Home

Rechtbank Gelderland, 14-12-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:7108, 5487724

Rechtbank Gelderland, 14-12-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:7108, 5487724

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
14 december 2016
Datum publicatie
17 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2016:7108
Zaaknummer
5487724

Inhoudsindicatie

Huurrecht, kort geding, overlast uitwonende meerderjarige zoon, gedragsaanwijzingen, voorwaardelijke ontruiming.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 5487724 \ VV EXPL 16-73 \ 548

uitspraak van

vonnis in kort geding

in de zaak van

de stichting Stichting Portaal

gevestigd te Utrecht

eisende partij

gemachtigde Stichting Portaal

tegen

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde partij

procederend in persoon

Partijen worden hierna Portaal en [gedaagde] genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 18 november 2016 met producties

- de mondelinge behandeling van 29 november 2016 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van Portaal en de gemachtigde van [gedaagde] en de door beide partijen ter zitting overgelegde producties.

2 De feiten

2.1.

Portaal verhuurt vanaf 13 september 2010 aan [gedaagde] de woning aan de [adres] te [woonplaats] tegen een huurprijs van € [huurprijs] per maand bij aanvang, thans € [huurprijs] .

2.2.

Het gehuurde betreft een eengezinswoning met drie slaapkamers. Bij aanvang van de huurovereenkomst was [gedaagde] gehuwd met de heer M. [echtgenoot] . Op het acceptatieformulier voor de woning hebben [gedaagde] en haar toenmalige echtgenoot ingevuld dat zij met drie kinderen in het gehuurde zouden gaan wonen, namelijk dochters [dochter a] , geboren op [geboortedatum] , en [dochter 2] , geboren op [geboortedatum] , en zoon [zoon a] , geboren op [geboortedatum] . De oudste meerderjarige zoon [meerderjarige zoon] , geboren op 18 december 1988, is niet op het adres ingeschreven.

2.3.

Op de huurovereenkomst zijn algemene huurvoorwaarden van toepassing. In artikel 8 daarvan zijn de volgende bepalingen opgenomen:

- Artikel 8 lid 1:

Het gehuurde is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als woonruimte ten behoeve van huurder en de personen die direct tot zijn gezin behoren. Huurder is verplicht het gehuurde daadwerkelijk te bewonen en het als zijn hoofdverblijf te gebruiken. Het is huurder niet toegestaan een andere bestemming aan het gehuurde te geven.

- artikel 8 lid 3:

Huurder zal het gehuurde als een goed huurder overeenkomstig de overeengekomen bestemming gebruiken.

- artikel 8 lid 5:

Huurder zal ervoor zorgdragen dat aan omwonenden geen overlast wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren en/of derden die zich in het gehuurde bevinden.

- Artikel 8 lid 16:

Huurder mag geen andere personen bij zich doen inwonen dan die rechtstreeks tot zijn gezin behoren.

2.4.

Portaal schrijft op 19 april 2013 het volgende aan de heer M. [echtgenoot] :

Op 19 april 2013 heeft een van onze medewerkers met u afgesproken dat u teruggebeld zou worden over de inwoning van uw zoon [meerderjarige zoon] .

Ik wil u in deze brief herinneren aan de eerder gemaakte afspraken met u en uw vrouw.

Op 11-02-2011 heeft u een gesprek gehad met de woonadviseur van uw gebied Dhr. R. [woonadviseur] .

In dat gesprek is u medegedeeld dat uw zoon niet op het adres mag inwonen, vanwege de eerdere problemen op uw vorig adres in [woonplaats] .

Op 27-02-2012 hebben wij het bericht ontvangen van de woonbegeleider vanuit het NIM, Dhr. M. [woonbegeleider] dat u er zich bij hebt neergelegd dat uw zoon [meerderjarige zoon] niet bij u mag inwonen. Tevens is daarbij afgesproken dat zodra hij vrij komt vanuit de gevangenis, dat hij dan woonruimte voor zichzelf gaat zoeken.

Dit is op 03-09-2012 nogmaals bevestigd door Dhr. [woonbegeleider] aan u en aan [meerderjarige zoon] in een gesprek dat [meerderjarige zoon] niet mag inwonen bij u.

Portaal houdt vast aan deze gemaakte afspraken.

2.5.

Met ingang van 12 maart 2015 is het huwelijk en de samenwoning beëindigd. [gedaagde] heeft de huurovereenkomst sindsdien voortgezet.

2.6.

Portaal schrijft op 18 september 2015 het volgende aan [gedaagde] :

Onderzoek overlast:

Op 11 september ben ik bij u op huisbezoek geweest in verband met een aantal meldingen van overlast.

Ik heb in uw woning hierover met u gesproken in het bijzijn van een vriendin, [vriendin] .

Zij heeft voor u getolkt en zij is op de hoogte van de situatie daar in de wijk.

Ik heb met u de meldingen doorgesproken en ik heb afspraken met u gemaakt hierover.

U zorgt ervoor dat er geen geluidsoverlast meer wordt veroorzaakt vanuit uw woning door iedere persoon die zich in uw woning bevindt.

U wijst u kinderen erop dat er niet meer voortdurend gescholden wordt, zowel in de woning als buiten de woning.

U dient uw kinderen daarop aan te spreken.

Ik hoop dat u zich aan de afspraken houdt en dat wij geen nieuwe meldingen ontvangen.

De overlast die bij ons zijn gemeld, worden gebruikt als start van een overlastdossier.

Indien er geen nieuwe meldingen worden doorgegeven wordt het dossier op termijn gesloten. Indien er toch nieuwe meldingen van overlast bij Portaal worden gemeld, zullen wij het dossier overdragen aan onze jurist.

2.7.

Portaal sommeert [gedaagde] op 29 oktober 2015 de overlast te beperken:

Wederom hebben wij diverse meldingen van overlast ontvangen over u.

Ondanks het gesprek dat we onlangs in uw woning hebben gehad hierover.

De volgende overlast is bij ons gemeld:

Op 30 augustus is [vriend van meerderjarige zoon] , een vriend van uw zoon [meerderjarige zoon] met veel geschreeuw en gebonk de tuin in gekomen van u.

Op 10 augustus is er weer sprake van overlast afkomstig van een schietspel. Dat ging gepaard met veel gescheld met onder andere de woorden kanker.

Op 29 en 30 september veel gegil, geschreeuw, mogelijk een ruzie in huis. Veel gestamp op de trap.

6 oktober, [meerderjarige zoon] scheldt tegen de hond van de buren en schreeuwt tegen de hond.

16 oktober veel geschreeuw en kennelijk ruzie in de woning

19 tot en met 24 oktober een week lang gestamp op de trap en veel herrie vanuit de woning. Veel mensen op bezoek.

Middels deze brief sommeer ik u om onmiddellijk ervoor te zorgen dat er geen overlast meer gemeld wordt.

U bent als hoofdhuurder aansprakelijk voor alle overlast die vanuit uw woning komt. Ook overlast die wordt veroorzaakt door bezoek en of vrienden van uw zoon.

Indien de overlast aanhoudt, zal ik met onze jurist overleggen welke maatregelen we kunnen tegen u.

In het uiterste geval vragen wij de rechter om ontbinding van uw huurcontract.

2.8.

In een verslag van binnentreden woning ex art. 10 Awbi van 14 augustus 2016, opgemaakt door de hoofdagent van politie Eenheid Oost-Nederland, staat dat de politie op zondag 14 augustus 2016 omstreeks 20.15 uur is binnengetreden in de woning [adres] te [woonplaats] met toestemming van de bewoner M. [echtgenoot] .

2.9.

Portaal organiseert op 16 september 2016 een bijeenkomst voor omwonenden. Daarbij zijn naast vijf omwonenden ook aanwezig de heer […] (sociaal beheerder van Portaal), de heer […] (procesregisseur regieteam [wijk] ), de heer […] (onderzoeker bij onderzoeksbureau [oncerzoeksbureau] ) en de heer […] (wijkagent [adres] [woonplaats] ). Productie 9 bij eis is een verslag van die bijeenkomst. Daarin staat onder meer dat diverse bewoners overlast ervaren van de zoons en dochters van het gezin, dat ook de moeder daarin een actieve rol speelt, ze scheldt mee naar omwonenden en corrigeert haar kinderen niet, dat met name de oudste zoon [meerderjarige zoon] vele jongeren aantrekt die met z’n allen voor de woning rondhangen, dat de bewoners zich geïntimideerd voelen en dat [meerderjarige zoon] daarin leidend is en verder dat [meerderjarige zoon] de spil van het geheel is.

2.10.

Portaal schrijft op 20 september 2016 het volgende aan [gedaagde] :

Vorig jaar hebt u vanuit Portaal een waarschuwing/sommatie ontvangen in verband met overlastmeldingen die Portaal over uw adres had ontvangen.

Ondergetekende is toen bij u op 11 september 2015 op huisbezoek geweest en heeft een gesprek gehad met u, in het bijzijn van uw vriendin [vriendin] . Daarbij is afgesproken dat bij nieuwe meldingen het dossier wordt overgedragen aan onze jurist. Op 29 oktober bent u als hoofdhuurder nogmaals gesommeerd om te stoppen met het veroorzaken van overlast.

Middels deze brief wil ik u er op wijzen dat er bij Portaal wederom diverse meldingen van overlast zijn binnen gekomen. Deze meldingen hebben betrekking op u en uw huisgenoten en het bezoek dat bij u over de vloer komt. De meldingen zijn divers en hebben een negatieve uitstraling naar de woonomgeving. De overlast die gemeld wordt gaat over herrie, schreeuwen op straat, bedreiging, vernieling, intimidatie. De overlast heeft zich gedurende enkele weken achtereen nagenoeg dagelijks afgespeeld. Voor Portaal is de maat vol en Portaal gaat juridische stappen tegen u zetten.

2.11.

Portaal schakelt onderzoeksbureau [oncerzoeksbureau] in voor een onderzoek naar overlast. Zij heeft daarvoor eind september 2016 13 omwonenden geïnterviewd. Onderzoeker [oncerzoeksbureau] schrijft onder conclusie in zijn verslag overlastonderzoek [adres] van 14 november 2016 het volgende:

Er is sprake van langdurige structurele, ernstige overlast. De overlast wordt veroorzaakt door de familie [gedaagde] , [adres] , hun vrienden en bewoners die rond hun woning hangen. Wanneer zoon [meerderjarige zoon] bij zijn moeder is dan heeft hij een sterk aanzuigende werking op jongeren uit de wijk. Hij woont afwisselend bij zijn vader of moeder die gescheiden zijn.

Buren en buurtbewoners hebben geprobeerd de familie [gedaagde] aan te spreken op hun gedrag maar dit had geen enkel effect. Verschillende buurtbewoners zijn angstig. Ze gaan niet meer in de tuin zitten, sluiten zich op in de woning en durven zeker niet tegen de overlast actie te ondernemen uit angst voor represailles van de familie [gedaagde] en de groep die in de straat rondhangt.

2.12.

Productie 13 bij eis bevat geanonimiseerde verslagen van gesprekken van [oncerzoeksbureau] met omwonenden. Het gaat daarbij om 13 bewoners.

3 De vordering en het verweer

3.1.

Portaal vordert:

Primair:

1. [gedaagde] te veroordelen om binnen acht dagen na de betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te [woonplaats] , met al hetgeen daartoe behoort en met wie of wat daarin of daarop aanwezig is te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking te stellen, zulks op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 1.500,00 per overtreding en voor iedere dag dat de overtreding voortduurt;

Subsidiair:

2. [gedaagde] bij wijze van ordemaatregel als gedragsaanwijzing op te leggen dat:

a. [gedaagde] zich na de datum van dit vonnis als goed huurder dient te gedragen en voor het overige de huurovereenkomst en toepasselijke algemene voorwaarden integraal dient na te leven en aldus onder meer geen overlast – in de meest breedste zin van het woord - mag (laten) veroorzaken in, rondom en in de nabijheid van het gehuurde gelegen aan [adres] te [woonplaats] door [gedaagde] zelf, haar zoon/ kinderen en door derden zoals familie, ex-partner(s), vrienden, bekenden etc., die zich aldaar al dan niet met toestemming van [gedaagde] bevinden c.q. zich begeven;

b. [gedaagde] na datum van dit vonnis wordt verboden omwonenden te bedreigen en/of te intimideren of dat te laten doen door derden;

c. [gedaagde] , haar zoon/ kinderen en derden zoals familie, ex-partner(s), vrienden, bekenden etc., die zich al dan niet met toestemming van [gedaagde] in het gehuurde bevinden c.q. zich aldaar begeven na datum van dit vonnis wordt verboden de heer [meerderjarige zoon] de toegang tot het gehuurde te (laten) verschaffen;

d. [gedaagde] wordt verboden in het gehuurde personen toe te laten die overlast veroorzaken en te gebieden dat in algemene zin de ontvangst van bezoek wordt beperkt en in ieder geval na 22.00 uur wordt verboden;

e. [gedaagde] wordt verboden derden waaronder in ieder geval doch niet uitsluitend wordt verstaan de heer [meerderjarige zoon] te laten inwonen;

f. [gedaagde] , haar zoon/ kinderen en derden zoals familie, ex-partner(s), vrienden, bekenden etc., die zich al dan niet met toestemming van [gedaagde] in het gehuurde bevinden c.q. zich aldaar begeven wordt verboden zaken van verhuurder of van derden te vernielen of te beschadigen;

g. [gedaagde] te verbieden dat zij in algemene zin rekening dient te houden met zijn omgeving en zich in de contacten met omwonenden, medewerkers van Portaal, medewerkers van de gemeente en medewerkers van de politie of wie anders dan ook, constructief en welwillend dient op te stellen.

3. [gedaagde] voorwaardelijk – dat wil zeggen voor zover [gedaagde] niet integraal en gedurende één jaar na betekening van dit vonnis aan het hiervoor onder punt a t/m g gevorderde voldoet- te veroordelen de woning aan de [adres] te [woonplaats] binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, met al hetgeen daartoe behoort en met wie of wat daarin of daarop aanwezig is te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Portaal te stellen, zulks op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 1.500,00 per overtreding en voor iedere dag dat de overtreding voortduurt met een maximum van € 25.000,00;

Meer subsidiair:

4. een zodanige beslissing te nemen als de kantonrechter in goede justitie verneemt te behoren;

Primair, subsidiair en meer subsidiair:

5. [gedaagde] te veroordelen om aan Portaal te betalen een bedrag van € 521,95 aan onbetaalde huur tot en met oktober 2016 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119aBW althans artikel 6:119BW vanaf de vervaldata van de huur, althans vanaf een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag van de algehele voldoening;

6. [gedaagde] te veroordelen om aan Portaal te betalen een bedrag van € 612,61 – of zoveel hoger als bij wettelijke huurverhoging is toegestaan – voor iedere maand (waarbij een gedeelte van een maand als een maand zal gelden), die op de dag van de ontruiming zal zijn ingetreden, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen ingaande de vijfde dag van de maand waarop deze termijn betrekking heeft tot aan de dag van de algehele voldoening;

7. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de 15e dag na de dag van de uitspraak;

8. [gedaagde] te veroordelen in de nakosten ter hoogte van € 131,00 dan wel – indien niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak plaatsvindt - € 199,00.

3.2.

Portaal baseert haar vordering op het volgende. [gedaagde] veroorzaakt ernstige overlast en betaalt de huur niet of niet tijdig. De huurachterstand bedraagt € 521,95 en heeft voor een deel betrekking op september 2016 en voor een deel op oktober 2016.

[gedaagde] veroorzaakt zelf overlast. Ook laat zij in het gehuurde derden toe die overlast veroorzaken. Zij laat daarbij na maatregelen te treffen om de overlast te staken. Zij laat in strijd met de afspraken met Portaal haar meerderjarige zoon [meerderjarige zoon] inwonen. Zij heeft daarvoor geen toestemming van Portaal en zal die ook niet krijgen nu de overlast met name van hem afkomstig is. Omwonenden klagen structureel bij Portaal over het overlast veroorzakende gedrag van de zijde van [gedaagde] . De klachten zijn geanonimiseerd omdat [gedaagde] en haar familieleden meermaals gedreigd hebben dat omwonenden iets zal overkomen indien zij erachter komen wie er bij Portaal over hun gedrag heeft geklaagd.

De familie [gedaagde] zaait een sfeer van angst in de omgeving.

Portaal heeft er geen vertrouwen in dat het gedrag van [gedaagde] zal veranderen. Gesprekken die met haar hebben plaatsgevonden hebben geen resultaat gehad. Brieven maken geen indruk op haar. Ze laat telkens zien dat ze de klachten van omwonenden niet serieus neemt. Ook omwonenden verklaren dat [gedaagde] zich niets van hun klachten aantrekt en dat het gedrag onverminderd doorgaat.

3.3.

[gedaagde] voert verweer. Zij heeft zich altijd correct gedragen en woont in goede harmonie met een groot aantal omwonenden. Zij woont er alleen, dat wil zeggen zonder partner, samen met haar drie minderjarige kinderen. Haar meerderjarige zoon [meerderjarige zoon] behoort niet tot haar huishouden. Ambtenaren van de Sociale Recherche van de gemeente hebben bij binnentreden van de woning vastgesteld dat uit niets is gebleken dat [meerderjarige zoon] daadwerkelijk bij haar in zou wonen.

Zij heeft nimmer enigerlei geweld gepleegd, noch heeft zij ooit iemand bedreigd met geweld. Er worden veel beschuldigingen geuit, die regelmatig gaan over een jeugdbende. [meerderjarige zoon] zou zich ook daartussen bevinden. Voor zijn gedrag kan [gedaagde] niet verantwoordelijk gehouden worden. Deze jeugdbende houdt zich op voor het huis en buiten haar erf. Portaal doet daar niets aan. De straatjongeren worden niet aangesproken. Er is ter plaatse regelmatig sprake van onrust in de wijk maar die is niet terug te leiden tot het gedrag van [gedaagde] en haar inwonende kinderen. In de weekenden zijn alle drie de kinderen vaak bij hun vader die in een andere wijk woont. Deze heeft nog veel invloed op de kinderen.

Het is onduidelijk wat de meerwaarde van het rapport van [oncerzoeksbureau] zou kunnen zijn. Deze hebben geen zelfstandig onderzoek gedaan.

Er is steeds sprake van valse beschuldigingen van een aantal mensen die kennelijk de culturele achtergrond van [gedaagde] niet kunnen accepteren. [gedaagde] heeft altijd open gestaan voor overleg. Van een moeder kan niet verwacht worden dat deze de toegang tot de woning aan haar zoon weigert, ook al woont deze daar niet en al is deze meerderjarig.

[gedaagde] had een betalingsachterstand maar die is inmiddels geheel voldaan.

[gedaagde] betwist het spoedeisend belang.

[gedaagde] legt 14 verklaringen over van buurtbewoners die betwisten dat er sprake is van overlast en die ervaren dat er sprake is van discriminatie in de buurt, tevens dat er veel overlast is van andere buren.

4 De beoordeling

5 De beslissing