Rechtbank Amsterdam, 16-03-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1127, AMS 20/3890
Rechtbank Amsterdam, 16-03-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1127, AMS 20/3890
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 16 maart 2021
- Datum publicatie
- 19 maart 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2021:1127
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2022:852, Meerdere afhandelingswijzen
- Zaaknummer
- AMS 20/3890
Inhoudsindicatie
Eiseres werkt in de sociale advocatuur en deed een huurrechtzaak voor een cliënte op toevoeging (wat betekent dat zij grotendeels werd betaald door de overheid). Eiseres deed een verzoek bij de Raad voor Rechtsbijstand om extra uren vergoed te krijgen, omdat het een complexe zaak was en zij deze niet kon afronden binnen de standaard uren. De rechtbank stelt eiseres in het gelijk. De Raad voor Rechtsbijstand kon in redelijkheid niet concluderen dat de zaak niet feitelijk complex is, onder andere vanwege de uitvoerige inhoudelijke correspondentie in de zaak. Uit het rapport Andere Tijden blijkt duidelijk dat het aantal punten dat in de regel wordt toegekend in huurrechtzaken zoals deze zaak, veel minder is dan het aantal uren dat gemiddeld aan zo’n zaak wordt besteed. Dit brengt met zich mee dat de Raad voor Rechtsbijstand haar beleid over de doelmatige besteding van extra uren niet te streng en rigide kan toepassen. Het kan niet zo zijn dat een te strikte toepassing van het beleid (zonder zorgvuldig maatwerk), ertoe leidt dat huurrechtadvocaten extra uren - als deze doelmatig zijn besteed - niet vergoed krijgen.
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/3890
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. J.S. Vlieger)
en
het bestuur van de raad voor de rechtsbijstand, verweerder (hierna: de Raad) (gemachtigde: mr. C.W. Wijnstra)