Home

Rechtbank Amsterdam, 21-11-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:6800, 71/234699-21

Rechtbank Amsterdam, 21-11-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:6800, 71/234699-21

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
21 november 2022
Datum publicatie
22 november 2022
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2022:6800
Zaaknummer
71/234699-21

Inhoudsindicatie

Onderzoek 26Zenne. Verweren ten aanzien van de verkrijging en het gebruik van EncroChat- en SkyECC-berichten als bewijs worden door de rechtbank verworpen. De rechtbank ziet geen noodzaak tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie en/of de Hoge Raad.

Veroordeling tot 12 jaar gevangenisstraf in verband met meerdere strafbare feiten. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grootschalige cocaïnehandel en wapenhandel. Ook heeft hij geprobeerd om een ander uit te lokken om een ander te dwingen tot afgifte van cocaïne of een geldbedrag van die waarde, door hem of zijn familieleden af te persen, wederrechtelijk van hun vrijheid te beroven of zelfs te vermoorden. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van computervredebreuk. Het doel daarvan was om toegang te krijgen tot de havensystemen om vervolgens ongezien en ongemerkt drugs te kunnen invoeren en daarmee de drugshandel mogelijk te maken.

Uitspraak

VONNIS

Parketnummer: 71/234699-21 (onderzoek 26Zenne)

Datum uitspraak: 21 november 2022

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 1] ,

gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [locatie te plaats] .

Inhoudsopgave

1. Onderzoek ter terechtzitting p. 2

2. Tenlastelegging p. 2

3. Algemene inleiding p. 3

4. Voorvragen p. 4

4.1 Geldigheid van de dagvaarding p. 4

4.2 Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie p. 4

4.3 De overige voorvragen p. 5

5. Bewijs p. 5

5.1 De rechtmatigheid van de EncroChat- en SkyECC-data als bewijs p. 5

5.1.1 Inleiding p. 5

5.1.2 De feitelijke gang van zaken rondom de EncroChat- hack p. 6

5.1.3 De feitelijke gang van zaken rondom de SkyECC- hack p. 9

5.1.4 Is de verkrijging van de EncroChat- en SkyECC-data rechtmatig? p. 13

5.1.5 Heeft het gebruik van de EncroChat- en SkyECC-data in Nederland rechtmatig plaatsgevonden? p. 17

5.1.6 Voorwaardelijk verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen p. 21

5.1.7 Informatievoorziening door het Openbaar Ministerie p. 22

5.1.8 Betrouwbaarheid van de EncroChat- en SkyECC- berichten p. 26

5.2. Feiten in het onderzoek 26Zenne p. 27

5.2.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie p. 27

5.2.2 Het standpunt van de verdediging p. 27

5.2.3 Het oordeel van de rechtbank p. 28

5.2.3.1 Identificatie EncroChat-gebruikers en SkyECC- gebruikers p. 28

5.2.3.2 Voldaan aan bewijsminimum p. 31

5.2.3.3 De feiten p. 32

6. Bewezenverklaring p. 50

7. Strafbaarheid van de feiten p. 52

8. Strafbaarheid van de verdachte p. 52

9. Motivering van de straf p. 53

9.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie p. 53

9.2 Het standpunt van de verdediging p. 53

9.3 Het oordeel van de rechtbank p. 53

10. De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij] p. 55

10.1 De vordering p. 55

10.2 Het standpunt van het Openbaar Ministerie p. 56

10.3 Het standpunt van de verdediging p. 56

10.4 Het oordeel van de rechtbank p. 56

11. Beslag p. 57

11.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie p. 58

11.2 Het standpunt van de verdediging p. 58

11.3 Het oordeel van de rechtbank p. 58

12. Toepasselijke wettelijke voorschriften p. 58

13. Beslissing p. 58

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 2 december 2021, 24 februari 2022, 10 mei 2022, 4 juli 2022 (pro forma/regie), 7, 8, 12, 14, 15 en 19 september 2022 (inhoudelijk) en 7 november 2022 (regie en sluiting).

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. A. Bijleveld en G. Wilbrink (hierna tezamen aangeduid als: het Openbaar Ministerie), en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof, en mr. F. Krumpelman namens de benadeelde partij [benadeelde partij] . (hierna: [benadeelde partij] ) naar voren hebben gebracht.

De rechtbank heeft de zaak tegen verdachte gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] .

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging op de zitting van 7 september 2022 – ten laste gelegd dat hij zich kort gezegd schuldig heeft gemaakt aan:

  1. het medeplegen van computervredebreuk en/of het medeplegen van het vervaardigen van een technisch hulpmiddel dat geschikt is om computervredebreuk mee te plegen in de periode van 15 september 2020 tot en met 24 april 2021 in Nederland en België, subsidiair ten laste gelegd als medeplichtigheid aan computervredebreuk in de periode van 15 september 2020 tot en met 26 oktober 2020 (zaaksdossier 8);

  2. het medeplegen van het in strijd met de wet vervaardigen, transformeren, uitwisselen, verhuren of anderszins ter beschikking stellen, herstellen, beproeven, verhandelen of overdragen van wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, terwijl hiervan een beroep of gewoonte is gemaakt, in de periode van 2 april 2020 tot en met 13 juni 2020 in Nederland (zaaksdossier 1);

  3. het medeplegen van het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of aanwezig hebben van 14 kilo cocaïne op 9 juni 2020 in Nederland (zaaksdossier 2);

  4. het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van 101 kilogram cocaïne in de periode van 18 mei 2020 tot en met 26 mei 2020 in Nederland (zaaksdossier 3);

  5. het medeplegen van het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van 210 kilogram cocaïne in de periode van 28 augustus 2020 tot en met 3 september 2020 in Nederland, subsidiair ten laste gelegd als een poging daartoe (zaaksdossier 4);

  6. het medeplegen van een poging tot uitlokking van een persoon om [persoon 1] en/of [persoon 2] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en/of af te persen in de periode van 1 januari 2020 tot en met 26 mei 2020 in Nederland (zaaksdossier 5);

  7. het medeplegen van het witwassen van € 349.000,- en/of € 174.100,- in de periode van 24 juni 2020 tot en met 11 september 2020 in Nederland (zaaksdossier 6);

  8. het medeplegen van het opzettelijk bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of aanwezig hebben van 17 kilogram cocaïne in de periode van 1 april 2020 tot en met 12 juni 2020 in Nederland, subsidiair ten laste gelegd als voorbereidingshandeling daarvan (zaaksdossier 10);

  9. het medeplegen van het witwassen van € 215.000,- in de periode van 1 april 2020 tot en met 12 juni 2020 in Nederland (zaaksdossier 10).

De rechtbank leest het in de vierde regel van het onder 5 ten laste gelegde vermelde “lid 5” als “lid 4”, omdat van een kennelijke misslag sprake is. De verbetering van deze misslag schaadt verdachte niet in zijn verdediging.

De tekst van de integrale (gewijzigde) tenlastelegging is opgenomen in bijlage I van dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.

3 Algemene inleiding

Onderzoek 26Zenne is gestart naar aanleiding van ontsleutelde berichten uit onderzoek 26Lemont dat zich richtte op het bedrijf EncroChat en uit onderzoek 26Argus dat zich richtte op het bedrijf SkyECC. Beide zijn communicatiediensten die een applicatie aanbieden waarmee versleuteld kan worden gecommuniceerd. Op grond van die chatberichten (hierna: berichten) zijn verdenkingen ontstaan dat de verdachten in onderzoek 26Zenne betrokken waren bij de grootschalige invoer en handel in verdovende middelen, veelal cocaïne. De modus operandi bestond vermoedelijk uit het plaatsen van verdovende middelen in een container tussen een lading goederen die bestemd was voor bonafide bedrijven, die daarvan hoogstwaarschijnlijk onwetend waren. Dit zou mogelijk zijn gemaakt door het hacken van de computers van haventerminals. Op die wijze was men in staat om te beoordelen of - en zo ja, met welke frequentie - containers van of bestemd voor een bepaald bedrijf werden onderworpen aan een Douanecontrole. Daarnaast zijn verdenkingen gerezen van wapenhandel, poging tot uitlokking van moord, poging tot afpersing, het witwassen van grote contante geldbedragen en zijn er bij doorzoekingen vuurwapens, grote contante geldbedragen en grote hoeveelheden verdovende middelen (cocaïne en MDMA) aangetroffen.

4 Voorvragen

5 Bewijs

6 Bewezenverklaring

7 Strafbaarheid van de feiten

8 Strafbaarheid van de verdachte

9 Motivering van de straf

10 De vordering van de benadeelde partij

11 Beslag

12 Toepasselijke wettelijke voorschriften

13 Beslissing