Home

Rechtbank Amsterdam, 23-12-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7845, 13/090247-21 (Promis)

Rechtbank Amsterdam, 23-12-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:7845, 13/090247-21 (Promis)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
23 december 2022
Datum publicatie
27 december 2022
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2022:7845
Zaaknummer
13/090247-21 (Promis)

Inhoudsindicatie

De rechtbank wijst vonnis in 11 zaken in de mega Cherokee die ziet op de verdenking van deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk de grootschalige handel in cocaïne en gewoontewitwassen, waarbij ook vele afzonderlijke drugstransporten en witwasfeiten ten laste zijn gelegd. De rechtbank neemt tevens beslissingen over de rechtmatigheid van het gebruik van Sky ECC berichten als bewijs. De rechtbank komt tot het bewijs van het bestaan van die organisatie, die op professionele wijze opereerde en waarbij stelselmatig gebruik werd gemaakt van een op het oog legaal autoverhuurbedrijf. Ook werd een transportbedrijf veelvuldig ingezet en werd er gebruik gemaakt van een corrupte havenmedewerker. De rechtbank legt gevangenisstraffen op, variërend van 18 maanden tot 12 jaar en daarnaast een geldboete aan het autoverhuurbedrijf.

Uitspraak

VONNIS

Parketnummer: 13/090247-21 (Promis)

Datum uitspraak: 23 december 2022

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

gevestigd op het adres [vestigingsadres] ,

woonplaats kiezende bij [woonplaats] .

Inhoudsopgave

1. Het onderzoek ter terechtzitting 2

2. Tenlastelegging 2

3. Algemene inleiding 3

4. Voorvragen 4

4.1. Geldigheid van de dagvaarding 4

4.2. Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie 4

5. Overwegingen ten aanzien van het gebruik van Sky ECC berichten 5

5.1. De rechtmatigheid van de verkrijging en het gebruik van Sky ECC berichten als bewijs 5

5.1.1. Inleiding 5

5.1.2. De feitelijke gang van zaken rondom de Sky ECC hack 5

5.1.3. Zijn de interceptie en de verkrijging van de Sky ECC data rechtmatig? 10

5.1.4. Heeft het bewaren en het gebruik van Sky ECC data in Nederland rechtmatig plaatsgevonden? 14

5.1.5. Conclusie met betrekking tot rechtmatigheid van de bewijsgaring 18

5.1.6. Informatievoorziening door het Openbaar Ministerie 19

5.1.7. Conclusie met betrekking tot de voorvragen 19

6. Waardering van het bewijs 20

6.2. Het standpunt van het Openbaar Ministerie 20

6.3. Het standpunt van de verdediging 20

6.3. Het oordeel van de rechtbank 20

6.3.1. Sky ECC 20

6.3.2. Witwassen door [verdachte] (feit 2) 26

6.3.3. De organisatie (feit 1) 30

7. Bewezenverklaring 36

7. De strafbaarheid van de feiten 37

8. De strafbaarheid van verdachte 37

9. Motivering van de straffen en maatregelen 38

9.1. De eis van de officier van justitie 38

9.2. Het strafmaatverweer van de verdediging 38

9.3. Het oordeel van de rechtbank 38

10. Beslag 39

10.1. Verbeurdverklaring 39

10.2. Geen beslissing 39

11. Toepasselijke wettelijke voorschriften 39

12. Beslissing 40

Bijlage – Tenlastelegging [verdachte] 43

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 januari 2022, 19 januari 20221, 20 januari 2022, 24 januari 2022, 1 februari 2022, 8 februari 2022,14 februari 2022, 13 mei 2022 en 9 december 2022. Het onderzoek is op laatstgenoemde zittingsdag gesloten.

Op de zittingen werd [verdachte] vertegenwoordigd door haar bestuurder [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ), bestuurder en enig aandeelhouder van [verdachte] . De strafzaak tegen [medeverdachte 1] is gelijktijdig behandeld (13/29987-20).

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. E.B. Smit en M. van Oosten (hierna tezamen ook wel aangeduid als “het Openbaar Ministerie”) en van wat [medeverdachte 1] en zijn raadsman, mr. M.L. van Gessel naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

[verdachte] (hierna “ [verdachte] ”) wordt kort gezegd beschuldigd van:

1. deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van misdrijven, te weten handel in verdovende middelen (lijst I) en (gewoonte)witwassen in de periode van 1 juli 2019 tot en met 24 november 2020

en/of

deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk de handel in verdovende middelen (lijst I) in de periode van 1 juli 2019 tot en met 24 november 2020;

2. medeplegen van gewoontewitwassen van een geldbedrag en van voertuigen in de periode van 23 maart 2018 tot en met 24 november 2020.

De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis is gehecht en maakt deel uit van dit vonnis.

3. Algemene inleiding 2

Het onderzoek Cherokee is op 16 april 2020 gestart naar aanleiding van het vermoeden dat twee mannen uit Amsterdam Zuid-Oost, [naam 1] en [naam 2] , zich in Antwerpen schuldig maakten aan de import van cocaïne. Hierbij werd gebruik gemaakt van een Audi A3 ( [kenteken] )3 van [verdachte] , het autoverhuurbedrijf van [medeverdachte 1] .4 Doordat er plaatsbepalingsapparatuur in dit voertuig was geplaatst, kon worden vastgesteld dat er herhaaldelijk verschillende locaties in Antwerpen werden aangedaan, waaronder een loods gevestigd aan de [locatie loods] .5 Door de Belgische autoriteiten werd op 22 april 2020 in deze loods 4.200 kilo cocaïne onderschept (zaaksdossier Burro). Een aantal personen, waaronder [naam 1] en [naam 2] , werd hierbij op heterdaad aangehouden en is hiervoor in België strafrechtelijk vervolgd. Het onderzoek Cherokee is gericht op personen in Nederland die vermoedelijk betrokken waren bij de import van deze partij cocaïne. Tijdens het onderzoek rees het vermoeden dat een crimineel samenwerkingsverband (hierna: ‘CSV’) actief was waarvan de deelnemers betrokken waren bij de (grootschalige) import van partijen cocaïne en bij witwassen. Uit het onderzoek, waarin ook gegevens uit andere onderzoeken werden gevoegd, kwam een beeld naar voren van een samenwerkingsverband waarbinnen de verschillende betrokkenen ieder hun eigen rol hadden. Zo werden er onder meer opdrachtgevers, coördinatoren, koeriers, bewakers, uithalers en een bewaarder van geld onderscheiden. Het vermoeden is dat er door dit samenwerkingsverband in totaal meer dan 6.000 kilo cocaïne is ingevoerd en miljoenen euro’s zijn witgewassen.

Het onderzoek Cherokee bestaat uit een veelvoud aan zaaksdossiers: Burro, Breeweg, Finland, Navajos, Movano, Liza, Marilion, 15-16 september, Witwassen, Omkoping, Extern en Vormen CSV. Een deel van de vermoedelijke deelnemers aan de organisatie staat tegelijkertijd terecht in dit strafproces: [medeverdachte 2] (hierna: ‘ [medeverdachte 2] ’), [medeverdachte 1] (hierna: ‘ [medeverdachte 1] ’), [medeverdachte 3] (hierna: ‘ [medeverdachte 3] ’), [medeverdachte 4] (hierna: ‘ [medeverdachte 4] ’), [medeverdachte 5] (hierna: ‘ [medeverdachte 5] ’), [medeverdachte 6] (hierna: ‘ [medeverdachte 6] ’), [medeverdachte 7] (hierna: ‘ [medeverdachte 7] ’), [medeverdachte 8] (hierna: ‘ [medeverdachte 8] ’), [medeverdachte 9] (hierna: ‘ [medeverdachte 9] ’), [medeverdachte 10] (hierna: ‘ [medeverdachte 10] ’) en de rechtspersoon [verdachte] (hierna: ‘ [verdachte] ’).

4 Voorvragen

4.1.

Geldigheid van de dagvaarding

De rechtbank is van oordeel dat de tenlastelegging ten aanzien van de woorden “onder meer”, die in verschillende tenlastegelegde feiten worden gebruikt, partieel nietig is. In de tenlastelegging staan opsommingen van (rechts)personen die ervan worden verdacht te hebben deelgenomen aan het crimineel samenwerkingsverband en ook diverse partijen cocaïne en geldbedragen zijn in de tenlastelegging gespecificeerd. De verdenking is in zoverre helder. Voor zover het de woorden “onder meer” betreft is dat niet het geval. De tenlastelegging bevat op dit punt geen enkele inkadering of beperking en daarmee is onvoldoende duidelijk wat door het opnemen daarvan onder het bereik van de tenlastelegging wordt gebracht. Mede gelet op de omvang van het dossier, is, ten aanzien van de bewoordingen “onder meer”, onvoldoende kenbaar waartegen [verdachte] zich moet verdedigen. De dagvaarding zal in zoverre nietig worden verklaard.

Voor het overige voldoet de dagvaarding aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). De dagvaarding is voor het overige geldig.

4.2.

Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

Een deel van de raadslieden van de verdachten in het onderzoek Cherokee heeft betoogd dat het Openbaar Ministerie (hierna: OM) niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van hun cliënt(en). De verweren die de verdediging in die gevallen heeft aangevoerd zien op de verkrijging en het gebruik van de aan het dossier toegevoegde Sky ECC berichten en de wijze waarop het OM de verdediging en de rechtbank hieromtrent van informatie heeft voorzien. De rechtbank bespreekt deze verweren omwille van de leesbaarheid van dit vonnis in rubriek 5.1.

Voordat de rechtbank (hierna in rubriek 5.1.7) haar beslissingen op deze verzoeken en verweren geeft, geeft de rechtbank een uiteenzetting van wat thans bekend is over de wijze waarop het OM de Sky ECC berichten in het onderzoek Cherokee heeft verkregen en het daaruit voortvloeiende juridisch kader waarin de verzoeken van de verdediging worden geplaatst en beoordeeld.

5 Overwegingen ten aanzien van het gebruik van Sky ECC berichten

7 Bewezenverklaring

7 De strafbaarheid van de feiten

8 De strafbaarheid van verdachte

9 Motivering van de straffen en maatregelen

10 Beslag

11 Toepasselijke wettelijke voorschriften

12 Beslissing