Home

Rechtbank Amsterdam, 07-06-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3942, 5918319 KK EXPL 17-433

Rechtbank Amsterdam, 07-06-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3942, 5918319 KK EXPL 17-433

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
7 juni 2017
Datum publicatie
9 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2017:3942
Zaaknummer
5918319 KK EXPL 17-433

Inhoudsindicatie

Een vrouw die haar ex-vriend het huis uit heeft gezet hoeft hem niet opnieuw toe te laten.

Uitspraak

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 5918319 KK EXPL 17-433

vonnis van: 7 juni 2017

I n z a k e

wonende te [woonplaats]

eiser

nader te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. J. El Mhassani

t e g e n

wonende te [woonplaats]

gedaagde

nader te noemen: [gedaagde]

gemachtigde: mr. M.P.M. Fruytier

Bij dagvaarding van 26 april 2017 met bewijsstukken heeft eiser in kort geding een voorziening gevorderd.

Ter terechtzitting van 31 mei 2017 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Voorafgaand daaraan heeft [gedaagde] producties in het geding gebracht. [eiser] heeft de dag voor de mondelinge behandeling om 16:48 uur aanvullende producties in het geding gebracht. [eiser] is verschenen met zijn gemachtigde. [gedaagde] is verschenen met mr. K.G.K. Wanders namens de gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunt nader toegelicht. Mr. Wanders heeft pleitaantekeningen overgelegd. Daarna is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.

1.1.

[gedaagde] is eigenaar van het appartementsrecht [adres] , een zelfstandige woonruimte (verder: het appartement). Zij is tevens eigenaar van een woning in Laren, welke woning inmiddels is verkocht met een beoogde leveringsdatum van 1 september 2017.

1.2.

[eiser] en [gedaagde] hebben op 9 november 2011 een samenlevingsovereenkomst getekend.

1.3.

[eiser] en [gedaagde] zijn in 2012 verhuisd naar het appartement. [gedaagde] verhuurde vanaf dat moment haar woning in Laren.

1.4.

[gedaagde] als verhuurder en [eiser] als huurder hebben op 14 augustus 2012 met betrekking tot het appartement een huurovereenkomst woonruimte getekend voor de duur van twee jaar. Vanaf dat moment is [eiser] aan [gedaagde] de overeengekomen huur gaan betalen. Bij brief van 1 juli 2016 heeft [gedaagde] aan [eiser] laten weten dat de huurovereenkomst per 1 september 2016 met 24 maanden werd verlengd.

1.5.

In april 2014 is [eiser] toegelaten tot de Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Deze regeling is in april 2017 geëindigd met een zogeheten “schone lei”.

1.6.

Tot maart 2017 woonden beide partijen in het appartement.

1.7.

Bij brief van 22 maart 2017 liet de gemachtigde van [gedaagde] aan [eiser] weten:Cliënte heeft met u een samenlevingscontract getekend d.d. 9 november 2011. Cliënte wenst dat contract te verbreken en doet zulks hierbij conform artikel 5 van het samenlevingscontract middels een aangetekend schrijven alsmede via email aan U. Cliënte zal de bewoning van de woning aan het [adres] zelf voortzetten. Uit hoofde van artikel 4 van het samenlevingscontract heeft cliënte hier de meeste aanspraak op. Zij is immers eigenaresse van het pand. Gezien het voorgaande verzoekt cliënte u dan ook elders onderdak te zoeken. De aan u toebehorende eigendommen zullen in een opslag worden geplaatst bij Saan Verhuizingen (…). Uw hoogstpersoonlijke en waardevolle eigendommen en dossiers zullen bij mij op kantoor worden afgegeven en U kunt die daar komen ophalen. (…) de sleutels van het huis zijn ook vervangen zodat U geen toegang meer heeft tot het woonhuis. (…)

1.8.

[gedaagde] heeft overeenkomstig deze brief de eigendommen van [eiser] uit het gehuurde verwijderd en de sloten vervangen.

Standpunt van partijen

2. [eiser] vordert – kort weergegeven – ontruiming van het appartement door [gedaagde] en het terugplaatsen van zijn eigendommen op straffe van een dwangsom, alsmede betaling van een voorschot op schadevergoeding voor de tijd dat hij het appartement niet kan gebruiken.

3. Aan de vorderingen legt [eiser] ten grondslag dat hij in 2012 na het einde van zijn relatie met [gedaagde] een huurovereenkomst met haar heeft gesloten, die steeds is verlengd. Door zijn eigendommen uit het gehuurde te verwijderen en de sloten te vervangen komt [gedaagde] de huurovereenkomst niet na. Voorts is dit onrechtmatig.

4. [gedaagde] voert verweer. Daarop zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

BESLISSING