Home

Rechtbank Amsterdam, 26-11-2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:8786, 13-751755-15 RK 15-6243

Rechtbank Amsterdam, 26-11-2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:8786, 13-751755-15 RK 15-6243

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
26 november 2015
Datum publicatie
11 december 2015
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2015:8786
Zaaknummer
13-751755-15 RK 15-6243

Inhoudsindicatie

Overlevering aan Finland toegestaan.

De opgeëiste persoon is een al lange tijd in Nederland wonende Rus met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.

De rechtbank overweegt als volgt:

Het bijzondere karakter van de overleveringsprocedure brengt mee dat art. 6 EVRM noch artikel 48 van het Handvest van toepassing is.

De vraag of wel of geen terugkeergarantie is vereist behelst geen oordeel over de schuld of onschuld van de opgeëiste persoon.

Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat gelet op de brief van de IND van 30 oktober 2015 onvoldoende grond bestaat voor de verwachting dat de opgeëiste persoon zijn verblijfsrecht niet zal verliezen.

De rechtbank concludeert dat artikel 6, vijfde lid OLW niet van toepassing is, zodat de overlevering niet afhankelijk dient te worden gesteld van de in artikel 6, eerste lid OLW bedoelde terugkeergarantie

Uitspraak

Parketnummer: 13/751755-15

RK-nummer: 15/6243

Datum uitspraak: 26 november 2015

UITSPRAAK

op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 15 september 2015 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).

Dit EAB is uitgevaardigd op 2 september 2015 door the District Prosecutor, verbonden aan the Sisä-Suomi District Prosecutor’s Office te Tampere, Finland, en het strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[opgeëiste persoon]

geboren te [geboorteplaats] (voormalige Sovjet Unie) op [geboortedatum] 1965,

ingeschreven in de Basisregistratie personen en verblijvend op het adres [adres] , [plaats] ,

hierna te noemen “de opgeëiste persoon”.

1 Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 12 november 2015. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. K. van der Schaft.

De opgeëiste persoon heeft zich doen bijstaan door zijn raadsman, mr. R.D.A. van Boom, advocaat te Utrecht.

De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak zou moeten doen met dertig dagen verlengd. De reden hiervan is gelegen in het feit dat zij er niet in slaagt binnen de in de wet bepaalde termijn uitspraak te doen.

2 Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Russische nationaliteit heeft. Gebleken is dat de opgeëiste persoon een Nederlandse verblijfsvergunning regulier onbepaalde tijd heeft.

3 Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een arrestatiebevel, afgegeven door the Pirkanmaa District Court op 31 augustus 2015.

Nummer: 15/1879, ref. PK15/4798.

De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar het recht van Finland strafbaar feit.

Dit feit is omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

4 Strafbaarheid

5 De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

6 Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW

7 Slotsom

8 Toepasselijke wetsartikelen

9 Beslissing