Home

Rechtbank Amsterdam, 09-07-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:3345, 13-846008-18

Rechtbank Amsterdam, 09-07-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:3345, 13-846008-18

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
9 juli 2020
Datum publicatie
9 juli 2020
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2020:3345
Zaaknummer
13-846008-18

Inhoudsindicatie

De rechtbank heeft op 9 juli 2020 twee vrouwen, moeder en dochter veroordeeld voor een periode van ruim twee jaar, samen met een ander, als bedrijfs¬matig houdster van honden deze honden de nodige verzorging onthouden. Daarnaast hebben zij en haar moeder de honden niet geregistreerd in een databank en heeft verdachte meerdere dierenpaspoorten en laboratoriumrapporten vervalst. Hierdoor leek het alsof de honden waren ingeënt en getest op besmettelijke dierziekten. Tijdens de controles van de NVWA is verdachte er verschillende malen op gewezen dat zij de honden voldoende bewegingsruimte en veterinaire zorg diende te verschaffen, haar vakdiploma moest halen en aan de administratieve verplichtingen moest voldoen. Keer op keer bleek de situatie echter niet gewijzigd en verslechterde deze zelfs, aldus de dierenarts van de NVWA. Bij de NVWA bestond de indruk dat verdachten deze aanwijzingen maar onzin vonden.

De honden hadden geen droge en schone ligplaats. Ze moesten in hun eigen urine en ontlasting staan en liggen en in de ruimtes waarin de honden werden gehouden hing een indringende ammoniaklucht. Verdachte en haar moeder hielden veel meer honden dan de bedrijfsruimte toeliet, de honden verbleven in te kleine hokken en hadden te weinig bewegings- en uitlaatmogelijkheden. Veel honden waren sterk verma¬gerd en hun gebit, vacht, oren, nagels en ogen waren vervuild en in slechte toestand. De rechtbank maakt zich ook zorgen maakt over de bereidheid van verdachte zich aan de regels te houden die gelden voor het houden en fokken van dieren, mocht zij daar op enig moment weer toe overgaan.

De rechtbank heeft de vrouw naast een geldboete en een beroepsverbod een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.

Uitspraak

vonnis

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummer: 13-846008-18

Datum uitspraak: 9 juli 2020

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige economische kamer, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1962,

wonende op het adres [adres] , [woonplaats] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 3 en 4 juni 2020 (inhoudelijke behandeling) en 9 juli 2020 (sluiting).

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mrs. M.C.A. Plantenga en C.J. Zweers, en van wat verdachte en haar raadsman, mr. N.M. van Wersch, naar voren hebben gebracht.

2 Inleiding

Aan de dagvaarding ligt het onderzoek Handzaag ten grondslag. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van een melding van verminderd dierenwelzijn door de (dieren)politie.

Op het adres [adres 1] waren twee hondenfokkerijen gevestigd: [naam hondenfokkerij 1] en [naam hondenfokkerij 2] . Verdachte stond als eigenaar van de [naam hondenfokkerij 1] geregistreerd. De moeder van verdachte, [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) en tevens medeverdachte, stond geregistreerd als eigenaar van [naam hondenfokkerij 2] . De fokkerijen zijn vanaf 2014 meermalen gecontroleerd door de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA).1 Die controles vonden plaats naar aanleiding van meldingen over verwaarlozing van honden, wantoestanden of malafide parktijken. Bij deze controles zijn meerdere overtredingen vastgesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig fokken en verhandelen van honden en de zorg voor en het welzijn van de honden. Volgens de controleurs waren de honden in te kleine kooien gehuisvest, beschikten ze niet over schoon drinkwater en waren ze vervuild. Naar aanleiding van de controles zijn diverse bestuursrechtelijke maatregelen opgelegd.2 Tijdens de controles bleek ook dat verdachten zich al jarenlang bezig hielden met het fokken en verhandelen van honden, maar zich tot op 5 juli 2017 niet hadden geregistreerd voor het bedrijfsmatig houden van honden.3

In mei 2018 is een strafrechtelijke onderzoek gestart en op 16 juni 2018 werd de NVWA ingeschakeld omdat er bij de fokkerijen werd gezien dat veel honden op transport werden gezet. Op de locatie stonden drie transportbussen klaar waarin benches met daarin honden werden geladen. Vervolgens heeft er een doorzoeking plaatsgevonden waarbij onder meer een groot aantal honden en administratie in beslag is genomen.

Uiteindelijk zijn verdachte en [medeverdachte] gedagvaard.

3 Tenlastelegging

Verdachte wordt – kort gezegd – beschuldigd van (het medeplegen van):

1. het (bedrijfsmatig) fokken en/of verhandelen van honden terwijl niet aan de voorwaarden van het Besluit houders van dieren werd voldaan in de periode van 1 januari 2016 tot en met 16 juni 2018;

2. het niet (binnen 8 weken na de geboorte) in de I&R databank registreren van gegevens van de geboorte van 481 honden in de periode van 1 januari 2016 tot en met 16 juni 2018;

3. het nalaten van het registreren van het overlijden van 26 honden én het overdragen van 73 honden, zonder zich als houder af te melden in de periode van 1 januari 2016 tot en met 16 juni 2018;

4. het onthouden van de nodige (veterinaire) verzorging aan de honden in de periode van 1 januari 2017 tot en met 16 juni 2018;

5. het plegen van valsheid in geschrift (opmaak en aanwezig hebben) van hondenpaspoorten en testresultaten door de dierenpaspoorten te voorzien van valse vaccinstickers en valse stempels en de testresultaten te voorzien van een valse stempel in de periode 1 januari 2016 tot en met 16 juni 2018;

6. het op 16 juni 2018 in Nederland brengen dan wel voorhanden hebben van diergeneesmiddelen zonder vergunning;

7. het op 16 juni 2018 bedrijfsmatig transporteren van honden terwijl niet werd voldaan aan de transportvoorschriften.

De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

4 Voorvragen

5 Waardering van het bewijs

6 Bewezenverklaring

7 De strafbaarheid van de feiten

8 De strafbaarheid van verdachte

9 Motivering van de straffen

10 Beslag

11 Toepasselijke wettelijke voorschriften

12 Beslissing