Home

Rechtbank Assen, 17-08-2009, BM1436, 74804 / KG RK 09-444

Rechtbank Assen, 17-08-2009, BM1436, 74804 / KG RK 09-444

Gegevens

Instantie
Rechtbank Assen
Datum uitspraak
17 augustus 2009
Datum publicatie
16 april 2010
ECLI
ECLI:NL:RBASS:2009:BM1436
Zaaknummer
74804 / KG RK 09-444

Inhoudsindicatie

Verlofverlening voor het leggen van bewijsbeslag onder een onderneming

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ASSEN

Sector civiel recht

Beschikking van de voorzieningenrechter

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[verzoekster],

gevestigd te [vestigingsplaats],

verzoekster,

advocaat mr. A.J. van Heeswijck

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[verweerster],

gevestigd te [vestigingsplaats].

1. De beoordeling

1.1. Verzoekster heeft, onder meer, verzocht bewijsbeslag te mogen leggen op de in het verzoekschrift onder punt 17 vermelde bescheiden, gegevensdragers, administratie en documenten van gerekwestreerde. De voorzieningenrechter overweegt ten aanzien van de mogelijkheid tot het leggen van een dergelijk beslag als volgt.

1.2. De beslagsyllabus biedt de mogelijkheid om beslag te doen leggen op de wijze zoals door verzoekster in het beslagrekest is verzocht. Rechtbanken hanteren de in de beslagsyllabus opgenomen regelingen bij de beoordeling van beslagrekesten en die regelingen zijn openbaar.

1.3. Rechtbanken en gerechtshoven in den lande oordelen (niettemin) uiteenlopend over de vraag of artikel 843a Rv juncto artikel 730 Rv een wettelijke grondslag bieden voor het leggen van bewijsbeslag. Onder meer de rechtbanken Haarlem, Arnhem, Amsterdam, Dordrecht en Utrecht en de gerechtshoven ’s-Hertogenbosch en Amsterdam zijn in vonnissen en arresten van het bestaan van een dergelijke grondslag uitgegaan. Onder meer de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen heeft in een vonnis d.d. 23 januari 2008 echter anders geoordeeld.

1.4. Zo ook het Gerechtshof Leeuwarden. Het Hof heeft in dit verband bij arrest d.d. 4 augustus 2009 (zaaknummers 200.019.452/01 en 200.020.381/01) geoordeeld dat een in de betreffende zaken gelegd bewijsbeslag niet kon worden gebaseerd op artikel 843a juncto artikel 730 Rv (zie rechtsoverweging 10).

1.5. Het bewijsbeslag in deze zaken was gelegd op originele gegevens en gegevensdragers. Deze originelen waren in beslag genomen bij de beslagenen thuis (waarbij de deurwaarder hulp had ingeroepen van de politie en een slotenmaker en de beslagenen zelf op het moment van beslaglegging niet aanwezig waren). De beslagenen moesten de zaken, nadat deze gekopieerd waren, zelf komen ophalen.

Het Hof oordeelde in dit verband dat artikel 730 Rv ziet op het conservatoire beslag tot afgifte en levering van originele zaken. Het Hof stelde vast dat deze bepaling niet aansluit op artikel 843a Rv, welk artikel geen vorderingsrecht tot afgifte of levering van originele zaken toekent.

1.6. De voorzieningenrechter is van oordeel dat artikel 843a Rv een belanghebbende inderdaad, zoals het Hof Leeuwarden heeft geoordeeld, op zichzelf geen vorderingsrecht tot afgifte of levering van originele bescheiden toekent. Het artikel biedt een belanghebbende onder omstandigheden het recht inzage, afschrift of uittreksel te vorderen van bepaalde originele bescheiden.

Op grond van het tweede lid van het artikel bepaalt de rechter (zo nodig) de wijze waarop inzage, afschrift of uittreksel zal worden verschaft.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan dit inhouden dat originele bescheiden voor korte duur worden afgegeven zodat daarvan afschriften of uittreksels kunnen worden gemaakt. Deze afschriften of uittreksels kunnen vervolgens in bewaring worden gegeven, zodat deze, te gelegener tijd, door een belanghebbende kunnen worden ingezien of aan een belanghebbende kunnen worden afgegeven in de zin van artikel 843a Rv.

In dat opzicht kan artikel 843a Rv naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook wel aansluiten bij artikel 730 Rv en, bijgevolg, een wettelijke grondslag bieden voor een bewijsbeslag.

1.7. Uit het arrest van het Hof Leeuwarden blijkt daarnaast dat het Hof de (flagrante) schending van het huisrecht van de beslagenen die in de betreffende zaken had plaatsgevonden hierbij van groot (zo niet doorslaggevend) belang heeft geacht (zie rechtsoverweging 14). Van een dergelijke schending zal in het onderhavige geval geen sprake zijn, nu beslag verzocht is op (kopieën van) zaken die zich niet in een woning, maar in een bedrijfspand bevinden.

1.8. Zoals de feiten thans liggen, moet ervan worden uitgegaan dat verzoekster niet in staat zal zijn de gestelde wanprestatie ten aanzien van de inkoopprijzen te bewijzen indien zij niet in staat is kopieën van de gegevens en gegevensdragers in de verwante procedure te overleggen. Verzoekster heeft er dan ook belang bij dat wordt voorkomen dat de in beslag te nemen gegevens op enige wijze in het ongerede raken en dat haar rechten uit hoofde van artikel 843a Rv op die wijze illusoir worden. Nu de bewaring uitsluitend kopieën van gegevens en gegevensdragers zal betreffen en de originele gegevens en gegevensdragers na het maken van kopieën ervan aan gerekwestreerde zullen worden geretourneerd, zal de overlast voor gerekwestreerde geen schending van grondrechten impliceren.

1.9. Gezien het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek van verzoekster kan worden toegewezen, conform hetgeen in het navolgende wordt beslist.

2. De beslissing

Gezien aangehecht verzoekschrift:

de voorzieningenrechter

I. verleent verlof om ter verzekering van haar rechten conservatoir beslag te leggen onder de in punt 11 van het verzoekschrift genoemde schuldenaren, met begroting van de vordering van verzoekster, met inbegrip van rente en kosten, voorlopig op € 500.000,00 (zegge: vijfhonderdduizend euro);

II. verleent verlof om conservatoir beslag tot bescherming van bewijs te leggen op de in het verzoekschrift onder punt 17 vermelde, omschreven en beperkte bescheiden, gegevensdragers, administratie en documenten van gerekwestreerde;

III. benoemt de deurwaarder die met het leggen van het beslag is belast tot gerechtelijk bewaarder en bepaalt dat ten spoedigste nadat het beslag is gelegd, door de gerechtelijk bewaarder, al dan niet in samenwerking met een ter zake onafhankelijke deskundige, (digitale) kopieën zullen worden gemaakt van de onder II bedoelde bescheiden, gegevensdragers, administratie en/of documenten, welke kopieën de gerechtelijk bewaarder – zonder inzage of informatie omtrent de inhoud ervan aan verzoekster of aan derden te geven – in gerechtelijke bewaring zal nemen in afwachting van een beslissing van de Voorzieningenrechter of een bodemrechter, terwijl de oorspronkelijke bescheiden, gegevensdragers, administratie en/of documenten terstond na het maken van de kopieën aan gerekwestreerde dienen te worden teruggeven;

IV. bepaalt dat na de hiervoor bedoelde teruggave de gerechtelijke bewaring beperkt is tot de hiervoor bedoelde kopieën;

V. wijst het verzoek tot tenuitvoerlegging op de minuut en op alle dagen en uren af;

VI. bepaalt dat de eis in de hoofdzaak ultimo november 2009 dient te worden ingesteld,

VII. wijst af het meer of anders verzochte.

Assen, 17 augustus 2009

Griffier Voorzieningenrechter