Home

Rechtbank Den Haag, 22-12-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:15416, C/09/544438 / KG ZA 17-1561

Rechtbank Den Haag, 22-12-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:15416, C/09/544438 / KG ZA 17-1561

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
22 december 2017
Datum publicatie
16 november 2021
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2017:15416
Zaaknummer
C/09/544438 / KG ZA 17-1561

Inhoudsindicatie

Ontruiming afgewezen bij wijze van ordemaatregel. Uit de rapportage blijkt niet dat de vrouw voor de kinderen kan zorgen. Daarom mag de man met de kinderen voorlopig in de woning blijven.

Uitspraak

Team handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/544438 / KG ZA 17-1561

Vonnis in kort geding van 22 december 2017

in de zaak van

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiseres,

advocaat mr. L.J.W. Govers te Zoetermeer,

tegen:

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. W.G.H. Janssen te Leiden .

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de vrouw’ en ‘de man’.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met zeven producties;

- de door mr. Janssen overgelegde vier producties;

- de op 22 december 2017 gehouden mondelinge behandeling.

1.2.

Ter zitting is vonnis bepaald op 29 december 2017. Het vonnis is heden uitgesproken.

2 De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.1.

De man en de vrouw hebben gedurende enkele jaren een affectieve relatie met elkaar gehad. Zij zijn samen de ouders van de thans nog minderjarige kinderen:

-

[de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [woonplaats] , en

-

[de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de minderjarigen.

2.2.

De vrouw is van rechtswege belast met het gezag over de minderjarigen. De man heeft recent een verzoekschrift bij deze rechtbank ingediend en verzocht om hem mede met het gezag te belasten.

2.3.

De vrouw heeft op 18 december 2014 een huurovereenkomst getekend ten aanzien van de woning aan de [adres] (hierna: de woning). Partijen hebben gedurende hun relatie samen met de minderjarigen in deze woning gewoond.

2.4.

Op 19 oktober 2016 heeft de vrouw bij de politie een klacht ingediend tot vervolging van de man wegens stalking. Zij heeft daarbij aangifte gedaan van mishandeling en stalking. Tevens heeft de vrouw op diezelfde datum een betredingsverbod voor de woning aan de man verzonden, waarin zij aangeeft dat zij de hoofdbewoner van de woning is en dat zij de man de toegang tot deze woning ontzegt.

2.5.

De vrouw heeft enkele met de man uitgewisselde WhatsApp-gesprekken overgelegd van 28 november 2017. Hieruit blijkt onder meer het volgende:

“12:37 – Lo: Je komt wel hè

12:38 – Lo: [de minderjarige 2] en [de minderjarige 1] missen jouw. Egt (…)

12:40 – Lo: [de vrouw] laat de meiden niet staan kom naar huis

12:58 – Lo: Geef ff antwoord (…)

15:03 – Lo: Ok probeer je te bellen maar je neemt niet op

18:42 – Lo: [de vrouw] kom je nou (…)

18:43 – Lo: Morgen is ze jarig (…)

19:47 – Lo: Kom jij aub zij mist jou (…)

19:50 – Lo: Je kind is morgen jarig wat of wie is belangerijker (…)

21:59 – Lo: [de vrouw]

21:59 – Lo: Waar blijf jij

21:59 – Lo: Je kind is jarig

22:01 - [de minderjarige 1] ♥ [de minderjarige 2] : Ja ik kom morgen

29 -11-2017:

(…)

09:20 – Lo: Hallo gefeliciteerd met je dochtertje verjaardag ze heet [de minderjarige 2] en is 5 geworden.

10:35 - [de minderjarige 1] ♥ [de minderjarige 2] : jij ook

11:02 – Lo: Waar blijf jij dan [de vrouw]

11:03 – Lo: En waarom dit gedrag

11:03 – Lo: Laat me je helpen zo ben jij niet

11:03 – Lo: Kom naar huis hun vragen waar jij bent of jij komt (…)”

2.6.

De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft op 9 oktober 2017 een melding van de gemeente Leiden gekregen over de minderjarigen en is een onderzoek gestart. Op 12 december 2017 heeft de Raad een rapport afgerond, hetgeen ertoe heeft geleid dat de Raad een verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarigen heeft ingediend en tot uithuisplaatsing van de minderjarigen bij de man en bij de grootmoeder vaderszijde. Dit verzoek zal op 5 januari 2018 bij deze rechtbank worden behandeld.

In het rapport staat onder meer het volgende:

Reden onderzoek

(…) Het lukt moeder niet om de kinderen stabiliteit te bieden. Moeder vertrekt onaangekondigd en blijft dan, zonder met de kinderen te communiceren, dagen- of wekenlang weg. De kinderen hebben veel last van deze situatie, omdat ze de basisveiligheid die moeder moet bieden missen. Ze worden hier angstig, boos, en verdrietig van. Positief is dat de kinderen door vader, oma (vz) en tante (vz) worden opgevangen wanneer moeder weg is.

(…)

Zorgen aangaande de opvoedomgeving

Ouders zijn uit elkaar gegaan in september 2016. De kinderen zijn toen bij moeder blijven wonen. Op de woensdagmiddag en in het weekend zijn de kinderen bij vader. Deze omgangsregeling loopt niet volgens afspraak. Moeder vertrekt regelmatig, zonder overleg en voor onbepaalde tijd, naar een andere plek. Moeder heeft aangegeven dat ze vertrekt omdat ze ‘tijd voor zichzelf nodig heeft’, maar een exacte aanleiding hiervoor is niet te noemen. De kinderen raken door moeders plotselinge vertrek keer op keer erg van slag, en zijn er verdrietig en boos over. Er is onduidelijkheid over de inboedelverdeling en het ouderschap. Dit zorgt voor discussie en ruzie tussen ouders.”

3 Het geschil

3.1.

De vrouw vordert – zakelijk weergegeven – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

-

de man te veroordelen de woning binnen 48 uur na betekening van dit vonnis te ontruimen, onder afgifte van de sleutels aan de bewindvoerder van de vrouw;

-

de man een straat- en contactverbod op te leggen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per keer dat de man deze verboden overtreedt.

3.2.

Daartoe voert de vrouw – samengevat – het volgende aan. De relatie van partijen heeft zich gekenmerkt door huiselijk geweld en intimidatie door de man jegens de vrouw. Dit heeft ertoe geleid dat de vrouw aangifte jegens de man heeft gedaan van mishandeling en stalking, waarna de vrouw een woningbetredingsverbod aan de man heeft opgelegd. Dit heeft er niet toe geleid dat de situatie tussen partijen rustiger werd. De man heeft de vrouw recent weer mishandeld en bedreigd, waarna de vrouw de woning heeft verlaten. De man verblijft nu in de woning, terwijl deze op naam van de vrouw staat. De man is hier dan ook niet toe gerechtigd en hij dient de woning op een zo kort mogelijke termijn te verlaten. Daarbij komt dat de vrouw doodsbang is voor de man, zodat zij belang heeft bij een contact- en straatverbod.

3.3.

De man voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4 De beoordeling van het geschil

5 De beslissing