Home

Rechtbank Amsterdam, 13-08-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:3989, 13.117031.20

Rechtbank Amsterdam, 13-08-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:3989, 13.117031.20

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
13 augustus 2020
Datum publicatie
14 augustus 2020
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2020:3989
Zaaknummer
13.117031.20

Inhoudsindicatie

Meerdere winkeldiefstallen bier, wijn uit supermarkt en jas uit kledingwinkel. Vernieling van autospiegel dienstauto politie Amsterdam. ISD-maatregel.

Uitspraak

vonnis

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummers: 13.117031.20 (A), 13.106127.20 (B), 13.111277.20 (C) en 13.113897.20 (D)

Datum uitspraak: 30 juli 2020

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 2001,

wonende op het adres [adres] ,

gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 juli 2020. Verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S. van den Berg, advocaat te Amsterdam, waren daarbij aanwezig.

De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A, zaak B, zaak C en zaak D aangeduid.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R.W. van Zanten en van wat verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:

Zaak A: diefstal van blikjes bier, tonijn en brood van Albert Heijn op 28 april 2020;

Zaak B: diefstal van een fles wijn van Albert Heijn op 18 april 2020;

Zaak C: vernieling van een autospiegel van de Politie Amsterdam op 22 april 2020;

Zaak D: diefstal van een jas van Peek & Cloppenburg op 26 april 2020.

De volledige tekst van de tenlasteleggingen is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3. Waardering van het bewijs

3.1

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle vier de tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen. Ten aanzien van zaak A moet een gedeeltelijk vrijspraak volgen voor de onderdelen ‘tonijn’ en ‘brood’.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft bepleit dat ten aanzien van zaak A een gedeeltelijke vrijspraak moet volgen voor de onderdelen ‘tonijn’ en ‘brood’. Ten aanzien van het bier en de overige zaken heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank vindt bewezen dat verdachte de tenlastegelegde diefstallen (zaken A, B en D) en de vernieling (zaak C) heeft begaan. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.1

Ten aanzien van zaak A:

De teamleider van de Albert Heijn heeft gezien dat verdachte op 28 april 2020 te Amsterdam blikjes Heineken bier in een mandje deed, vervolgens de blikjes in zijn zwarte Nelson tas stopte, zonder te betalen de kassa’s voorbij liep naar de uitgang en de winkel verliet.2 Verdachte heeft dit feit ter zitting bekend.3 Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken voor de onderdelen ‘tonijn’ en ‘brood’, omdat het dossier hiervoor onvoldoende bewijs bevat.

Ten aanzien van zaak B:

Twee medewerkers van de Albert Heijn zagen op 18 april 2020 een persoon een wijnfles in zijn tas stoppen. Deze persoon wilde de fles zonder te betalen voorbij de kassa krijgen.4 Verdachte heeft dit feit ter zitting bekend.5

Ten aanzien van zaak C:

Het dossier bevat een aangifte van verbalisant [verbalisant] , die heeft verklaard dat hij op 22 april 2020 te Amsterdam op de beelden van de beveiligingscamera zag dat verdachte met zijn been met kracht tegen de rechterbuitenspiegel van het dienstvoertuig trapte, waardoor de buitenkap van de spiegel is ontwricht.6 Verdachte heeft ook dit feit bekend.7

Ten aanzien van zaak D:

Het dossier bevat een aangifte namens Peek & Cloppenburg vestiging [plaats vestiging] . Een medewerker heeft op 26 april 2020 gezien dat een persoon, die zich identificeerde als verdachte, een jas van de winkel in zijn handen had, verdacht om zich heen keek en die jas in zijn eigen zwarte tas stopte. De beveiliger trof de onbetaalde jas aan in de zwarte tas van verdachte.8 Verdachte heeft dit feit ter terechtzitting bekend.9

4 Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de hiervoor in rubriek 3.3 vermelde bewijsmiddelen in het dossier bewezen dat verdachte:

ten aanzien van zaak A:

op 28 april 2020 te Amsterdam blikken bier die aan een ander toebehoorde, te weten aan de Albert Heijn, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

ten aanzien van zaak B:

op 18 april 2020 te Amsterdam een fles wijn, die aan een ander toebehoorde, te weten aan Albert Heijn, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

ten aanzien van zaak C:

op 22 april 2020 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een autospiegel die aan een ander, te weten aan Politie Eenheid Amsterdam toebehoorde, heeft beschadigd;

ten aanzien van zaak D:

op 26 april 2020 te [plaats vestiging] een jas, die aan een ander toebehoorde, te weten aan Peek & Cloppenburg, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

5 De strafbaarheid van de feiten

6 De strafbaarheid van verdachte

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

10 Beslissing