Home

Rechtbank Amsterdam, 19-04-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:2419, C/13/597701 / FA RK 15-8350

Rechtbank Amsterdam, 19-04-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:2419, C/13/597701 / FA RK 15-8350

Inhoudsindicatie

Echtscheiding, relatieve bevoegdheid, griffierecht, hardheidsclausule, Iraanse bruidsgave.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rekestnummer: C/13/597701 / FA RK 15-8350 en C/13/616912/FA RK

16-6964 (JK/SM)

Beschikking van 19 april 2017 betreffende de echtscheiding en afwikkeling van het huwelijksvermogen

in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekende tevens verwerende partij,

hierna mede te noemen de man,

advocaat mr. E.A. Vermeer-Wartna te Amsterdam,

tegen

[verweerster] ,

wonende te [woonplaats] ,

verwerende tevens verzoekende partij,

hierna mede te noemen de vrouw,

advocaat mr. B.A.S. van Leeuwen te Amsterdam.

1 De procedure

1.1.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingekomen stukken, te weten:

-

het verzoekschrift van de man ingekomen op 19 november 2016;

-

het F2-formulier met bijlage van de zijde van de vrouw van 9 februari 2016 waarin

mr. B.A.S. van Leeuwen zich stelt als advocaat van de vrouw;

- het verweerschrift van de vrouw tevens houdende zelfstandige verzoeken ingekomen op

14 maart 2016;

- het F9-formulier met bijlage van de zijde van de vrouw van 8 mei 2016;

-

het verweerschrift op zelfstandige verzoeken van de zijde van de man van 6 juni 2016;

-

het F2-formulier van de zijde van de man van 30 juni 2016 waarin

mr. E.A. Vermeer-Wartna zich stelt als advocaat van de man;

-

het formulier verdelen en verrekenen van 1 november 2016 van de zijde van de man;

-

het F9-formulier met bijlage van de zijde van de man van 2 maart 2017;

-

het F9-formulier met bijlagen van de zijde van de vrouw van 14 maart 2017;

-

het F9-formulier met bijlagen van de zijde van de man van 14 maart 2017.

1.2.

Opgemelde zaken zijn behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 17 maart 2017. Gehoord zijn: partijen en hun advocaten.

2 De feiten

2.1.

Partijen zijn met elkaar gehuwd te [plaats] , [land] , op [datum] .

2.2.

Bij vonnis van de kort geding rechter van 27 november 2015 is de vordering van de vrouw jegens de man tot afgifte van haar persoonlijk spullen afgewezen.

2.3.

Partijen hebben de Iraanse nationaliteit. Daarnaast heeft de man ook de Nederlandse nationaliteit.

3 De verzoeken en het verweren

3.1.

De man verzoekt de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de echtscheiding tussen partijen uit te spreken.

3.2.

De vrouw voert verweer tegen het verzoek van de man om de echtscheiding uit te spreken en verzoekt de rechtbank door middel van zelfstandige verzoeken:

Exceptioneel verweer:

a.toe te wijzen het verzoek van de vrouw, dat de rechtbank zich op grond van artikel 262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) relatief onbevoegd verklaart om dit verzoekschrift tot echtscheiding in behandeling te nemen, nu zowel de man als de vrouw hun werkelijke woon- en verblijfplaats hebben binnen het Arrondissement Den Haag;

b.toe te wijzen het verzoek van de vrouw, dat de rechtbank op grond van artikel 270 Rv de

zaak doorverwijst naar de rechtbank Den Haag in de staat waarin deze zich bevindt.

Verweer ten gronde:

c.af te wijzen het verzoek van de man op de echtscheiding uit te spreken tussen partijen, gehuwd op [datum] te [plaats] , [land] , aangezien de duurzame ontwrichting van het huwelijk zeer nadrukkelijk wordt bestreden door de vrouw.

Zelfstandige verzoeken:

d.te bepalen dat het Iraanse recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van

partijen;

e.te bepalen dat een ieder zijn eigen schulden draagt, en dat de schulden moeten worden

toegerekend aan degene op wiens naam deze staan;

f.te bepalen dat de man aan de vrouw een bruidsgave dient te overhandigen;

g.te bepalen dat de man aan de vrouw dient te voldoen een bedrag van € 130.000,-- ter

voldoening van de bruidsgave van 500 Bahar-e-Azadi gouden munten.

h.te bepalen dat de man € 400,-- per maand in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw dient bij te dragen, dan wel een bijdrage die de rechtbank redelijk en passend acht, door de man telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen, met ingang van

17 november 2015;

i.te bepalen, dat de man navolgende reeks goederen teruggeeft aan de vrouw:

- Bachelor certificaat van Ajman Universiteit

- Master certificaat van BuiD

- Arbeidscontract en werk access key

- ABN AMRO bank account contract

- Armband van wit goud met diamant

- Ketting met twee harten hanger van wit goud en diamant en bijbehorende oorbellen

- Gouden ketting met vierkante hanger met diamant in het midden

- Ketting van wit goud met hart hanger met diamant

- Gouden Versace ketting

- Enkel ketting van wit goud met ronde hangers

- Ring van wit goud met vijf rijen prinscut diamant

- Ring van wit goud (flower model)

- Ring van wit goud met vierkant model diamant

- Gouden Bvlgari ring

- 4 zilveren ringen

- Ring van wit goud met een groot diamant en ring van wit goud met kleine diamant

- Ketting van wit goud met vierkant hanger met diamant

- Ketting en Armband van wit en geel goud

- 2 horloges: GUESS en VALENTINO merk

- Winter- en zomerkleding, slaapkleding

- Ondergoed en sokken

- Winterjas, capuchon, sjaal

- Schoenen, sandalen, laarzen

- Paardrijdhelm en laarzen

- Tassen

- Haardroger, haarstyler

- Parfumflesjes

- Make-up en toiletartikelen

- Sporttas en lidrnaatschapskaart van Fit for Free

te bepalen dat indien de man niet meewerkt om deze goederen af te geven, hij veroordeeld

wordt tot de betaling van een vexatoire schadevergoeding ad € 30.000,--.

j.deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.3.

De man voert verweer tegen de zelfstandige verzoeken van de vrouw en verzoekt de rechtbank deze verzoeken af te wijzen.

4 De beoordeling

5 De beslissing