Home

Rechtbank Den Haag, 07-07-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:7888, C/09/510972 KG ZA 16/589

Rechtbank Den Haag, 07-07-2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:7888, C/09/510972 KG ZA 16/589

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
7 juli 2016
Datum publicatie
19 juli 2016
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2016:7888
Zaaknummer
C/09/510972 KG ZA 16/589

Inhoudsindicatie

Kort geding. Aanbestedingsprocedure. Kern van het onderhavige geschil betreft de vraag of het beoordelingsteam op basis van de door eiseres bij haar inschrijving ingediende stukken redelijkerwijs tot de aan eiseres toegekende score van 4 punten voor het kwaliteitscriterium planning heeft kunnen komen. Eiseres meent dat dit niet het geval is, maar dat wordt door de voorzieningenrechter niet gevolgd. De vorderingen worden afgewezen.

Uitspraak

Team Handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/510972 / KG ZA 16/589

Vonnis in kort geding van 7 juli 2016

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[X] Watermanagement B.V.,

gevestigd te Piershil, gemeente Korendijk,

eiseres,

advocaat mr. H.P.M. van Woensel te Amsterdam,

tegen:

de publiekrechtelijke rechtspersoon: waterschap

Hoogheemraadschap van Rijnland,

zetelende te Leiden,

gedaagde,

advocaat mr. I.J.M.I. Souren te Rotterdam,

waarin is tussengekomen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GMB Civiel B.V.,

gevestigd te Opheusden, gemeente Neder-Betuwe,

advocaat mr. R.G.T. Bleeker te Amsterdam.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘ [X] ’, ‘het Hoogheemraadschap’ en ‘GMB’.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties;

- de door het Hoogheemraadschap overgelegde producties;

- de incidentele conclusie tot tussenkomst dan wel voeging;

- de op 16 juni 2016 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door alle partijen pleitnotities zijn overgelegd.

1.2.

Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2 Het incident tot tussenkomst dan wel voeging

2.1.

GMB heeft gevorderd te mogen tussenkomen in de procedure tussen [X] en het Hoogheemraadschap dan wel zich te mogen voegen aan de zijde van het Hoogheemraadschap. Ter zitting heeft [X] verzocht beide verzoeken af te wijzen. Het Hoogheemraadschap heeft geen bezwaar naar voren gebracht tegen tussenkomst dan wel voeging, maar zij heeft verklaard voeging meer aangewezen te achten.

2.2.

Ter zitting is aan de bezwaren van [X] voorbij gegaan en is GMB toegelaten als tussenkomende partij, aangezien zij – als zijnde de inschrijver aan wie het Hoogheemraadschap voornemens is de opdracht te gunnen – aannemelijk heeft gemaakt dat zij daarbij voldoende belang heeft. Dat belang is gelegen in de mogelijkheid om met eigen argumenten de vorderingen van [X] te kunnen bestrijden. Voorts is niet gebleken dat de toewijzing van de gevorderde tussenkomst in de weg staat aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen. Aan de stellingen van [X] , inhoudende dat het Hoogheemraadschap GMB van alle ins en outs van de inschrijving van [X] op de hoogte stelt en dat zij “onder één hoedje spelen” en samen trachten om [X] “buiten spel” te zetten, wordt reeds voorbij gegaan, omdat dit slechts blote stellingen betreft die na betwisting hiervan niet nader zijn onderbouwd, zodat niet van de juistheid hiervan kan worden uitgegaan.

2.3.

[X] en het Hoogheemraadschap hebben de door hen overgelegde producties niet aan GMB doen toekomen. [X] heeft in dit verband gesteld dat deze producties deels al in het bezit zijn van GMB en voor zover dat niet het geval is, deze vertrouwelijke en bedrijfsgevoelige informatie van [X] bevatten. Het Hoogheemraadschap heeft zich beroepen op de bezwaren van [X] tegen overlegging van deze producties. GMB heeft opgemerkt dat zij haar verweer voert en ook meent te kunnen voeren aan de hand van het gestelde in de dagvaarding. Als de producties echter grond vormen voor toewijzing van het gevorderde, wenst zij deze wel te ontvangen en daarop te kunnen reageren. Uit proceseconomisch oogpunt is de zaak vervolgens ter zitting inhoudelijk behandeld, waarbij door de voorzieningenrechter is aangekondigd dat de weigering om de producties aan GMB te verstrekken, reden kan vormen voor een aanhouding van de zaak en het plannen van een nieuwe behandeling. Gelet op de hierna vermelde uitkomst van deze procedure is voor een aanhouding echter geen aanleiding.

3 De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

3.1.

Het Hoogheemraadschap heeft de aanbesteding “Renovatie van Boezemgemaal Spaarndam” georganiseerd volgens de niet-openbare procedure (hierna: de aanbesteding). De opdracht, inhoudende de grootschalige renovatie van het gemaal Spaarndam (hierna: de opdracht), de procedure en de eisen staan beschreven in de inschrijvingsleidraad en in het bestek. Het doel van de aanbesteding is het contracteren van één opdrachtnemer voor de opdracht, die wordt gegund aan de inschrijver die de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) heeft aangeboden.

3.2.

In de beschrijving van de opdracht in de inschrijvingsleidraad staat vermeld dat, samengevat, de voorbereidende werkzaamheden voor de renovatie in 2016 kunnen plaatsvinden, dat de ombouw van beide aandrijvingen dient plaats te vinden in de periode van 1 mei 2017 tot 1 september 2017 en dat tijdens de werkzaamheden te allen tijde 50% van de totale bemalingscapaciteit beschikbaar dient te blijven. Verder dienen de nieuwe aandrijflijnen op 1 september 2017 minimaal op handbedrijf operationeel te zijn, zodat het Hoogheemraadschap op die datum de beschikking heeft over 100% bemalingscapaciteit. Het gehele werk dient uiterlijk op 15 oktober 2017 te worden opgeleverd.

Over de verschillende in te dienen kwalitatieve documenten staat in de inschrijvingsleidraad het volgende vermeld.

“- Plan van Aanpak

Plan van Aanpak voor de uitvoering van het werk met daarin o.a. opgenomen deel:

o Planning

o Risicomanagement

o Projectmanagement

(…)

- Planning

De planning wordt beoordeeld op:

- Of deze realistisch en haalbaar is;

- Of deze Smart is.

In de planning dient tenminste te worden opgenomen:

- afstemming van de werkzaamheden met eventuele onderaannemers;

- afhankelijkheid van de verschillende werkzaamheden;

- Kritische pad;

- Bijwoonpunten;

- Eventuele ruimte in de planning.

(…)”

Naar aanleiding van gestelde vragen zijn de gunningscriteria nader geformuleerd. Voor zover thans relevant luiden deze als volgt:

“(…) Welke inschrijver de “Economisch Meest Voordelige Inschrijving” heeft gedaan, wordt aan de hand van de volgende gunningscriteria bepaald:

  1. Aanbiedingsprijs

  2. Kwaliteit opgenomen in het Plan van Aanpak,

- Planning

- Risicomanagement

- Projectmanagement

De inschrijving met de laagste fictieve aanbiedingsprijs is de “Economisch Meest Voordelige Inschrijving”. De fictieve aanbiedingsprijs is de aanbiedingsprijs van de inschrijver minus de fictieve aftrek op de kwaliteitscriteria. (…)”

Planning

Doelstelling

Er ligt de ruimte voor de inschrijver om aan de aanbesteder te laten zien op welke wijze hij zijn werkzaamheden over de looptijd van het werk heeft gepland, zodat aannemelijk wordt dat het werk binnen de voorgeschreven uitvoeringsperiode in het bestek voltooid kan worden.

Beoordelingsaspecten

Bij dit criterium dient de inschrijver aan te tonen dat:

- hij een kwalitatieve en haalbare projectplanning kan opstellen, waarin/waarmee concreet risico’s worden beheerst zodat het werk binnen de gestelde termijn kan worden opgeleverd. Gedacht kan worden aan slimme planning van leveranties, fasering en afstemming van disciplines.

Wijze van beoordelen

Planning in combinatie met een Plan van Aanpak, met daarbij een overzicht van de uit te voeren werkzaamheden, beargumentering van doorlooptijden en fasering en een toelichting van de beheersmaatregelen.

Waarde

Maximaal € 600.000,-

Beoordelingsschaal – Planning

Cijfer

Waardering

Beschrijving

Maximale van fictieve aftrek

4

Onvoldoende

De planning is niet realistisch en/of sluit niet aan bij het plan van aanpak icm de vereiste werkzaamheden

0

6

Neutraal (geen meerwaarde)

De planning is realistisch en haalbaar. Maar niet alle onderdelen van het integrale plan van aanpak icm de vereiste werkzaamheden komen terug.

200.000

8

Goed

De planning is realistisch, haalbaar en sluit aan bij het plan van aanpak. De planning beperkt inzicht in de fasering in relatie tot de risico’s.

400.000

10

Uitstekend

De planning is realistisch, haalbaar en sluit aan bij het plan van aanpak. De planning geeft een duidelijk dan wel volledig beeld van de fasering in relatie tot risico’s.

600.000

3.3.

[X] heeft tijdig ingeschreven op de aanbesteding.

3.4.

Bij brief van 26 april 2016 heeft het Hoogheemraadschap aan [X] meegedeeld dat haar inschrijving niet als de economisch meest voordelige kan worden aangemerkt (hierna: de afwijzingsbrief). De hiervoor in deze brief opgenomen motivering luidt ten aanzien van de planning als volgt:

“- Deze voldoet niet aan de minimale eisen:

geen kritisch pad

geen bijwoonpunten

het inleveren van de oplever- / in gebruik genomen documenten is niet duidelijk weergegeven.

-

De zware onderdelen worden via de zuidzijde van het gemaal verwijderd.

-

De afwijkingen in de planning worden altijd gemeld tijdens het projectoverleg en niet wanneer de planning al 14 dagen achter loopt én vooral niet tijdens de ombouwperiode.”

Uit de bij de brief gevoegde spreadsheet blijkt dat het onderdeel planning met een cijfer 4 is beoordeeld, zodat daarvoor geen fictieve aftrek is toegekend. In deze spreadsheet staan ten aanzien van dit onderdeel geen positieve punten genoemd, maar wel enkele neutrale punten en enkele negatieve punten. Deze laatste zijn:

“voldoet niet aan de minimale eisen: bijvoorbeeld:

geen kritisch pad

geen bijwoonpunten

inleveren oplever- / ingebruikname documenten niet duidelijk weergegeven

ruimte in de planning niet aangegeven

- zware onderdelen worden via de zuizijde van het gemaal verwijderen.

- afwijkingen in de planning altijd melden tijdens het projectoverleg en niet wanneer de planning al 14 dagen achter loopt vooral niet tijdens de ombouw periode.”

Voorts vermeldt de brief onder meer dat, kort gezegd, i) de fictieve inschrijfprijs van [X] € 2.795.000,00 is, ii) de inschrijving van GMB de economisch meest voordelige is gebleken met een fictieve inschrijfprijs van € 2.644.000,- en iii) voor nadere informatie en een toelichting op de inschrijving contact kan worden opgenomen met een medewerker van het Hoogheemraadschap.

3.5.

[X] heeft verzocht om een nadere toelichting als bedoeld in de afwijzingsbrief. Deze heeft zij mondeling gekregen tijdens een bijeenkomst op 12 mei 2016.

4 Het geschil

5 De beoordeling van het geschil

6 De beslissing