van de computer. Hij is daarbij een aantal uren van de computer weggeweest. Ook verklaart verdachte ter zitting dat de webcam nog niet helemaal geïnstalleerd en ingesteld was.

De rechtbank is van oordeel dat nu sprake is van wisselende, innerlijk tegenstrijdige en mede gelet op het tijdstip van het MSN-en (midden in de nacht) deels ongeloofwaardige verklaringen van verdachte daaraan geen waarde kan worden gehecht. Het ligt niet voor de hand dat het slachtoffer, die hulp nodig had bij het installeren van de webcam, tijdens het installeren van de webcam actief is met de webcam en gelijk al contact heeft met een ander. Het verweer dat verdachte per ongeluk, in het kader van de hulp bij het installeren van de webcam, een opnameprogramma had meelopen kan dan ook niet slagen.

Bij het voorgaande weegt de rechtbank mee dat verdachte op 14 december 2004 verklaart dat de videofilm met naaktbeelden 60 minuten bedraagt nu zijn computer een beveiliging bevatte tegen overbelasting, waardoor maximaal één uur film kon worden opgenomen. Nu verdachte stelt dat het filmprogramma standaard meeliep, acht de rechtbank het zeer onwaarschijnlijk dat juist het uitwisselen van de naaktbeelden per ongeluk op film is opgenomen. Ook in dit licht kan het verweer van verdachte niet slagen.

Daarbij komt dat uit het dossier blijkt dat verdachte zich vóór de opnames door het slachtoffer, die hij als zijn vriendin beschouwde, genegeerd voelde, nu zij wel met andere jongens wilde chatten, maar niet met verdachte. Verdachte kwam hierachter door valse personages te creëren waarmee hij haar benaderde. Zij reageerde op deze personages, doch niet op berichten via het eigenlijke e-mail adres van verdachte. Ook verklaart verdachte het chatgedrag van het slachtoffer, die hij als zijn vriendin beschouwde en waarmee hij trouwplannen had, middels een speciaal venster op zijn computer in de gaten te hebben gehouden. Gelet op bovengenoemde feiten en omstandigheden – in onderlinge samenhang bezien- is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte opzettelijk de beelden heeft opgenomen.

Ten aanzien van feit 2

Verdachte heeft in het vooronderzoek en ter terechtzitting verklaard dat hij de beelden na verloop van tijd heeft vernietigd en dat hij niet degene is die voor verspreiding van de film dan wel foto’s van de film verantwoordelijk kan worden gehouden. Verdachte stelt dat het mogelijk is dat een ander zijn computer heeft gekraakt, nu hij zijn computer naar eigen zeggen niet had beschermd met een Firewall, zodat zijn computer wellicht openlijk toegankelijk is geweest.

De raadsvrouwe heeft bepleit dat ook degene waarmee het slachtoffer aan het chatten was, de opnamen kan hebben gemaakt (en verspreid). Daarnaast, zo stelt de raadsvrouw, is het mogelijk dat [betrokkene], een kennis van cliënt die veel verstand heeft van computers en die wist dat de beelden door haar cliënt waren opgenomen, heeft ingebroken of heeft laten inbreken in de computer van verdachte of van het slachtoffer. Concluderend stelt de raadsvrouwe dat niet bewezen kan worden dat haar cliënt de beelden heeft verspreid, zodat haar cliënt ook voor het tweede feit dient te worden vrijgesproken.

De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.

Voor de rechtbank staat vast dat verdachte opzettelijk de beelden van het slachtoffer heeft opgenomen.

Zij acht de stelling van de verdediging, dat een ander zou hebben ingebroken op de computer van verdachte, waardoor de beelden zouden zijn verspreid, ongeloofwaardig en overigens niet onderbouwd. Verdachte heeft een beroepsopleiding voor informatica afgerond, heeft sinds 2003 een eigen computerbedrijf, beschikt derhalve over veel computerkennis en houdt zich bezig met het repareren en installeren van computers.

Reeds op grond van die gegevens acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat zijn computer niet goed beveiligd zou zijn en dat de film uit zijn computer zou kunnen zijn gehaald, ongeloofwaardig.

Eveneens bevinden zich geen aanknopingspunten in het dossier, waaruit zou moeten blijken dat degene waarmee het slachtoffer op het moment van de opnames aan het chatten was, te weten [betrokkene], de beelden zou hebben opgenomen dan wel dat zou zijn ingebroken in de computer van het slachtoffer door [betrokkene]

De rechtbank laat zich leiden door de verklaringen van [betrokkene] en [betrokkene], zijnde vrienden van verdachte, die beiden hebben verklaard de naaktfoto’s van het slachtoffer van verdachte te hebben ontvangen.

De rechtbank acht, gelet op voorgaande feiten en omstandigheden - in onderlinge samenhang bezien - bewezen dat verdachte de beelden opzettelijk ter beschikking heeft gesteld aan een ander.

3.2 Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan in dier voege dat

1.

hij op 28 december 2003 te Haarlem en te Almelo gegevens die in een woning aan de [adres], door middel van een geautomatiseerd werk, te weten een personal computer en een webcam, werden overgedragen, met een technisch hulpmiddel (te weten opnameapparatuur) opzettelijk zonder daartoe gerechtigd te zijn, heeft opgenomen;

2.

hij in de periode van 28 december 2003 tot en met 4 maart 2004 te Haarlem en te Almelo een voorwerp (te weten een cd) waarop naar hij wist, gegevens zijn vastgelegd die door wederrechtelijk opnemen van gegevensoverdracht door een geautomatiseerd werk (te weten een personal computer en een webcam) zijn verkregen, opzettelijk ter beschikking heeft gesteld aan een ander.

Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4. Strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:

Ten aanzien van feit 1: het met een technisch hulpmiddel opzettelijk, zonder daartoe gerechtigd te zijn, opnemen van gegevens die in een woning, door middel van een geautomatiseerd werk worden overgedragen.

Ten aanzien van feit 2: het opzettelijk ter beschikking stellen aan een ander van een voorwerp, waaraan naar hij wist gegevens konden worden verleend die door wederrechtelijk opnemen van gegevensoverdracht waren verkregen.

5. Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.

6. De vordering van de officier van justitie en motivering van de sanctie

6.1 De vordering van de officier van justitie

- Bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten.

- Ten aanzien van beide feiten: oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden in voorwaardelijke vorm met een proeftijd van twee jaren.

- Volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel;

- Verbeurdverklaring van de computer vermeld op de beslaglijst onder nummer 21 en teruggave aan verdachte van de overige twee computers.

6.2 Hoofdstraf

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het vanwege de Reclassering Nederland, Regio Midden- en Oost Nederland, Unit Almelo uitgebrachte rapport van 26 september 2005, is gebleken.

In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft zonder daartoe gemachtigd te zijn, (naakt-) beelden opgenomen op zijn computer van een hem bekende vrouw. Het slachtoffer heeft verklaard geen besef te hebben gehad van het feit dat verdachte de beelden van een chatsessie tussen haar en een jongen had opgenomen en heeft daarvoor geen toestemming verleend. Vervolgens heeft verdachte deze beelden ter beschikking gesteld aan een ander. Ook hier heeft het slachtoffer geen toestemming voor verleend. Naar aanleiding van de handelingen van verdachte zijn de beelden verder verspreid en is het slachtoffer door een ander gechanteerd en gedwongen tot het zich ontkleden en plegen van ontuchtige handelen ten overstaan van haar webcam.

Verdachte heeft met zijn gedragingen het vertrouwen dat deze bekende in hem meende te kunnen stellen en pleegde te stellen ernstig geschaad. Het opnemen en openbaar maken van privé beelden zonder toestemming en/of medeweten van de ander, vormt een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, zoals die krachtens art. 8 EVRM, art. 17 IVBP en art. 10 van de Grondwet bescherming verdient. Hier is dus niet slechts sprake van een schending van vertrouwen maar ook van een inbreuk op de privé-sfeer. Dat verdachte mogelijkerwijs tot zijn handelen is gekomen omdat hij zich bedrogen heeft gevoeld door het slachtoffer doet aan het kwalijke karakter van zijn handelen niet af. Gedragingen als geschied, vormen een ernstige aantasting van de lichamelijke en geestelijke integriteit van slachtoffers en kunnen, naar de ervaring leert, voor hen ernstige psychische gevolgen hebben. Het slachtoffer is zeer aangedaan door hetgeen is voorgevallen.

Dit alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd, zij het in voorwaardelijke vorm. Hiermee wordt de ernst van het feit benadrukt en wordt verdachte er hopelijk van weerhouden in de toekomst strafbare feiten te plegen.

Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.

6.3 Vordering benadeelde partij

De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 5.193,44 ingediend tegen verdachte wegens immateriële en materiële schade die zij als gevolg van het tenlastegelegde feit zou hebben geleden.

De rechtbank is van oordeel dat de hoogte van de immateriële schade onvoldoende is onderbouwd met medische informatie.

Niet eenvoudig is vast te stellen in welke mate de door verdachte gepleegde strafbare handelingen de psychische en materiele schade hebben veroorzaakt. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Nadat de beelden door aan verdachte ten laste gelegde handelingen hebben plaatsgevonden, heeft verdachte [betrokkene] het slachtoffer gedwongen seksuele handelingen te verrichten voor haar webcam, hetgeen voor het slachtoffer eveneens zeer ingrijpend en schaamtevol is geweest. Dit wordt verdachte niet ten laste gelegd.

Concluderend stelt de rechtbank dat de vordering zich niet leent voor behandeling in dit strafgeding. De benadeelde partij zal dan ook niet in de vordering kunnen worden ontvangen.

6.4 Verbeurdverklaring

De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven computer (merk ATHLON 12453), dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het bewezenverklaarde feit met behulp van die computer, die aan verdachte toebehoort, is begaan of voorbereid.

7. Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:

Wetboek van strafrecht: 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57, 139a, 139e.

8. Beslissing

De rechtbank:

Verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.

Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van ZES (6) MAANDEN met bevel dat deze straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Veroordeelt verdachte tot het verrichten van TWEEHONDERD (200) uren taakstraf in de vorm van een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet naar behoren verrichten waarvan te vervangen door honderd (100) dagen hechtenis.

Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat zes uren taakstraf in mindering worden gebracht.

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering.

Verklaart verbeurd:

– 1 computer, kleur beige, ATHLON 12453 05113200135A0005.

Gelast de teruggave aan verdachte van:

– 1 computer, kleur zwart, 6051MN black T, systeemkast black transparent;

– 1 computer, kleur beige, ATHLON 05113200140A0002, systeemkast met groen

9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door

mr. Scholte, voorzitter,

mrs. M.M.A. van den Boogaard en Jansen, rechters,

in tegenwoordigheid van de griffier mr. Leyten,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 juli 2006.