Home

Rechtbank Den Haag, 13-12-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:13772, SGR 21/8283

Rechtbank Den Haag, 13-12-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:13772, SGR 21/8283

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
13 december 2022
Datum publicatie
27 december 2022
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:13772
Zaaknummer
SGR 21/8283

Inhoudsindicatie

Beroep ongegrond. Eiseres voldoet niet aan wettelijke vereisten naturalisatie. Geen sprake van bijzondere omstandigheden.

Uitspraak

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 21/8283

(gemachtigde: mr. R.W.J.L. Loonen),

en

(gemachtigde: mr. R.P.G.H. Belluz).

Procesverloop

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om naturalisatie.

Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 1 juli 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 15 november 2021 op het bezwaar van eiseres, is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.

De rechtbank heeft het beroep op 30 november 2022 via een digitale zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?

1. Verweerder heeft de aan eiseres verleende verblijfsvergunning onder de beperking ‘arbeid als kennismigrant’, geldig tot 1 september 2025 met terugwerkende kracht tot 6 juli 2018 is ingetrokken omdat eiseres gegevens heeft achterhouden, dan wel onjuiste gegevens heeft verstrekt.1 Bij uitspraak van 11 augustus 2022 is het tegen die intrekking ingestelde beroep ongegrond verklaard.2

2. Verweerder heeft de aanvraag tot naturalisatie afgewezen omdat eiseres vanwege de intrekking van haar vergunning, op het moment van de beoordeling van het verzoek om naturalisatie niet in het bezit was van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Hierdoor bestaan er bedenkingen tegen het verblijf van eiseres voor onbepaalde tijd in Nederland.3 Er zijn geen bijzondere omstandigheden die aanleiding geven tot een ander oordeel.

3. Eiseres verzoekt om aanhouding tot in hoger beroep uitspraak is gedaan over de intrekking van haar verblijfsvergunning. De weigering van haar naturalisatie is onevenredig door de bijzondere omstandigheden van het geval. Haar mag niet worden verweten dat zij een wijziging in de aandelenstructuur van de onderneming waar zij werkzaam was, (waardoor niets is gewijzigd) niet heeft gemeld bij de IND.

Wat is het oordeel van de rechtbank?

4. Voor verweerder was er geen aanleiding om de naturalisatieprocedure van eiseres aan te houden. Verweerder heeft hierbij terecht gewezen op een uitspraak van de hoogste bestuursrechter waaruit volgt dat zowel de wet als het beleid van verweerder in dit geval geen verplichting geeft tot aanhouding.4

5. Verder is het de rechtbank niet gebleken dat er in eiseres haar geval sprake is van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven om af te wijken van de wettelijke vereisten voor naturalisatie.5 Hierbij is van belang dat de wet slechts in zeer bijzondere gevallen een mogelijkheid beidt tot afwijking van de in de RWN gestelde wettelijke vereisten.6 Het moet dan bijvoorbeeld gaan om redenen van staatsbelang, andere gewichtige belangen of humanitaire redenen. De enkele stelling dat eiseres niet had kunnen weten dat zij de verandering in de aandelenstructuur had moeten doorgeven aan verweerder, is gelet op het voorgaande onvoldoende om te spreken van bijzondere omstandigheden. Ook volgt uit vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter dat verweerder met een eventuele toepassing van artikel 4:84 van de Awb niet kan afwijken van de wettelijke vereisten voor naturalisatie.7

Conclusie

6. Het beroep is ongegrond.

7. Verweerder hoeft de kosten die eiseres heeft gemaakt voor deze procedure niet te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. E.N.H.J. Schenk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 december 2022.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel