Home

Rechtbank Gelderland, 26-06-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:1440, 06/080190-04

Rechtbank Gelderland, 26-06-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:1440, 06/080190-04

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
26 juni 2013
Datum publicatie
4 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2013:1440
Zaaknummer
06/080190-04

Inhoudsindicatie

De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde verlengd voor de tijd van twee jaar.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Zutphen

Meervoudige kamer

Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]06/080191-04

Raadsman: mr. G.V. van der Bom, advocaat te ’s-Gravenhage.

Op 3 mei 2013 is ter griffie van deze rechtbank ingediend een vordering gedateerd 3 mei 2013 van de officier van justitie in dit arrondissement, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:

[betrokkene],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag],

thans verblijvend in het forensisch psychiatrisch centrum (hierna: FPC) [FPC],

met een termijn van twee jaar.

De maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd bij vonnis van de rechtbank Zutphen van 15 maart 2005, ingegaan op 8 juni 2009 en laatstelijk verlengd bij beslissing van de rechtbank Zutphen van 24 juni 2011.

De vordering is op de openbare terechtzitting behandeld door de rechtbank op 12 juni 2013. Betrokkene is bij de behandeling van de vordering niet verschenen. Hij is op 30 mei 2013 op grond van artikel 509s, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering gehoord in de kliniek waar hij verblijft. Van dit verhoor is proces-verbaal opgemaakt.

De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder:

-

een verlengingsadvies gedateerd 9 april 2013, opgemaakt door [psychiater1], psychiater en voormalige behandelcoördinator, en [psychiater2], psychiater, eerste geneeskundige, plaatsvervangend hoofd van de inrichting, beiden verbonden aan voornoemde kliniek;

-

de wettelijke aantekeningen over de periode van 6 september 2011 tot en met 22 november 2012.

Motivering

De vordering is binnen de in artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering vermelde termijn ingediend.

De raadsman heeft zich bij de behandeling niet tegen toewijzing van de vordering verzet. De raadsman heeft aangegeven dat betrokkene begrijpt dat hij behandeling nodig heeft en dat hij mentaal de stap heeft gezet dat hij wellicht de rest van zijn leven behandeling nodig zal hebben. Betrokkene kan zich vinden in het in het verlengingsadvies opgestelde plan van aanpak en hij heeft aangegeven dat hij zijn medewerking daaraan zal verlenen.

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering.

Uit het verlengingsadvies - in samenhang met de wettelijke aantekeningen - en de daarop gegeven toelichting door de deskundige [deskundige], assistent behandelcoördinator, komt onder meer het volgende naar voren:

Betrokkene verblijft sinds juni 2009 binnen het FPC [FPC]. Sinds 15 december 2011 verblijft betrokkene op unit [unit1]. Door logistieke processen en de sluiting van unit [unit1], werd betrokken in december 2012 opnieuw geplaatst op unit [unit2]. Bij betrokkene is sprake van een persoonlijkheidsstoornis NAO met borderline, narcistische, antisociale, afhankelijke en vermijdende trekken. Daarnaast is sprake van alcoholafhankelijkheid, langdurig in remissie onder toezicht. In de afgelopen jaren hebben er veel veranderingen plaatsgevonden voor wat betreft wisselingen van units en behandelcoördinatoren. Dit zijn lastige situaties voor betrokkene, maar ondanks dat heeft hij zich redelijk staande weten te houden. Geleidelijk aan lijkt hij dan ook iets steviger te zijn geworden. In de contacten die hij heeft met enkele voor hem vertrouwde therapeuten is hij open, waardoor er langzaam vooruitgang wordt geboekt in de behandeling. Ondanks dat, en gezien het verleden waarin betrokkene ernstig is gerecidiveerd, blijft het wel de vraag in hoeverre hij uiteindelijk daadwerkelijk zal kunnen profiteren van de behandeling. De behandeling van betrokkene bevindt zich momenteel in de delictgerelateerde fase en zal de nodige tijd in beslag nemen. Wanneer er plaats is, zal hij worden overgeplaatst naar het [unit3], een unit binnen het zorgprogramma “Autisme spectrum stoornissen”. Er zal stapsgewijs worden toegewerkt naar plaatsing in een RIBW‑instelling op de lange termijn. Dit traject zal zeker drie tot vier jaar in beslag nemen. Het recidiverisico wordt bij onvoorwaardelijk ontslag op dit moment als hoog ingeschat.

Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.

Ter terechtzitting heeft [deskundige], voornoemd, desgevraagd verklaard dat een week vóór deze verlengingszitting een multidisplinair behandeloverleg is geweest. Binnen enkele maanden begint de diagnostiek zoals is weergegeven in het verlengingsadvies. Betrokkene heeft zijn medewerking hieraan toegezegd.

Het vorenstaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen in dit geval vereist dat de termijn van de terbeschikkingstelling, welke maatregel onder meer is opgelegd ter zake van zedendelicten (overtreding van de artikelen 242, 245 en 282 van het Wetboek van Strafrecht), wordt verlengd met een termijn van twee jaar.

Beslissing: