Rechtbank Amsterdam, 07-06-2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:4017, 13/751273-18
Rechtbank Amsterdam, 07-06-2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:4017, 13/751273-18
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 7 juni 2018
- Datum publicatie
- 19 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2018:4017
- Zaaknummer
- 13/751273-18
Inhoudsindicatie
EAB Polen: Meerdere zittingen. Opgeëiste persoon niet aanwezig. Alhoewel de dagvaarding voor de eerste zitting naar Pools recht op de juiste wijze en in persoon is betekend en het Kaderbesluit geen dwingende weigering van de overlevering voorschrijft moet gelet op het dwingende karakter van artikel 12 van de OLW de overlevering worden geweigerd.
Uitspraak
Parketnummer: 13/751273-18 (EAB I)
RK nummer: 18/2211
Datum uitspraak: 7 juni 2018
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 30 maart 2018 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB-I).
Dit EAB is uitgevaardigd op 15 maart 2018 (ontvangen op 28 maart 2018) door the District Court in Legnica (Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1986,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in het [detentie adres] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.
1 Procesgang
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 24 mei 2018 in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. U.E.A. Weitzel.
De opgeëiste persoon heeft zich laten bijstaan door zijn raadsvrouw, mr. S. Melliti, waarnemende voor mr. E.N. Bouman, advocaat in Utrecht en door een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak zou moeten doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.
2 Identiteit van de opgeëiste persoon
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.
3 Grondslag en inhoud van het EAB
In het EAB wordt melding gemaakt van een vonnis van het Regional Court in Lublin van 8 december 2014 (II K 758/14).
De overlevering wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar, door de opgeëiste persoon nog geheel te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.
De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij voornoemd vonnis.
Dit vonnis betreft de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.