Home

Rechtbank Den Haag, 27-02-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:1660, C-09-587196 -KG ZA 20-67

Rechtbank Den Haag, 27-02-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:1660, C-09-587196 -KG ZA 20-67

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
27 februari 2020
Datum publicatie
27 februari 2020
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2020:1660
Formele relaties
Zaaknummer
C-09-587196 -KG ZA 20-67

Inhoudsindicatie

Verzoek inzage in alle trambeelden aanslag Utrecht afgewezen

In maart 2019 heeft een terroristische aanslag plaatsgevonden in een tram in Utrecht. De aanslag is vastgelegd met camera’s die in de tram hingen. Eiser was één van de passagiers in de tram en heeft in kort geding inzage in al het beschikbare beeldmateriaal van de aanslag gevorderd. De rechter heeft de vorderingen afgewezen.

Vervolgen voor poging tot moord of doodslag

Eiser herinnert zich dat de schutter zijn pistool op hem richtte en de trekker meerdere keren overhaalde, maar dat het wapen weigerde. Dat is niet terug te zien op de beelden die eiser tot nu toe heeft gezien. Hij wil alle beelden uit de tram zien om zelf te kunnen vaststellen of er bewijs is om de verdachte van de aanslag te vervolgen voor poging tot moord of doodslag op hem. Daar wordt de verdachte nu niet voor vervolgd. Met betrekking tot eiser wordt hij vervolgd voor bedreiging met een terroristisch misdrijf.

Procedure strafrechter

Eiser heeft de mogelijkheid om via een procedure bij de strafrechter vervolging van het strafbare feit, dat naar zijn mening is begaan, af te dwingen. In die procedure kan ook informatie worden opgevraagd die nog niet in het strafdossier zit, zoals de camerabeelden waar het hier om gaat. Hij kan deze vordering daarom niet bij de civiele kortgedingrechter indienen.

Geen belang

Eiser wil ook inzage in de beelden om het vreselijke incident waarbij hij betrokken was te verwerken. Eiser heeft beelden waarop hij zelf van seconde tot seconde te zien is, kunnen bekijken. De Staat heeft aangeboden om de beelden van de vier camera’s in het deel van de tram waar eiser aanwezig was, alsnog aan hem te tonen. Hij wil echter ook inzage in de beelden vanuit het deel van de tram waar hij niet is geweest. Eiser heeft daar in redelijkheid geen belang bij, volgens de rechter.

Uitspraak

Team Handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/587196 / KG ZA 20/67

Vonnis in kort geding van 27 februari 2020

in de zaak van

[eiser] te [plaats] ,

eiser,

advocaat mr. M.J. Folkeringa te Haarlem,

tegen:

1 Qbuzz B.V. te Utrecht,

advocaat mr. P.F.C. Heemskerk te Amsterdam,

2. Staat der Nederlanden (het Ministerie van Justitie en Veiligheid) te Den Haag,

mr. I.C. Engels te Den Haag,

gedaagden.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘eiser’, ‘Qbuzz’ en ‘de Staat’.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties;

- de door Qbuzz overgelegde brief en productie;

- de door de Staat overgelegde producties;

- de bij de mondelinge behandeling door beide partijen overgelegde pleitnotities.

1.2.

Tijdens de mondelinge behandeling is de zaak pro forma aangehouden tot 15 februari 2020 om partijen in de gelegenheid te stellen het geschil in onderling overleg te beëindigen.

1.3.

Bij brief van 12 februari 2020 heeft eiser de voorzieningenrechter gevraagd vonnis te wijzen. Eiser heeft in diezelfde brief meegedeeld zijn vordering tegen Qbuzz in te trekken. Qbuzz heeft zich niet tegen die intrekking verzet. Bij brief van 13 februari 2020 heeft de Staat de voorzieningenrechter geïnformeerd over het stranden van het minnelijke traject en, evenals eiser, verzocht vonnis te wijzen. Bij brief van 14 februari 2020 heeft de Staat zijn schriftelijke dupliek aan de voorzieningenrechter toegezonden, zoals ter zitting was afgesproken.

1.4.

Vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.1.

Op 18 maart 2019 heeft een terroristische aanslag plaatsgevonden in en om een sneltram op het 24 Oktoberplein in Utrecht (hierna: de aanslag). De schutter heeft meerdere personen onder vuur genomen, waardoor er vier doden zijn gevallen en een aantal mensen gewond is geraakt.

2.2.

De aanslag is vastgelegd met camera’s die in de sneltram en bij de tramhalte op het 24 Oktoberplein hingen. In de tram bevonden zich acht camera’s, waarmee de hele tram aan de binnenzijde in beeld werd gebracht. Vier camera’s hebben beelden opgenomen in voorwaartse rijrichting en de vier andere camera’s in achterwaartse rijrichting.

2.3.

Eiser was een van de passagiers aan boord van de sneltram ten tijde van de aanslag. Hij is diezelfde dag als getuige gehoord.

2.4.

Het Openbaar Ministerie (OM) is tot strafvervolging overgegaan van de verdachte. Het OM legt aan de verdachte onder meer ten laste dat hij eiser (en andere passagiers van de sneltram) “heeft bedreigd met een terroristisch misdrijf, althans met enig misdrijf tegen het leven gericht, (telkens) door in een tram waarvan de deuren waren afgesloten, in de nabijheid van de voornoemde personen, een vuurwapen door te laden en met dat vuurwapen te richten en te schieten op meerdere (ogenschijnlijk willekeurige) passagiers van de tram (..)”.

3 Het geschil

4 De beoordeling van het geschil

5 De beslissing