Home

Rechtbank Amsterdam, 16-07-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:3608, 13/151773-19

Rechtbank Amsterdam, 16-07-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:3608, 13/151773-19

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
16 juli 2020
Datum publicatie
5 augustus 2020
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2020:3608
Zaaknummer
13/151773-19

Inhoudsindicatie

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstige verkeersovertreding. Geen voorrang voetgangerverlenen op oversteekplaats, letsel oa gebroken scheenbeen en ribben. Vrijspraak art 6 WVW. Veroordeling art 5 WVW tot geldboete 500,- voorwaardelijk

Uitspraak

VONNIS

Parketnummer: 13/151773-19

Datum uitspraak: 16 juli 2020

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 juli 2020.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.E. Woudman en van wat verdachte en haar raadsman mr. A.D. Kupelian naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat

primair

zij op of omstreeks 14 mei 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmee rijdende over de Bijlmerdreef, zich zodanig, te weten zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor aan een ander, genaamd [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken scheenbeen en/of gebroken ribben, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, werd toegebracht, bestaande dat gedrag hieruit:

verdachte heeft gereden over de Bijlmerdreef, komende uit de richting van de Elsrijkdreef en gaande in de richting van de Gooiseweg, terwijl verdachte beginnend bestuurder was, gekomen ter hoogte van de voetgangersoversteekplaats heeft verdachte zich niet, althans niet tijdig/en of voldoende, vergewist en/of is zich niet, althans niet tijdig en/of voldoende, van blijven vergewissen dat een voetganger, te weten voornoemde [slachtoffer] doende was voornoemde voetgangersoversteekplaats over te steken, althans die zich (daartoe) op die voetgangersoversteekplaats bevond, verdachte heeft, gekomen ter hoogte van voornoemde voetgangersoversteekplaats voornoemde voetganger geen voorrang verleend, althans niet voor laten gaan en/of heeft verdachte niet, althans niet tijdig en/of voldoende, afgeremd en/of is verdachte niet, althans niet tijdig en/of voldoende uitgeweken voor voornoemde voetganger, verdachte is (vervolgens) tegen voornoemde [slachtoffer] aangereden en/of aangebotst, waardoor aan voornoemde [slachtoffer] vorenomschreven (zwaar) lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, werd toegebracht;

subsidiair

zij op of omstreeks 14 mei 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmee rijdende over de Bijlmerdreef, zich zodanig heeft gedragen dat daardoor gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd, bestaande dat gedrag hieruit:

verdachte heeft gereden over de Bijlmerdreef, komende uit de richting van de Elsrijkdreef en gaande in de richting van de Gooiseweg, terwijl verdachte beginnend bestuurder was, gekomen ter hoogte van de voetgangersoversteekplaats heeft verdachte zich niet, althans niet tijdig/en of voldoende, vergewist en/of is zich niet, althans niet tijdig en/of voldoende, van blijven vergewissen dat een voetganger, te weten voornoemde [slachtoffer] doende was voornoemde voetgangersoversteekplaats, over te steken, althans die zich (daartoe) op die voetgangersoversteekplaats bevond, verdachte heeft, gekomen ter hoogte van voornoemde voetgangersoversteekplaats voornoemde voetganger geen voorrang verleend, althans niet voor laten gaan en/of heeft verdachte niet, althans niet tijdig en/of voldoende, afgeremd en/of is verdachte niet, althans niet tijdig en/of voldoende uitgeweken voor voornoemde voetganger, verdachte is (vervolgens) tegen voornoemde [slachtoffer] aangereden en/of aangebotst.

3 Waardering van het bewijs

De rechtbank is van oordeel dat op grond van het dossier en de bekennende verklaring van verdachte is komen vast te staan dat verdachte op 14 mei 2018 op de Bijlmerdreef geen voorrang heeft verleend aan [slachtoffer] die zich op dat moment bevond op de voetgangersoversteekplaats. Verdachte is hierbij tegen [slachtoffer] aangereden. Dat [slachtoffer] zich op de oversteekplaats bevond en niet daarnaast blijkt uit de veegsporen van zijn schoenen op het zebrapad. Verdachte, die sinds 20 januari 2015 over een rijbewijs beschikt, kende de situatie ter plaatse en wist dat zij een voetgangersoversteekplaats naderde. Omdat zij haar aandacht had gericht op een auto voor haar, heeft zij niet afgeremd bij het naderen van die oversteekplaats en heeft zij vlak voor de oversteekplaats niet meer gekeken of de oversteekplaats vrij was van voetgangers. Daardoor heeft zij de voetganger niet gezien, met de aanrijding tot gevolg.

Vrijspraak primair ten laste gelegde

De rechtbank is – met de officier van justitie en de verdediging – van oordeel dat dit verkeersgedrag, te weten het geen voorrang verlenen aan voetganger [slachtoffer] op de voetgangersoversteekplaats, onder de gegeven omstandigheden weliswaar als een ernstige verkeersfout van verdachte kan worden aangemerkt, maar dat deze enkele fout onvoldoende ernstig is om te spreken van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte zal daarom van het primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.

Subsidiair ten laste gelegde

De rechtbank acht wel bewezen dat verdachte zich door haar handelen zodanig heeft gedragen dat daardoor gevaar op die weg werd veroorzaakt. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde overtreding.

3.4.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte, ten aanzien het subsidiair ten laste gelegde,

op 14 mei 2018 te Amsterdam, als bestuurder van een motorrijtuig, daarmee rijdende over de Bijlmerdreef, zich zodanig heeft gedragen dat daardoor gevaar op die weg werd veroorzaakt, bestaande dat gedrag hieruit:

verdachte heeft gereden over de Bijlmerdreef, komende uit de richting van de Elsrijkdreef en gaande in de richting van de Gooiseweg, terwijl verdachte beginnend bestuurder was, gekomen ter hoogte van de voetgangersoversteekplaats heeft verdachte zich niet voldoende vergewist en is zich niet voldoende blijven vergewissen dat een voetganger, te weten voornoemde [slachtoffer] doende was voornoemde voetgangersoversteekplaats, over te steken, verdachte heeft, gekomen ter hoogte van voornoemde voetgangersoversteekplaats voornoemde voetganger geen voorrang verleend, en heeft verdachte niet afgeremd en verdachte is vervolgens tegen voornoemde [slachtoffer] aangereden.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

4 Het bewijs

5 De strafbaarheid van het feit

6 De strafbaarheid van verdachte

7 Motivering van de straf

8 Toepasselijke wettelijke voorschriften

9 Beslissing