Home

Rechtbank Gelderland, 30-12-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:6246, 05/882029-16

Rechtbank Gelderland, 30-12-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:6246, 05/882029-16

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
30 december 2019
Datum publicatie
21 januari 2020
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2019:6246
Zaaknummer
05/882029-16

Inhoudsindicatie

6 jaar gevangenisstraf voor productie amfetamine, voorbereiding verdere productie amfetamine en voorhanden hebben van amfetamine. Verklaring verdachte ongeloofwaardig. Toewijzing vordering benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Zutphen

Parketnummer : 05/882029-16

Datum uitspraak : 30 december 2019

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres 1] [woonplaats] ,

raadsman: mr. R.D.J. Visschers, advocaat te Zutphen.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 juli 2017, 17 oktober 2017, 26 november 2019 en 16 december 2019.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van de maand

oktober 2016 tot en met 11 april 2017 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,

althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

althans alleen, (telkens) opzettelijk (in een loods/pand aan de [adres 2] )

heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd

en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een hoeveelheid van een

materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als

bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens

het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.

hij op of omstreeks 11 april 2017 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,

althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

althans alleen, opzettelijk (in een loods/pand aan de [adres 2] ) aanwezig

heeft gehad 147 liter amfetamine-olie, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.

hij op of omstreeks 11 april 2017 te Doetinchem, althans in Nederland, tezamen

en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een

woning/pand aan de [adres 1] ) aanwezig heeft gehad 145 liter

amfetamine-olie, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

4.

hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van de maand

oktober 2016 tot en met 11 april 2017 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,

en/of Doetinchem en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een

ander of anderen, althans alleen,

(telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk vervaardigen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde (telkens) amfetamine, een middel vermeld op de bij de

Opiumwet behorende lijst I, in ieder geval een hoeveelheid van een materiaal

bevattende enig middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,

dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,

voor te bereiden en/of te bevorderen,

(telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad,

waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),

hierin bestaande dat

- verdachte en/of verdachtes mededader(s) een loods/pand aan de [adres 2] te Terborg heeft/hebben gehuurd/gebruikt en/of daarin een (compleet) in werking zijnde laboratorium-opstelling en/of een productieplaats, bedoeld voor de opslag van grondstoffen/chemicaliën en/of voor de productie en/of vervaardiging van amfetamine, in elk geval een stof vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden heeft/hebben gehad en/of

- grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen en/of productievoorwerpen en/of hulpmiddelen en/of laboratoriumbenodigdheden (zoals genoemd op pagina 420 t/m 434 van het proces-verbaal) voorhanden heeft/hebben gehad, waaronder

- Formamide en/of

- Mierenzuur en/of

- Methanol en/of

- Caustic Soda en/of

- BMK en/of

- Zoutzuur en/of

- Apaa(n) en/of

- N-formylamfetamine en/of

- Halsrondbodemkolven en/of

- Bolkoelers en/of

- Destillatievaten en/of

- Gasflessen en/of

- Branders en/of

- RVS kookketels.

2 Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten onder 1, 2, 3 en 4. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. Daartoe heeft de verdediging ten aanzien van de feiten 1, 2 en 4 aangevoerd dat verdachte geen weet heeft gehad van het laboratorium en enkel bezig was met het scheiden van een berg afval. De resultaten van het DNA-onderzoek maken dit niet anders. Hand- en gezichtsbescherming zijn immers gebruikelijk in de afvalverwerkingsbusiness. Bovendien zaten de onderzochte handschoenen en maskers in een vuilniszak en is de totale vuilniszak met inhoud veiliggesteld. Daardoor kan niet worden uitgesloten dat er contaminatie van sporen heeft plaatsgevonden tussen de verschillende in de vuilniszak aanwezige voorwerpen. Daarnaast heeft de verdediging naar voren gebracht dat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] met betrekking tot de aangetroffen aantekening ongeloofwaardig is. Volgens de verdediging is het niet aannemelijk dat verdachte iets met een dergelijke inhoud heeft opgeschreven en dat het vervolgens in de administratie van [medeverdachte 1] terecht is gekomen, zonder dat [medeverdachte 1] daar weet van zou hebben. Ook de in de woning van verdachte aangetroffen schetsen in een notitieblok zeggen niets over zijn wetenschap; er is immers niet objectief vastgesteld van wie het notitieblok en/of de schetsen zijn. Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging naar voren gebracht dat verdachte niet wist wat er in de jerrycans zat. Verdachte heeft de jerrycans enkel tijdelijk tegen betaling voor een ander meegenomen.

De beoordeling door de rechtbank

Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] worden aangeduid met hun achternamen.

De aangetroffen situatie

Op 11 april 2017 is onderzoek ingesteld in een loods op het perceel aan de [adres 3] in Terborg (hierna: de loods). In de loods werd een berg afval aangetroffen met daaronder verscholen een omgekeerde zeecontainer. Een kleine opening in de zeecontainer leidde naar verschillende ruimtes die in gebruik waren als laboratorium.1 Die dag zijn in de loods [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] aangehouden.2

De groep Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) heeft in de verschillende ruimtes onder meer het volgende aangetroffen.

Ruimte E (entree):3

 vijf dopvaten à 200 liter gevuld met labafval, waaronder 30 zakken met hierin restanten materiaal met de geur van APAA(N), vijftien lege zakken caustic soda en een zak met restanten materiaal waarvan de indicatieve testresultaten duiden op de aanwezigheid van PMK-methylglycidaat;

 een kartonnen ton gevuld met 8,2 kilo crème wit materiaal waarvan de indicatieve testresultaten duiden op BMK-glycidaat;

 drie schroefdekselvaten à 200 liter, met in iedere ton drie gebruikte en vervuilde 20 liter 1-halsrondbodemkolven;

 twee klemdekselvaten à 200 liter met hierin labafval, waaronder kapotte jerrycans met restanten van etiketten voorzien van de opdruk ‘zoutzuur’;

 een lege gascilinder met een vulgewicht van 33,8 kg;

 drie 50 liter 3-halsrondbodemkolven;

 twee 20 liter 1-halsrondbodemkolven;

 zes glazen bolkoelers;

 zes brandersteunen met hierop een gasbrander gemonteerd;

 tien glazen bol-, spiraal- en liebichkoelers.

Ruimte D (destillatieruimte):4

 een in werking zijnde destillatie-opstelling, bestaande uit een RVS-kookketel met een inhoud van circa 135 liter en een RVS-koelspiraal met een lengte van circa 190 centimeter. Onder de koelspiraal stond een maatbeker van 5 liter. Daarnaast waren onder de kookketel twee gasbranders in werking, die aangesloten waren op een propaanfles. Ook waren er twee gemodificeerde bierfusten op de kookketel aangesloten welke als stoomgeneratoren dienden;

 twee niet in werking zijnde destillatie-opstellingen met kookketels;

 circa 71 liter gezuiverde amfetamineolie;5

 vijf jerrycans à 5 liter voorzien van een etiket met de opdruk ‘methanol’, waarvan vier jerrycans dicht en verzegeld waren en één voor ongeveer twee derde vol was;

 zestien gasflessen propaan/butaan met een vulgewicht van 20 kg, waarvan er vijf leeg waren;

 acht gasflessen propaan/butaan met een vulgewicht van 10 kg, waarvan er drie leeg waren;

 een dopvat à 220 liter, verzegeld en gevuld, voorzien van een etiket met de opdruk ‘formamide’;

 twee RVS-reactievaten met een inhoud van 260 liter en voorzien van een roermotor.

Ruimte K (kookruimte):6

 een RVS-kookketel met een refluxopstelling en met een inhoud van 1.000 liter;

 een RVS-kookketel met een refluxopstelling en met een inhoud van 550 liter.

Ruimte P (precursorenruimte):7

 twee glazen kookopstellingen met reflux, bestaande uit een dubbelwandig reactievat met een inhoud van 100 liter en voorzien van een roermotor;

 scheitrechter en een scheidingsopstelling;

 twee RVS-ketels met een inhoud van circa 1.000 liter; één ketel was gevuld met een zwak zure vloeistof en een vaste stof met de geur van APAA(N).

Ruimte L (loogruimte):8

 een scheidingsopstelling met daarin circa 12,3 liter ruwe amfetamineolie;9

 een maatbeker met daarin circa 3,9 liter ruwe amfetamineolie;10

80 zakken caustic soda à 25 kg.

Ruimte H (hal):11

 drie jerrycans à 20 liter geheel gevuld met gezuiverde amfetamineolie.12

Daarnaast werd in de loods een Opel Combo, voorzien van kenteken [kenteken 1] , aangetroffen. In de laadruimte van de Opel Combo stonden 30 jerrycans à 20 liter gevuld met zoutzuur.13

Van verschillende aangetroffen materialen zijn door de LFO monsters genomen die vervolgens door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zijn geanalyseerd. Daaruit is het volgende gebleken:14

 de monsters met kenmerken AAEI4577NL, AAKN9592NL en AAEI4565NL bleken amfetaminebase te bevatten;

 de monsters met kenmerken AAKN9608NL en AAKN9595NL bleken N-formylamfetamine te bevatten;

 de monsters met kenmerken AAKN9591NL en AAKN9592NL bleken ruwe amfetamineolie te bevatten;

 de monsters met kenmerken AAEI4581NL en AADM4099NL bleken gezuiverde amfetamineolie te bevatten;

 de monsters met kenmerken AAKN9596NL en AAKN9603NL bleken APAA te bevatten;

 het monster met kenmerk AAKN9598NL bleek mierenzuur te bevatten;

 de monsters met kenmerken AAKN9600NL, AAKN9601NL en AAKN9605NL bleken BMK te bevatten.

De aangetroffen materialen kunnen volgens het NFI worden geclassificeerd binnen het proces van bewerking en vervaardiging van amfetamine.15

Op basis van de aangetroffen en geanalyseerde materialen en stoffen is de rechtbank van oordeel dat in het laboratorium amfetamine werd geproduceerd.

De betrokkenen

De vraag waarvoor de rechtbank zich voorts ziet gesteld, is of verdachte betrokken is geweest bij de exploitatie van het drugslaboratorium.

De loods en de naastgelegen kantoorruimte op het perceel aan de [adres 4] in Terborg werden vanaf 1 januari 2017 verhuurd aan [naam 1] .16 Uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat [naam 1] . op 28 oktober 2018 is opgericht en dat [medeverdachte 2] enig aandeelhouder en bestuurder is.17 De eigenaar van de loods heeft verklaard dat de huurprijs voor de loods en de kantoorruimte in totaal € 3.835,00 ex. btw bedroeg en dat de huur contant werd betaald.18 Tijdens een doorzoeking werd een opening tussen de loods en de kantoorruimte aangetroffen.19 De in de loods aangetroffen Opel Combo, voorzien van kenteken [kenteken 1] , was ook verhuurd aan [naam 1] .20

[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij ergens in februari 2017 samen met een ander een pand in de loods heeft gebouwd. Zij hebben eerst een muur gebouwd en daarna is het dak erop gekomen. Vervolgens is er schroot voor en over het pand gelegd. [medeverdachte 1] heeft samen met een ander de bult schroot gecreëerd. Na een paar dagen is er een container in het schroot gezet; deze diende volgens [medeverdachte 1] als deur om in het lab te komen. [medeverdachte 1] werd altijd door [verdachte] of [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] respectievelijk [medeverdachte 2] ) opgehaald. Op de dag van de aanhouding is hij door [medeverdachte 2] opgehaald.21 [verdachte] regelde alles met [medeverdachte 2] . [medeverdachte 1] vroeg zijn geld aan [verdachte] .22

Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte 1] blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] in de periode van 1 januari 2017 tot en met 11 april 2017 op 48 verschillende dagen een zendmast in de nabije omgeving van de loods heeft aangestraald.23

Op 17 februari 2017 is een registrerend peilbaken geplaatst aan een voertuig voorzien van kenteken [kenteken 2] .24 Dit voertuig werd gebruikt door [verdachte] .25 Uit de registraties van het peilbaken blijkt dat voormeld voertuig tussen 17 februari 2017 en 4 april 2017 in ieder geval 20 keer (na)bij de loods is geweest.26 Daarnaast blijkt dat het voertuig meermaals op de route naar de loods een kort moment is gestopt bij camping [naam 2] te Doetinchem; de verblijfplaats van [medeverdachte 1] .27

Op 11 april 2017 vond een doorzoeking plaats in de woning en in de schuur van [verdachte] , gelegen aan de [straatnaam] te Doetinchem. Tijdens deze doorzoeking is circa 145 liter gezuiverde amfetamineolie aangetroffen in jerrycans.28 [verdachte] heeft verklaard dat hij deze jerrycans vanuit de loods heeft meegenomen.29 Ook werd op een kast in de keuken een schrijfblok aangetroffen waarin schematische tekeningen waren gemaakt.30 Deze tekeningen zijn vergeleken met foto’s van ketels die in de loods zijn gemaakt. De ketels die op de foto’s te zien zijn, vertonen een grote mate van gelijkheid met hetgeen schematisch was getekend.31

Daarnaast werd tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] een geschreven tekst aangetroffen.32 Deze tekst is door een deskundige bekeken en geïnterpreteerd. Volgens de deskundige gaat de tekst zeer waarschijnlijk over het scheiden van de vloeistof uit de eerste kookfase van de Leuckart synthese, welke gebruikt wordt om amfetamine te maken.33 [medeverdachte 1] heeft over deze tekst verklaard dat deze door [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) is geschreven.34

Van de binnenzijde van drie maskers en een paar handschoenen die in een vuilniszak in de destillatieruimte zijn aangetroffen, zijn monsters veiliggesteld.35 Ook van een vierde masker en een tweede paar handschoenen die in de destillatieruimte zijn aangetroffen, zijn monsters veiliggesteld.36

Deze monsters zijn door het NFI onderworpen aan een DNA-onderzoek. Uit het DNA in de veiliggestelde bemonsteringen met kenmerken AAKF0113NL#01, AAKF0114NL#03, AAKF0116NL#02, AAKF0117NL#01 en AAKF0117NL#02 is een DNA-profiel verkregen. Dit DNA-profiel matcht met het DNA-profiel uit het referentiemonster van [verdachte] . Dit betekent dat het DNA-profiel uit de bemonsteringen afkomstig kan zijn van [verdachte] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.37 Op de buitenkant van de maskers, de filters van de maskers en de buitenzijde van de handschoenen zaten sporen van Leuckart syntheseverontreinigingen en amfetamine.38

Ook uit het DNA in de veiliggestelde bemonsteringen met kenmerken AAKP0325NL#01, AAKP0325NL#02 en AAKP0329NL#01 is een DNA-profiel verkregen. Dit DNA-profiel matcht met het DNA-profiel uit het referentiemonster van [medeverdachte 1] . Dit betekent dat het DNA-profiel uit de bemonsteringen afkomstig kan zijn van [medeverdachte 1] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.39 Op de buitenkant van het vierde masker en het tweede paar handschoenen zaten sporen van Leuckart syntheseverontreinigingen en amfetamine.40

Conclusie

Gelet op de hiervoor beschreven bewijsmiddelen acht de rechtbank de verklaring van [verdachte] dat hij slechts bezig was met het scheiden van afval volstrekt ongeloofwaardig. Uit niets is gebleken dat in de loods daadwerkelijk met puin en schroot werd gewerkt. Dat zou ook onlogisch zijn, nu dit afval duidelijk geen ander doel diende dan het verbergen van het illegale drugslaboratorium. Dat dit het doel van het puin en schroot was, is ook verklaard door [medeverdachte 1] , wiens verklaring wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Het laboratorium is immers aangetroffen zoals omgeschreven is door [medeverdachte 1] . Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt ook dat [verdachte] samen met [medeverdachte 2] alles regelde en dat [medeverdachte 1] altijd door één van hen werd opgehaald en naar de loods werd gebracht. Daar komt nog bij dat bij [verdachte] in huis een grote hoeveelheid van het eindproduct is aangetroffen. Daarnaast lagen in de woning van [verdachte] schetsen die in grote mate gelijkheid vertonen met de ketels die in het laboratorium zijn aangetroffen. Ook dat duidt op bemoeienis van verdachte met het laboratorium. Dat niet is vastgesteld door wie de schetsen zijn gemaakt, doet daar niet aan af. Verdachte had de schetsen immers in bezit.

Uit de DNA-resultaten trekt de rechtbank de conclusie dat het DNA van [verdachte] aan de binnenzijde van drie maskers en een paar handschoenen is aangetroffen en dat deze door hem zijn gedragen. Nu op de buitenzijde van deze voorwerpen sporen zijn aangetroffen welke passen bij het productieproces van amfetamine, is vervolgens de conclusie gerechtvaardigd dat [verdachte] de maskers en handschoenen heeft gedragen bij of ten behoeve van het productieproces van amfetamine. Het verweer van de verdediging dat sprake kan zijn geweest van contaminatie van DNA-sporen verwerpt de rechtbank, nu de DNA sporen aan de binnenzijde van de voorwerpen zijn aangetroffen. De DNA-resultaten plaatsen [verdachte] in het productieproces. [verdachte] is dus niet alleen actief betroken geweest bij de opbouw van het laboratorium.

De rechtbank concludeert op grond van het bovenstaande dat [verdachte] in nauwe en bewuste samenwerking met anderen actief betrokken is geweest bij het voorbereiden van de (verdere) productie van amfetamine en het daadwerkelijk produceren van amfetamine in de loods in Terborg (feiten 1 en 4). Daarnaast hadden zij gezamenlijk 147 liter amfetamineolie voorhanden in de loods (feit 2) en 145 liter amfetamineolie voorhanden in de schuur bij de woning van [verdachte] (feit 3). Nu de loods is gehuurd vanaf 1 januari 2017, zal de rechtbank de periode onder de feiten 1 en 4 inkorten naar de maand januari 2017 tot en met 11 april 2017.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder 1, 2, 3 en 4 heeft begaan, te weten dat:

1.

hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van de maand

januari 2017 tot en met 11 april 2017 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,

althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

althans alleen, (telkens) opzettelijk (in een loods/pand aan de [adres 2] )

heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd

en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een hoeveelheid van een

materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als

bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens

het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.

hij op of omstreeks 11 april 2017 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,

althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

althans alleen, opzettelijk (in een loods/pand aan de [adres 2] ) aanwezig

heeft gehad 147 liter amfetamine-olie, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.

hij op of omstreeks 11 april 2017 te Doetinchem, althans in Nederland, tezamen

en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een

woning/pand aan de [adres 1] ) aanwezig heeft gehad 145 liter

amfetamine-olie, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

4.

hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van de maand

januari 2017 tot en met 11 april 2017 te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek,

en/of Doetinchem en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een

ander of anderen, althans alleen,

(telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk vervaardigen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde (telkens) amfetamine, een middel vermeld op de bij de

Opiumwet behorende lijst I, in ieder geval een hoeveelheid van een materiaal

bevattende enig middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,

dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,

voor te bereiden en/of te bevorderen,

(telkens) voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad,

waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),

hierin bestaande dat

- verdachte en/of verdachtes mededader(s) een loods/pand aan de [adres 2] te Terborg heeft/hebben gehuurd/gebruikt en/of daarin een (compleet) in werking zijnde laboratorium-opstelling en/of een productieplaats, bedoeld voor de opslag van grondstoffen/chemicaliën en/of voor de productie en/of vervaardiging van amfetamine, in elk geval een stof vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden heeft/hebben gehad en/of

- grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen en/of productievoorwerpen en/of hulpmiddelen en/of laboratoriumbenodigdheden (zoals vermeld op pagina 420 t/m 434 van het proces-verbaal) voorhanden heeft/hebben gehad, waaronder

- Formamide en/of

- Mierenzuur en/of

- Methanol en/of

- Caustic Soda en/of

- BMK en/of

- Zoutzuur en/of

- Apaa(n) en/of

- N-formylamfetamine en/of

- Halsrondbodemkolven en/of

- Bolkoelers en/of

- Destillatievaten en/of

- Gasflessen en/of

- Branders en/of

- RVS kookketels.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

5 De strafbaarheid van de feiten

6 De strafbaarheid van verdachte

7 Overwegingen ten aanzien van straf

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

9 De beslissing