Home

Rechtbank Den Haag, 01-05-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:5919, C-09-478185 KG ZA 14-1428

Rechtbank Den Haag, 01-05-2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:5919, C-09-478185 KG ZA 14-1428

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
1 mei 2015
Datum publicatie
25 juni 2015
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2015:5919
Zaaknummer
C-09-478185 KG ZA 14-1428

Inhoudsindicatie

Kort geding. Gedaagde en eiseres houden ieder 50% van de aandelen in een vennootschap, die een strandpaviljoen exploiteert. Veroordeling van gedaagde om haar aandelen aan eiseres te leveren tegen een bepaald bedrag.

Uitspraak

Team handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/478185 / KG ZA 14/1428

Vonnis in kort geding van 1 mei 2015

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Scheef Beheer B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. G.C.G. Metz te Den Haag,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Back 2 the Beach B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. M.K. van den Berge te Den Haag.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘Scheef’ en ‘B2B’.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties;

- de brief van de zijde van B2B met producties, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 9 december 2014;

- de op 12 december 2014 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd. Tijdens deze mondelinge behandeling is de zaak pro forma aangehouden tot 13 maart 2015 om partijen in de gelegenheid te stellen het geschil in onderling overleg te beëindigen;

- de op 16 maart 2015 door Scheef aan B2B betekende oproep voor de voortzetting van de mondelinge behandeling op 21 april 2015;

- de akte houdende een eis in reconventie, met producties;

- de akte houdende een aanvulling van de eis in reconventie;

- de door Scheef op 17 april 2015 en op 20 april 2015 (per faxbericht van 08.41 uur) nader overgelegde producties;

- de op 21 april 2015 gehouden voortgezette mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd.

1.2.

Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten in conventie en in reconventie

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.1.

Beide partijen houden 50% van de aandelen in en zijn bestuurder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fonk Beach B.V. (hierna: Fonk). Fonk exploiteert een strandpaviljoen te Scheveningen. De bestuurder en enig aandeelhouder van Scheef is [A] (hierna: [A]) en de bestuurder en enig aandeelhouder van B2B is [B] (hierna: [B]).

2.2.

Het strandpaviljoen werd voordien geëxploiteerd door [B]. [B] had een schuld aan de heer [C] (hierna: [C]). [C] heeft aan Scheef dan wel [A] financiering verstrekt met het oog op de verkrijging van aandelen in Fonk. In het kader van die verkrijging is de schuld van [B] aan [C] afgelost. [A] heeft een affectieve relatie met de dochter van [C] (hierna: [D]), die ook werkzaam is dan wel is geweest bij Fonk.

2.3.

In een schriftelijk – niet door partijen ondertekend – stuk, getiteld “overeenkomst inzake Fonk Beach B.V. Tussen Scheef Beheer B.V. [A] Back 2 the Beach B.V. [B] en Fonk Beach B.V. Definitieve versie Köster Advocaten N.V. 14 februari 2013” (hierna: de Fonk-overeenkomst) staat onder meer vermeld – samengevat – dat partijen in deze overeenkomst de gemaakte afspraken met betrekking tot de verhoudingen in Fonk, hun samenwerking en alles wat daarmee samenhangt schriftelijk willen vastleggen. Ten aanzien van de besluitvorming is in dit stuk opgenomen dat de bestuurders Fonk alleen gezamenlijk kunnen vertegenwoordigen, dat ieder lid van het bestuur een gelijke stem heeft en dat bij staking van stemmen bindend advies zal worden gevraagd aan [C]. Ook is opgenomen dat alle geschillen tussen aandeelhouders en/of hun DGA’s zullen worden voorgelegd aan [C] voor bindend advies.

2.4.

In de aanloop naar het strandseizoen van 2014 zijn de verhoudingen tussen partijen verslechterd en zijn tussen hen geschillen ontstaan. Over een aantal van deze geschillen heeft [C] bindend advies uitgebracht. B2B heeft daar bezwaren tegen geuit en is een procedure gestart bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank en bij de Ondernemingskamer. Deze procedures zijn afgerond.

2.5.

Begin 2014 heeft B2B haar aandelen in Fonk aan Scheef te koop aangeboden, waartoe Scheef zich bereid heeft verklaard, maar niet tegen de door B2B gevraagde koopsom. Scheef heeft voorgesteld om de waarde van de aandelen vast te laten stellen door deskundigen, op de wijze als in de statuten voorzien. In de statuten van Fonk staat kort gezegd vermeld dat, indien partijen over de prijs geen overeenstemming bereiken, deze bindend zal worden vastgesteld door drie onafhankelijke deskundigen, aan te wijzen door de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. B2B heeft dit voorstel niet aanvaard.

2.6.

Scheef heeft [C] op 20 mei 2014 verzocht om bindend advies uit te brengen over de overname door haar van de aandelen van B2B in Fonk en de waardering van die aandelen. Zij heeft onder meer gevorderd dat wordt bepaald dat Scheef de aandelen van B2B overneemt tegen een door een deskundige, bij voorkeur een Register Valuator, te bepalen waarde. B2B heeft hiertegen verweer gevoerd. Er hebben twee mondelinge behandelingen plaatsgevonden en er is een tussenuitspraak gewezen. Op 15 oktober 2014 heeft [C] een bindend advies uitgebracht (hierna: het bindend advies). In het hoofdstuk ‘beslissing’ staat onder meer vermeld dat partijen niet gezamenlijk tot een benoeming van een deskundige zijn gekomen, zodat de bindend adviseur een deskundige zal benoemen uit het Landelijk Register van Deskundigen, de heer [E] (hierna: [E]). Dit hoofdstuk eindigt met de tekst:

“Beslist:

I. dat Back 2 the Beach B.V. de door haar gehouden aandelen in Fonk Beach B.V. levert aan Scheef Beheer B.V.;

II. dat Scheef Beheer B.V. hiervoor aan Back 2 the Beach B.V. de door de hierna te noemen deskundige vast te stellen prijs dient te betalen;

III. dat Scheef Beheer B.V. de prijs voor de door Back 2 the Beach B.V. gehouden aandelen dient te betalen op de rekening van de notaris voorafgaand aan de levering;

IV. dat de levering van de aandelen dient plaats te vinden binnen vier weken nadat de deskundige de prijs heeft bepaald;

V. dat de kosten verbonden aan de bemoeienis van de notaris in verband met de levering van de aandelen voor rekening komen van Scheef Beheer B.V.;

VI. dat de kosten worden gecompenseerd in die zin dat ieder de eigen kosten draagt en voorts dat beide partijen gelijkelijk de kosten van de deskundige dragen;

VII. wijst het meer of anders gevorderde af.”

2.7.

[A] heeft op 31 oktober 2014 namens Fonk opdracht gegeven aan [E] om een aanvang te nemen met de waardebepaling. [B] heeft namens B2B op 2 november 2014 aan [E] een bericht gestuurd met als onderwerp ‘ongeldige opdracht’, waarin hij hem naar eigen zeggen op de hoogte stelt van een groot aantal gemaakte formele fouten.

2.8.

Tijdens de eerste mondelinge behandeling in deze procedure op 12 december 2014 zijn beide partijen akkoord gegaan met een (exit)mediationtraject. Dit traject heeft niet tot overeenstemming tussen partijen geleid.

2.9.

Troostwijk Waardering en Advies B.V. (hierna: Troostwijk) heeft op 7 januari 2015 een schriftelijke offerte uitgebracht voor het taxeren van de aandelen in Fonk, waarin zij de opdracht, de werkwijze, de waarderingsgrondslag, de duur van de opdracht, de kosten, de oplevertermijn van de rapportage, de facturatie en de overige voorwaarden beschrijft. [A] en [B] hebben deze offerte namens Fonk op 8 januari 2015 voor akkoord ondertekend.

2.10.

In een door Troostwijk, in de personen van [F] BA en [G], Register Makelaar-taxateur, afgegeven taxatierapport, dat is gedateerd op 18 april 2015 (hierna: het taxatierapport), verklaart Troostwijk de aandelenwaarde van Fonk te taxeren op een onderhandse verkoopwaarde bij gelijkblijvende bestemming en gebruik van € 500.000,- teneinde de opdrachtgever inzicht te geven in de aandelenwaarde per 31 december 2014.

3 Het geschil

in conventie

3.1.

Scheef vordert, zakelijk weergegeven:

I. B2B te gelasten om onmiddellijk na betekening van dit vonnis het bindend advies na te komen, onder meer inhoudende dat zij meewerkt aan hetgeen noodzakelijk wordt geacht door [E] om tot een waardebepaling van de aandelen te komen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat B2B in gebreke blijft om hieraan te voldoen;

II. B2B te gelasten om, conform de waardebepaling door de deskundige, de door haar gehouden aandelen in Fonk binnen vier weken na de waardebepaling door de deskundige te leveren aan Scheef, tegen betaling van de door de deskundige vastgestelde waarde en onder eventuele nadere voorwaarden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat B2B in gebreke blijft om hieraan te voldoen, althans met bepaling dat dit vonnis gelijke rechtskracht heeft als “voornoemd onder II genoemde verzoek”, meer specifiek inhoudende dat Scheef wordt gemachtigd om, indien B2B nalaat om te voldoen aan hetgeen is verzocht, het vonnis in de plaats te stellen van de wilsverklaring van B2B;

III. B2B te veroordelen tot betaling van de helft van de door de deskundige te maken kosten voor de waardebepaling;

met veroordeling van B2B in de proceskosten en in de nakosten.

3.2.

Daartoe voert Scheef – samengevat – het volgende aan. Het bindend advies is rechtmatig tot stand gekomen en dient door B2B te worden nagekomen. De bezwaren die B2B tegen dit advies aanvoert, kunnen niet worden gevolgd. Gedurende dit kort geding hebben partijen feitelijk al invulling gegeven aan hetgeen in het bindend advies staat vermeld, in die zin dat het aandelenkapitaal inmiddels is gewaardeerd. Vanwege de bezwaren van B2B tegen de in het bindend advies genoemde deskundige hebben partijen gezamenlijk een andere deskundige de opdracht tot waardering gegeven. Vordering sub II is gelet daarop voor toewijzing vatbaar.

3.3.

B2B voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

in reconventie

3.4.

B2B vordert, zakelijk weergegeven:

Primair:

I. drie deskundigen/horeca-makelaars te benoemen, met inachtneming van diverse door B2B nader aangeduide eisen omtrent de deskundigheid van en de waardering door de deskundigen;

II. de prijs van de aandelen die B2B houdt in Fonk te bepalen op basis van het bericht van voormelde deskundigen en de aangeduide minimale vereisten, met toepassing van een billijke verhoging op die prijs, voor zover deze door de deskundigen wordt bepaald op een lager bedrag dan € 400.000,- voor deze (helft van het totale aantal) aandelen;

Subsidiair:

III. de prijs van de aandelen die B2B houdt in Fonk te bepalen op € 400.000,-;

Primair en subsidiair

IV. Scheef te gebieden alle medewerking te verlenen die dienstig is voor de totstandkoming van het deskundigenbericht;

V. Scheef te gebieden om binnen twee weken na betekening van het vonnis waarin de prijs van de aandelen is bepaald, de aandelen die B2B houdt in Fonk over te nemen tegen gelijktijdige betaling, zonder verrekening, van de vastgestelde prijs en B2B te veroordelen die aandelen aan Scheef te leveren;

VI. te bepalen dat de kosten van de deskundige “50/50 – zonder verrekening – ten laste komen van Fonk”;

een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Scheef of [A] in gebreke blijft om hieraan te voldoen;

VII. Scheef te veroordelen buitengerechtelijke kosten ad € 904,- aan B2B te betalen;

Meer subsidiair:

VIII. de zaak te verwijzen naar de civiele kamer van deze rechtbank;

met veroordeling van Scheef in de proceskosten en in de nakosten.

3.5.

Daartoe voert B2B – samengevat – het volgende aan. Scheef is er de oorzaak van dat B2B zodanig in haar rechten en/of belangen is of dreigt te worden geschaad dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid niet langer van haar kan worden gevergd. B2B dient daarom een vordering in tot uittreding ex artikel 2:343 van het Burgerlijk Wetboek. Hiertoe is onder meer relevant dat het bindend advies onbevoegd is opgesteld en dat hieraan diverse gebreken kleven. B2B is dan ook niet gehouden tot nakoming hiervan, maar Scheef blijft daar wel op aandringen. Ook op het eerst kort voor de voortgezette behandeling in deze procedure in het geding gebrachte taxatierapport kan Scheef om meerdere redenen geen beroep doen. Scheef probeert alleen maar te bewerkstelligen dat er een zo laag mogelijke prijs voor de aandelen wordt bepaald. De rechter moet daarom deskundigen benoemen, aan de hand van het bericht van die deskundige de prijs bepalen en daarop een billijke verhoging toepassen in verband met de gedragingen van Scheef.

3.6.

Scheef voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4 De beoordeling van het geschil

5 De beslissing