Rechtbank Amsterdam, 28-06-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:3270, CV 20-23376
Rechtbank Amsterdam, 28-06-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:3270, CV 20-23376
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 28 juni 2021
- Datum publicatie
- 13 juli 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2021:3270
- Zaaknummer
- CV 20-23376
Inhoudsindicatie
Verzetzaak, verzet ingesteld tegen partij aan wie de vordering na het verstekvonnis uit 2009 kennelijk is gecedeerd of uitbesteed in plaats van tegen de oorspronkelijke eiser. Opposant niet ontvankelijk in het verzet.
Uitspraak
vonnis
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8950811 CV EXPL 20-23376
vonnis van: 28 juni 2021
fno.: 364
I n z a k e
wonende te [woonplaats]
opposant, nader te noemen: [opposant]
gemachtigde: mr. S. Kara
t e g e n
gevestigd te [vestigingsplaats]
geopposeerde, nader te noemen: [geopposeerde]
gemachtigde: E.A.P. van Lith, gerechtsdeurwaarder
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- de verzetdagvaarding van 8 december 2020, met producties;
- het herstelexploot van 24 december 2020;- het instructievonnis van 18 januari 2021, waarbij is bepaald dat schriftelijk werd voort geprocedeerd;- de conclusie van antwoord in oppositie, met producties;
- de conclusie van repliek in oppositie.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Bij verstekvonnis van 8 oktober 2009 is [opposant] veroordeeld om aan Hoist een bedrag van € 2.951,65 aan hoofdsom te betalen met betrekking tot aan haar gecedeerde facturen van KPN, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
Op 3 november 2020 heeft incassobureau [geopposeerde] aan [opposant] een proces-verbaal laten betekenen “waaruit blijkt dat uit kracht van de daarin vermelde executoriale titel(s)”, op verzoek van [geopposeerde] ten laste van [opposant] executoriaal derdenbeslag was gelegd.
Het geschil
2. [opposant] vraagt hem te ontheffen van de veroordeling van het verstekvonnis van 8 oktober 2009, met vernietiging van het verstekvonnis en opnieuw rechtdoende de vorderingen van [geopposeerde] af te wijzen, alles met veroordeling van [geopposeerde] in de proceskosten.
3. [opposant] , stelt kort gezegd, dat tussen hem en KPN nooit een overeenkomst heeft bestaan, zodat hij uit hoofde daarvan ook geen facturen is verschuldigd.
4. [geopposeerde] heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hieronder voor zover van belang nader ingegaan.