Home

Rechtbank Amsterdam, 29-01-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:177, 8626589 CV EXPL 20-12196

Rechtbank Amsterdam, 29-01-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:177, 8626589 CV EXPL 20-12196

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
29 januari 2021
Datum publicatie
3 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2021:177
Zaaknummer
8626589 CV EXPL 20-12196

Inhoudsindicatie

Loden waterleidingen. Meetmethode om vast te stellen of sprake is van overschrijding van de norm? Gebrek. Huurkorting toegewezen.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 8626589 CV EXPL 20-12196

vonnis van: 29 januari 2021

fno.: 21925

I n z a k e

beiden wonende te [woonplaats]

eiseressen

nader te noemen: tezamen huurders, afzonderlijk [eiseres 1] en [eiseres 2]

gemachtigde: mr. E. Tahitu

t e g e n

gevestigd te Amsterdam

gedaagde

nader te noemen: Ymere

gemachtigde: mr. E. Goemans

Het procesverloop

-

de dagvaarding van 23 juni 2020 met producties;

-

de conclusie van antwoord van 4 september 2020 met producties;

-

het tussenvonnis van 18 september 2020 waarin is bepaald dat een mondelinge behandeling wordt gehouden.

De mondelinge behandeling heeft plaats gevonden op 10 november 2020. [eiseres 1] is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. [eiseres 2] is niet verschenen vanwege de bevalling van haar kind. Namens Ymere zijn verschenen de heer [naam 1] , kwaliteit inspecteur en de heer [naam 2] , bedrijfsjurist, bijgestaan door de gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, huurders aan de hand van spreekaantekeningen, en vragen beantwoord. Na verder debat is de zaak op verzoek van partijen aangehouden om een schikking te onderzoeken. Bij akte van 20 november 2020 is bericht dat geen schikking is bereikt.

Vonnis is nader bepaald op vandaag.

De feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:

1.1

Huurders huren van Ymere een woning aan de [adres 1] en [adres 2] te [plaats] .

1.2

In de woningen bevinden zich loden waterleidingen.

1.3

Op 9 januari 2020 heeft Normec Biobeheer in opdracht van Ymere onderzoek gedaan naar het loodgehalte in het kraanwater van de woningen van huurders. Bij brief van 31 januari 2020 heeft Ymere huurders geïnformeerd over de uitkomsten van dit onderzoek, te weten:

4,64 microgram lood per liter water bij de woning van [eiseres 2]

4,73 microgram lood per liter water bij de woning van [eiseres 1] .

1.4

Op 9 januari 2020 heeft Normec Biobeheer in de woning van de buurvrouw van huurders aan de [adres 3] 34,6 microgram lood per liter water geconstateerd. Ymere heeft aan de huurder van deze woning een huurkorting van 60% toegekend.

1.5

Op de website van Ymere staat dat huurders op eigen kosten zelf een watertest kunnen doen door een geaccrediteerd onderzoeksinstituut.

1.6

Op 22 januari 2020 heeft Eurofins Food Testing B.V. (een geaccrediteerde instelling) in opdracht van huurders onderzoek gedaan naar het loodgehalte in het drinkwater van de woningen van huurders. Uit dit onderzoek blijkt dat het drinkwater lood bevat en dat dit loodgehalte niet voldoet aan de norm bij testen direct na aftappen, en dat het kraanwater voldoet na het openstaan van de kraan langer dan 3 minuten.

1.7

Bij brieven van 14 februari 2020 heeft Ymere huurders aangekondigd dat de leidingen worden vervangen. In deze brief staat verder onder andere:

“Uw kraanwater stroomt voor een deel door een loden waterleiding. In uw kraanwater zitten waarschijnlijk nog looddeeltjes, maar we weten niet hoeveel. Looddeeltjes in kraanwater kunnen schadelijk zijn voor uw gezondheid en die van medebewoners. Wilt u zekerheid? Drink dan fleswater totdat we de loden waterleidingen hebben vervangen.”

1.8

Bij brief van 5 maart 2020 hebben huurders verzocht om toekenning van een huurkorting van 60% in verband met overschrijding van de norm voor loodgehalte in het drinkwater.

1.9

Ymere heeft op het verzoek van huurders afwijzend gereageerd.

1.10

In een memo van 26 maart 2020 van het Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM) aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat staat het volgende:

“Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I en W) heeft het RIVM

gevraagd om advies over een monsternamestrategie op te stellen om

loden leidingen in drinkwaterinstallaties op te sporen. Loden leidingen zijn

onwenselijk omdat hierdoor lood in kraanwater terecht komt. Dit is

schadelijk voor de gezondheid.

(…)

Het doel van deze monsternamestrategie voor lood in kraanwater is om

onzichtbare loden leidingen in de drinkwaterinstallatie van een gebouw of

woning op te sporen.

(…)

De monsternamestrategie is niet bedoeld voor het toetsen aan normen of

het bepalen van de gemiddelde wekelijkse inname van lood via een

specifiek kraanwatertappunt. Hoofdstuk 2 en bijlage 2 gaan in op andere

monstername methodes die hier wel geschikt voor zijn.

(…)

Bijlage 2

(…)

Random Day Time (RDT) huidige wettelijke monsternamestrategie

Doel: bepalen van de gemiddelde, wekelijkse inname van een groep consumenten in een distributiegebied

Voor het wettelijk meetprogramma drinkwaterkwaliteit wordt in Nederland

de zogenaamde ‘willekeurig over de dag verspreide’ ofwel ‘Random Day

Time’ (RDT) — monsternamemethode gevolgd (VROM-Inspectie, 2004).

De ‘Random Day Time’ (RDT) — monsternamemethode is momenteel

internationaal (op EU-niveau) de gangbare wijze waarop

kraanwatermonsters voor metalen worden genomen. Tijdens een

workshop in 2003 van de drinkwaterbedrijven en de toenmalige VROM

inspectie (thans ILT) bleek dat voor RDT-monstername een breed

draagvlak bestond. Op basis van een EU-document en de resultaten van

de workshop is destijds een protocol opgesteld voor de monitoring van

zware metalen. Dit staat beschreven in Bijlage 3 van de Inspectierichtlijn

‘Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit’ (VROM-Inspectie,

2004). Naast lood geldt dit ook voor de metalen koper en nikkel.

De monsters dienen te worden genomen in huizen of gebouwen uit kranen

die normaal worden gebruikt voor menselijke consumptie en die

willekeurig ofwel random over het distributiegebied verspreid zijn. Het

monster wordt genomen aan de meest gebruikte kraan (meestal de

keukenkraan) op een willekeurig tijdstip op de dag (tijdens kantooruren).

Er wordt een monster van 1 liter genomen direct na het opendraaien van

de kraan, dus zonder vooraf door te spoelen. De analyse dient plaats te

vinden volgens de regulier geaccrediteerde methode. Het monster volgens

de RDT-methode kan dus afkomstig zijn uit een leiding met water dat een

aantal uren heeft gestaan, of uit een leiding die net is doorgestroomd

omdat de kraan kort daarvoor is gebruikt.

(…)

De VROM-Inspectie (2004) stelt dat de huidige RDT

methode, met random gekozen meetpunten en de minimaal

voorgeschreven (audit)frequentie, weinig informatie geeft over de

werkelijke situatie in het distributiegebied.

RDT is minder geschikt voor het opsporen van loden leidingen

Er wordt zelden een woning met loden leidingen aangetroffen met de

gangbare RDT-monitoring. Dit wordt veroorzaakt door het geringe aantal

panden met loden leidingen in Nederland. Ook UBA (2018) beschrijft dat

RDT-monstername niet geschikt is om te bepalen of de gemiddelde

(wekelijkse) inname van een individuele consument op één tappunt wordt

overschreden.

(…)

Proportionele monstername

Doel: bepalen van de gemiddelde (wekelijkse) inname van een individuele

consument via één tappunt

De inname van lood kan sterk variëren vanwege factoren zoals

consumentengedrag, de complexiteit van de leidingwater installatie (klein

of groot gebouw), watersamenstelling en watergebruik.

Monsternamestrategieën om de gemiddelde inname te bepalen, zouden

idealiter al deze factoren mee moeten nemen. Zoals Haring (1985), Van

den Hoven en Slaats (2006), VROM-Inspectie (2013) en Health Canada

(2017) beschrijven, neemt zogenaamde ‘proportionele monstername’

deze variabiliteit mee en is dan ook een goede methode om de werkelijke

inname van lood via kraanwater op een locatie te bepalen. Hierbij wordt,

gedurende een week, een fractie van de hoeveelheid water die wordt

gedronken (5%), bij de betreffende kraan verzameld en geanalyseerd op

lood.

Vergelijking met RDT

Van den Hoven et al. (1999) concludeert dat op basis van één RDT

monster er geen goede uitspraak kan worden gedaan over de gemiddelde

wekelijkse inname. Het gemiddelde van meerdere RDT-monsters

gedurende de week bleek wel goed te correleren met de gemiddelde

wekelijkse inname, gemeten met proportionele monstername, en deze

zelfs iets te overschatten. Er wordt geconcludeerd dat RDT-monstername

indien uitgevoerd door een professionele monsternemer, onaangekondigd

en op een willekeurig tijdstip gedurende kantoortijden, kennelijk

overeenkomt met een stagnatietijd die dichtbij de werkelijke gemiddelde

stagnatietijd van het consumptiepatroon van kraanwater aan de

betreffende kraan ligt. Ofwel: RDT-monstername lijkt in zekere mate het

consumptiepatroon van de gebruiker weer te geven.

(…)”

1.11

Op 2 juli 2020 hebben de ministers van Binnenlandse Zaken, Infrastructuur en Waterstaat, Medische Zorg en Sport de Tweede Kamer geïnformeerd over de acties die het kabinet naar aanleiding van het Gezondheidsraadadvies van 6 november 2019 in aanvulling op al bestaand beleid wil inzetten:

“(…)

De huidige norm voor lood in drinkwater bedraagt 10 microgram/L, gemeten volgens de RDT methode door drinkwaterbedrijven.

(…)

Op basis van een innameberekening en risicobeoordeling van het RIVM concludeerde de Gezondheidsraad dat de schadelijkheid voor baby’s en kinderen, maar ook voor volwassenen groter blijkt dan eerder gedacht. Gebleken is ook dat het loodniveau in het leidingwater na het tappen van water sneller weer oploopt dan waar men van uitging.

(…)

De Gezondheidsraad beveelt een aantal maatregelen aan met de nadruk op bronmaatregelen: sanering van resterende loden leidingen (…). Verder doet de Gezondheidsraad de aanbeveling om in te zetten op een drinkwaternorm van 5 microgram/L in de herziening van de Europese Drinkwaterrichtlijn (hierna: herziene Drinkwaterrichtlijn) en deze waarde als actiewaarde voor meetprogramma’s te hanteren.

(…)

Meetmethode

De drinkwaterbedrijven monitoren steekproefsgewijs aan de tap de aanwezigheid

van verschillende stoffen in het drinkwater, waaronder lood. De meetmethode die

ze gebruiken (Random Daytime methode) is opgenomen in de

Drinkwaterregelgeving. De woningen en gebouwen worden steekproefsgewijs

gekozen. Deze methode heeft als doel inzicht te geven in de gemiddelde

blootstelling in een distributiegebied.

Omdat er maar één meting per gebouw/woning wordt gedaan op een willekeurig

moment op de dag is deze methode niet geschikt om de precieze blootstelling van

een bewoner binnen een individueel gebouw of individuele woning te bepalen.

(…)

Om te bepalen of er in een woning of gebouw (delen) niet zichtbare

materialen aanwezig zijn die lood afgeven heeft het RIVM in opdracht

van I en W een bemonsteringsstrategie (op basis van stagnatie) opgesteld

(https ://www. rivm. nl/drinkwater). Deze bemonsteringsstrategie is geschikt om

loden leidingen op te sporen of om problemen uit te sluiten. Wanneer de gemeten

loodconcentratie na 6 uur stilstand met deze methode onder de waarde van de

drinkwaternorm ligt wordt zeker voldaan aan de drinkwaternorm en kan het water

veilig worden gedronken. Dit betreft namelijk een worst-case meting.

Indien er wel een verhoogde loodwaarde is en men wil weten of de gemiddelde

blootstelling in een woning boven de norm van 10 microgram/L ligt dan is

momenteel proportionele bemonstering de beste methode. Omdat de

proportionele monstername een bewerkelijke methode is en beperkt beschikbaar

is wordt nog onderzoek gedaan naar een eenvoudiger methode om de gemiddelde

loodbelasting aan een tappunt te bepalen. Dit zal een meerjarig project zijn

omdat vergelijkend onderzoek moet worden gedaan. Er wordt gezocht naar een

praktische werkwijze voor de korte termijn in afwachting van de

onderzoeksresultaten.

(…)

Huurwoningen

Het is aan de gebouw-/woningeigenaar om loden leidingen te vervangen. Verhuurders hebben hierin een bijzondere rol. Kenmerk van de huursector is dat de bewoner/gebruiker van de verhuurder, die immers eigenaar is van het pand, afhankelijk is voor de kwaliteit van de binnenhuisinstallatie. Een huurder moet ervan uit kunnen gaan dat hij in een veilige woning woont, met gezond en veilig drinkwater. Op grond van het huurrecht moet een verhuurder gebreken herstellen. Een te hoog loodgehalte van het drinkwater is door de Huurcommissie in het Gebrekenboek aangewezen als gebrek. Wanneer er sprake is van loden leidingen kan een huurder zijn verhuurder hier dus op aanspreken. Indien de verhuurder weigert de leidingen te vervangen kan de huurder zijn zaak voorleggen aan de Huurcommissie of zo nodig de rechter (…). Hoewel de verhuurder hier formeel niet toe is verplicht acht ik het zeer wenselijk dat de verhuurder de huurder faciliteert bij het drinken van ander water, bijvoorbeeld door het installeren van een tijdelijk tappunt na de meter. (…)”

1.12

Ymere heeft de leidingen in de woningen van huurders vervangen op 29 juni 2020.

1.13

Naar aanleiding van een persbericht van Ymere heeft AT5 op 28 oktober 2020 het volgende nieuwsbericht gepubliceerd:

Ymere geeft de huurkorting van 60 procent bij een gemiddelde loodwaarde van boven de 10 microgram lood per liter. Om dit te meten gebruikte Ymere uitsluitend hun eigen meetmethode, ondanks veel kritiek. Maar hier komt de woningcorporatie nu op terug. Gedupeerden die zelf met een geaccrediteerde watertest boven de 10 gram uitkomen, krijgen ook de huurkorting. Wel blijft staan dat in Noord het water eerst twee minuten heeft moeten doorstromen.

Meetmethode

Ymere komt hierop terug, vooral omdat er nog geen betrouwbare test is. 'In de praktijk is er nog geen watertest beschikbaar die op betrouwbare manier kan vaststellen hoeveel looddeeltjes bewoners met loden leidingen via kraanwater binnenkrijgen. Als er geen test is, dan mogen huurders daar niet de dupe van zijn', vertelt regiomanager [naam regiomanager] .

Eerder in items van AT5 kwam naar voren dat er veel discussie is over de meetmethode van Ymere. Daarom lieten sommige bewoners zelf metingen van hun kraanwater verrichten. Met als resultaat: een hogere loodwaarde dan de metingen van Ymere.

'De coulanceregeling wordt daarom verhoogd tot 60 procent huurkorting als er 10 gram looddeeltjes of meer in het kraanwater is aangetroffen na een geaccrediteerde watertest volgens actuele inzichten van het RIVM en afgestemd op het type woning. Dit totdat duidelijk is welke meetmethode wel geschikt is voor het vaststellen van een gebrek', licht [naam regiomanager] toe.

'Dat betekent bijvoorbeeld dat als je geen eigen watermeter hebt of de leidingen deelt met de buren, zoals het geval is bij veel woningen in de Tuindorpen in Amsterdam-Noord, je de kraan eerst laat doorstromen voordat je een watermonster neemt. Zo weet je zeker dat als er nog een loden leiding loopt, je die ook vindt.' (…)

Het geschil

2. Huurders hebben gevorderd dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, zakelijk weergegeven:

  1. bepaalt dat Ymere de onderzoeksresultaten van Eurofins accepteert en gelijkstelt aan de onderzoeksresultaten van Normec Biobeheer;

  2. bepaalt dat Ymere op grond van “gelijke monniken gelijke kappen” aan huurders de huurkorting van 60% dient toe te kennen;

  3. bepaalt dat Ymere de huurkorting met terugwerkende kracht vanaf 22 januari 2020 toepast totdat de leidingen volledig zijn vervangen;

  4. bepaalt dat Ymere aan huurders de aanschaf van flessen water vergoedt van € 100,- per maand vanaf februari 2020 totdat de leidingen volledig zijn vervangen;

  5. met veroordeling van Ymere in de proceskosten.

3. Huurders leggen aan hun vordering ten grondslag, kort gezegd, de meetresultaten van het loodgehalte in het kraanwater in hun woningen, en stellen met verwijzing naar het Gebrekenboek dat een huurkorting van 60% moet worden toegepast.

4. Ymere heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van de vordering.

5. Bij de beoordeling zal voor zover van belang verder worden ingegaan op de standpunten van partijen.

De beoordeling