Rechtbank Gelderland, 25-03-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:3658, 3308627
Rechtbank Gelderland, 25-03-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:3658, 3308627
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 25 maart 2015
- Datum publicatie
- 8 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2015:3658
- Zaaknummer
- 3308627
Inhoudsindicatie
Dexia: effectenlease. Waiver-zaak. Standpunten belegger ten aanzien van aankoop aandelen, onjuiste afrekenkoersen en beleggingstechnische gebreken verworpen. Nadere uitlating Dexia in verband met rol tussenpersoon; mogelijke bewijsopdracht belegger over concrete advisering tussenpersoon. Verwijzing naar pleidooi in verband met beroep op onredelijk bezwarend beding ter zake van resterende termijnen. Onder protest betaalde termijnen. Gedeeltelijke vergoeding buitengerechtelijke kosten. Onaanvaardbaar zware financiële last: geen gemeenschappelijke huishouding bij inwonende jong meerderjarige.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 3308627 \ CV EXPL 14-13987 \ 668 \ 16608
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap Dexia Nederland B.V., rechtsopvolgster onder algemene titel van Dexia Bank Nederland N.V. en op haar beurt volgtijdelijk rechtsopvolgster van Bank Labouchere N.V. en Legio Lease B.V.
gevestigd te Amsterdam
eisende partij
gemachtigde USG Legal Professionals
tegen
[gedaagde partij]
wonende te[woonplaats]
gedaagde partij
gemachtigde Leaseproces
Partijen worden hierna Dexia en [gedaagde partij] genoemd.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 juli 2014 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek met producties.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Dexia Bank Nederland N.V., de vennootschap die aanvankelijk partij was, is na een fusie met haar aandeelhoudster als rechtspersoon opgehouden te bestaan. Dexia is haar rechtsopvolgster onder algemene titel. Dexia is tevens de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V., alsmede van Legio-Lease B.V. (hierna: Labouchere of Legio-Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
[gedaagde partij] heeft de volgende lease-overeenkomsten ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Dexia:
Nr. |
Contractnr. |
Datum |
Naam overeenkomst |
Looptijd |
Totale leasesom |
I. |
[nummer] |
06-12-2000 |
Capital Effect |
240 mnd |
€ 11.167,20 |
II. |
[nummer] |
27-06-2001 |
Capital Effect |
240 mnd |
€ 10.932,00 |
Dexia heeft met betrekking tot de lease-overeenkomsten eindafrekeningen opgesteld met de volgende resultaten:
Nr. |
Datum eindafrekening |
Resultaat |
I. |
25-10-2007 |
- € 465,83 |
II. |
25-10-2007 |
- € 585,29 |
[gedaagde partij] is niet ingegaan op het zogenaamde Dexia-Aanbod en heeft door middel van een zogenaamde opt-out verklaring in de zin van artikel 7:908 lid 2 BW aangegeven niet aan de door het Gerechtshof Amsterdam op 25 januari 2007 algemeen verbindend verklaarde Duisenberg-regeling gebonden te willen zijn.
Volgens opgave van Dexia heeft [gedaagde partij] op grond van de lease-overeenkomsten
in totaal een bedrag van € 7.277,26 aan maandtermijnen en een bedrag van € 1.051,12 aan restschuld aan Dexia betaald. Vervolgens heeft [gedaagde partij] een bedrag van € 1.241,08 aan dividenden ontvangen. Op of omstreeks 18 januari 2012 heeft Dexia nog een bedrag van in totaal € 840,63 inclusief wettelijke rente tot en met 31 december 2011 aan [gedaagde partij] uitgekeerd.
Bij brief van 21 december 2011 heeft Dexia het volgende – voor zover van belang –
aan [gedaagde partij] meegedeeld:
Dexia Nederland B.V. (..) is voornemens haar financiële verplichtingen jegens u te voldoen. (…)Dexia heeft ter compensatie van de door haar cliënten geleden schade een aantal regelingen getroffen, waaronder het Dexia Aanbod en de Duisenbergregeling. U heeft aangegeven van die regelingen geen gebruik te willen maken. Dexia erkent dat u desondanks aanspraak heeft op een vergoeding van de door u geleden schade en is voornemens het daarvoor in haar boeken opgenomen bedrag ter grootte van € 840,63 aan u uit te betalen.
Bij brief van 25 januari 2012 heeft [gedaagde partij] aan Dexia meegedeeld zich zijn rechten ten aanzien van alle vorderingen op Dexia voor te behouden.
Bij brief van 13 maart 2014 heeft Dexia aan [gedaagde partij] meegedeeld dat zij een einde wil maken aan de onzekere situatie tussen haar en [gedaagde partij]. Dexia heeft [gedaagde partij] verzocht mee te delen of Dexia aan al haar verplichtingen jegens [gedaagde partij] heeft voldaan en – zo niet – mee te delen en te onderbouwen welk bedrag Dexia nog verschuldigd zou zijn.
Bij brief van 2 juni 2014 heeft de gemachtigde van [gedaagde partij] meegedeeld dat [gedaagde partij] recht heeft op volledige schadeloosstelling.
3 De vordering en het verweer
Dexia vordert dat bij vonnis, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht wordt verklaard dat Dexia ten aanzien van de tussen haar en [gedaagde partij] gesloten lease-overeenkomsten met nummers [nummer] en [nummer] aan al haar verplichtingen heeft voldaan en derhalve niets meer aan [gedaagde partij] is verschuldigd. Ten slotte vordert Dexia [gedaagde partij] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
Dexia stelt dat zij zich ziet geconfronteerd met de situatie dat [gedaagde partij] een vordering
op haar pretendeert, dat [gedaagde partij] de verjaring van die vordering heeft gestuit, maar dat [gedaagde partij] niet inhoudelijk motiveert waarom hij meent een vordering op Dexia te hebben. Dexia meent daarom er recht en belang bij te hebben dat in rechte wordt vastgesteld dat [gedaagde partij] geen vordering meer op haar heeft in verband met de tussen hen gesloten lease-overeenkomsten.
[gedaagde partij] heeft inhoudelijk verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen zal de kantonrechter hierna, voor zover van belang, ingaan.