Home

Rechtbank Gelderland, 23-12-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:7094, AWB - 21 _ 3533

Rechtbank Gelderland, 23-12-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:7094, AWB - 21 _ 3533

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
23 december 2021
Datum publicatie
17 april 2025
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:7094
Zaaknummer
AWB - 21 _ 3533
Relevante informatie
Art. 22 Wet WOZ, Art. 8:24 Awb

Inhoudsindicatie

WOZ. Bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken machtiging.

Uitspraak

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummer: AWB 21/3533

in de zaak tussen

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels),

en

Procesverloop

Bij uitspraak op bezwaar van 9 juli 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de WOZ-waarde van [adres] (het hotel) van € 3.466.000 voor het belastingjaar 2021 en de aanslag onroerendezaakbelasting niet-ontvankelijk verklaard.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 12 juli 2021, ontvangen door de rechtbank op 19 juli 2021, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 november 2021. Op deze zitting zijn de beroepen van eiseres met nummers AWB 21/3529, 21/3534, 21/3536, 21/3544 en 21/3545) en het beroep van [naam 1] (nummer AWB 21/3527) gelijktijdig behandeld. Namens eiseres is de gemachtigde verschenen. Namens verweerder is verschenen [naam 2] .

Overwegingen

1. Eiseres heeft tegen de hiervoor genoemde WOZ-beschikking en aanslag tijdig bezwaar gemaakt. Verweerder heeft bij brief van 9 maart 2021 eiseres gevraagd om een (recente) machtiging aan te leveren. Op 12 maart 2021 en 14 april 2021 heeft de gemachtigde een volmacht toegestuurd uit 2020.

2. Bij brief van 3 juni 2021 heeft verweerder aan eiseres medegedeeld dat nog geen geldige machtiging is ontvangen omdat de machtiging ondertekend dient te zijn door [eiseres] Eiseres is in de gelegenheid gesteld om binnen een week na dagtekening van de brief de gevraagde machtiging in te leveren. In de brief van 16 juni 2021 heeft verweerder opnieuw vermeld dat het bezwaarschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen omdat een geldige machtiging ontbreekt. Eiseres is opnieuw in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken de machtiging aan te leveren op wiens naam de aanslag staat. Tevens is in deze brief vermeld dat indien de gegevens niet binnen de gestelde termijn worden ontvangen het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard en niet verder in behandeling wordt genomen.

3. Op 17 juni 2021 is door verweerder een op 26 april 2021 ondertekende volmacht ontvangen. In deze volmacht wordt Bartels Consultancy B.V. gemachtigd om [naam 3] en [naam 4] ( [naam 3] en [naam 4] ) en de door hen gecontroleerde rechtspersonen te vertegenwoordigen in, kortgezegd, WOZ-beschikkingen en lokale heffingen, voor de jaren 2016 tot en met 2022. De volmacht is getekend door de heren [naam 3] en [naam 4] . Bij deze volmacht zijn tevens e-mailberichten gevoegd van een medewerker van eiseres en de gemachtigde. Hierin heeft de gemachtigde onder andere aan een medewerker van het [naam 6] concern gevraagd om de machtiging te laten ondertekenen door de twee statutair bestuurders.

4. Verweerder heeft op 9 juli 2021 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Volgens verweerder is niet duidelijk of de heren [naam 3] en [naam 4] bevoegd zijn om namens eiseres een machtiging af te geven.

5. Tussen partijen is in geschil of het bezwaar door verweerder terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

6. Gemachtigde heeft gesteld al jaren namens eiseres en andere vennootschappen van het [naam 6] concern te hebben opgetreden in WOZ-zaken, en dus ook in die tussen eiseres en verweerder. Hij heeft hierbij veel contact gehad met verweerder of de betreffende taxateur. Hij heeft ook meermaals bezwaar gemaakt tegen door verweerder aan eiseres afgegeven WOZ-beschikkingen en beroep ingesteld tegen uitspraken op bezwaar. Bij deze procedures zijn volmachten en uittreksels uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (Handelsregister) toegestuurd. De gemachtigde heeft een op 26 april 2021 ondertekende volmacht toegestuurd en hiermee voldoende gereageerd op de gevraagde informatie. In eerdere jaren en bij andere gemeentes heeft de gemachtigde met door hem ingediende, door eiseres afgegeven machtigingen nooit problemen gehad.

7. Verweerder heeft opgemerkt dat als gevolg van nieuw beleid er een strengere controle plaatsvindt op bij bezwaarschriften afgegeven machtigingen. De reden hiervoor is dat door WOZ-bureaus bezwaarschriften zijn ingediend terwijl zij daar niet toe gemachtigd zijn. Volgens verweerder heeft de gemachtigde verzuimd om de machtiging aan te passen of anderszins, bijvoorbeeld door overlegging van een uittreksel uit de het Handelsregister duidelijkheid, te geven over de hoedanigheid van de ondertekenaars van de machtiging. Ter zitting heeft verweerder erkend dat in beroep is gebleken dat uit de volmacht en het uittreksel uit het Handelsregister blijkt dat de gemachtigde namens eiseres kan optreden.

8. De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, zodanig bijzonder zijn dat verweerder het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hoewel het duidelijker zou zijn geweest als de naam van eiseres in de volmacht zou hebben gestaan, blijkt uit de namen van de ondertekenaars in combinatie met de e-mailcorrespondentie en het uittreksel uit het Handelsregister dat in dit geval de gemachtigde gemachtigd is om eiseres te vertegenwoordigen. De heren [naam 3] en [naam 4] zijn gezamenlijk bevoegde bestuurders van [naam 7] , die bestuurder is van respectievelijk [naam 1] en [eiseres]

9. Verweerder heeft in de correspondentie gevraagd om een (geldige) machtiging die is ondertekend door de belastingplichtige op wiens naam de aanslag gemeentelijke belastingen staat. Uit de stukken blijkt niet dat door verweerder is gevraagd om een uittreksel uit het Handelsregister. Daarnaast is ook relevant dat de gemachtigde al veel langer bekend was bij verweerder als gemachtigde van eiseres en er geen aanleiding was om aan diens volmacht te twijfelen. Concrete aanwijzingen dat de gemachtigde in de onderhavige zaak niet over een rechtsgeldige volmacht zou beschikken zijn niet gesteld of gebleken. Verweerder heeft het bezwaar dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.

10. De bestreden uitspraak kan daarom niet in stand blijven en moet worden vernietigd. Omdat over de inhoud van de zaak niets bekend is, kan de rechtbank niet zelf in de zaak voorzien. Wel is inmiddels duidelijk dat de machtiging in orde is. De rechtbank zal verweerder daarom opdragen het bezwaar ontvankelijk te verklaren en de zaak inhoudelijk te behandelen.

11. Eiseres heeft op voorhand een verzoek om immateriële schadevergoeding gedaan. Omdat in onderhavige zaken de redelijke termijn niet is overschreden wijst de rechtbank het verzoek om vergoeding van immateriële schade af.

12. De zaak van eiseres hangt samen met de zaken van eiseres met nummers AWB 21/3529, 21/3534, 21/3536, 21/3544 en 21/3545 en het beroep van [naam 1] (nummer AWB 21/3527). De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van de beroepen redelijkerwijs heeft moeten maken. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van samenhang als bedoeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank stelt de kosten die eiseres en [naam 1] in verband met de behandeling van de beroepen hebben moeten maken overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht voor alle zaken tezamen vast op € 801 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 534, een wegingsfactor 0,5 nu de beroepen niet inhoudelijk zijn behandeld en een factor 1,5 nu het hier om 4 of meer zaken gaat). De rechtbank kent aan eiseres een evenredig deel van de proceskostenvergoeding toe. Dit komt neer op een vergoeding van 1/7e deel van € 801 is € 114,43. Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is de rechtbank niet gebleken. Bij het doen van uitspraak op bezwaar dient verweerder mede te beoordelen of eiseres recht heeft op een kostenvergoeding voor de bezwaarfase.

Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart het beroep gegrond;

-

vernietigt de uitspraak op bezwaar;

-

draagt verweerder op het bezwaar ontvankelijk te verklaren en de zaak op zo kort mogelijke termijn inhoudelijk te behandelen en te beslissen;

-

veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 114,43;

-

draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360 aan eiseres te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.F. Geerling, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.A. Arts, griffier.

De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:

griffier

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.