Home

Rechtbank Amsterdam, 12-03-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:2070, 13/259790-17

Rechtbank Amsterdam, 12-03-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:2070, 13/259790-17

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
12 maart 2019
Datum publicatie
26 maart 2019
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2019:2070
Zaaknummer
13/259790-17

Inhoudsindicatie

Ontucht met persoon die de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt. Taakstrafverbod van art 22b Sr wel van toepassing.

Uitspraak

VERKORT VONNIS

Parketnummer: 13/259790-17

Datum uitspraak: 12 maart 2019

Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1992,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres

[adres 1] , [woonplaats] .

1 Onderzoek ter terechtzitting

Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 maart 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. A.C. Bennis, en van wat verdachte en haar raadsvrouw, mr. J.M. Veldman, naar voren hebben gebracht.

De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van wat [persoon 1] , moeder van het minderjarige slachtoffer, en haar raadsvrouw, mr. S. Aytemur, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat zij zich op 17 juli 2017 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [persoon 2] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt.

De tekst van de tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Waardering van het bewijs

3.1

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de aan verdachte ten laste gelegde ontuchtige handelingen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren. Hij acht de ontucht bewezen op grond van de verklaring van het slachtoffer en de bekennende verklaring van verdachte.

3.2

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw is van mening dat het ten laste gelegde kan worden bewezen op grond van de verklaring van het slachtoffer en de bekennende verklaring van verdachte.

3.3

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht met de officier van justitie en de raadsvrouw de ten laste gelegde ontuchtige handelingen met [persoon 2] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, bewezen. De rechtbank grondt haar bewezenverklaring op de verklaring van [persoon 2] en de bekennende verklaring van verdachte.

4 Bewezenverklaring

5 Bewijsmiddelen

6 Strafbaarheid van het feit

7 Strafbaarheid van verdachte

8 Motivering van de straffen

9 Toepasselijke wettelijke voorschriften

10 Beslissing