Home

Rechtbank Amsterdam, 04-06-2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:3140, C/13/534206 / HA ZA 13-85

Rechtbank Amsterdam, 04-06-2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:3140, C/13/534206 / HA ZA 13-85

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
4 juni 2014
Datum publicatie
4 juni 2014
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2014:3140
Zaaknummer
C/13/534206 / HA ZA 13-85

Inhoudsindicatie

Bodemprocedure over publicatie van weekprogrammagegevens. Tussen de NPO en De Telegraaf bestonden overeenkomsten met betrekking tot de publicatie van programmagegevens van de programma’s van de omroepen die vanaf het moment van publicatie tot 24 uur daarna (en voor zover die programma’s in het weekend worden uitgezonden tot 48 uur daarna) zouden worden uitgezonden. De Telegraaf heeft, zonder toestemming van de NPO, de programmagegevens voor de gehele week gepubliceerd in de weekendeditie van haar krant. De NPO heeft in dit geding (onder meer) gevorderd om voor recht te verklaren –primair– dat de programmering en de programmagegevens auteursrechtelijke bescherming genieten op grond van artikel 10 lid 3 Auteurswet, dan wel op grond van het sui generis databankrecht, –subsidiair– dat De Telegraaf inbreuk heeft gemaakt op de geschriftenbescherming en –meer subsidiair– dat De Telegraaf onrechtmatig heeft gehandeld. Tot slot heeft de NPO haar vordering op wanprestatie gebaseerd. De rechtbank wijst de vorderingen van de NPO af.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/534206 / HA ZA 13-85

Vonnis van 4 juni 2014

in de zaak van

de stichting

STICHTING NEDERLANDSE PUBLIEKE OMROEP,

gevestigd te Hilversum,

eiseres,

advocaat mr. J.J. Feenstra te Rotterdam,

tegen

1. de naamloze vennootschap

TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TELEGRAAF MEDIA NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TELEGRAAF MEDIA NEDERLAND LANDELIJKE MEDIA B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TMG DISTRIBUTIE B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TELEGRAAF DRUKKERIJ GROEP B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagden,

advocaat mr. J.P. van den Brink te Amsterdam.

Partijen zullen hierna de NPO en De Telegraaf genoemd worden. Voor zover gedaagden afzonderlijk bedoeld worden zullen zij TMG, TMN, TMN Landelijke Media, TMG Distributie en Telegraaf Drukkerij Groep genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 12 december 2012,

-

de akte houdende overlegging producties van de NPO, met producties,

-

de conclusie van antwoord van De Telegraaf, met producties,

-

het tussenvonnis van 17 juli 2013, waarin een comparitie van partijen is bepaald,

-

het proces-verbaal van comparitie van 3 december 2013, met de daarin genoemde stukken,

-

de faxbrief van 7 januari 2014 van mr. Van Loon namens De Telegraaf, met opmerkingen over het proces-verbaal van comparitie en waarin zij verzoekt om aanpassing van het proces-verbaal op de door haar in de faxbrief vermelde wijze of om de faxbrief aan het proces-verbaal te hechten zodat die brief tot de processtukken zal behoren;

-

de akte betreffende Hoge Raad 17 januari 2014, Ryanair/Praviation van de NPO, met één productie,

-

de akte na comparitie van De Telegraaf, met één productie.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

De NPO vormt op grond van de bepalingen in de Mediawet het bestuurlijk orgaan van de publieke omroep in Nederland.

2.2.

De Telegraaf houdt zich bezig met diverse activiteiten op het gebied van media. De krant ‘De Telegraaf’ (hierna: de krant) wordt uitgegeven door TMN Landelijke Media. De krant kent een bereik van twee miljoen lezers en heeft een dagelijkse oplage van bijna 700.000.

2.3.

De NPO, SBS en RTL leveren hun ruwe programmagegevens aan Media Informatie Service (hierna: MIS). MIS is de afdeling van de directie Bedrijfsvoering van de NPO die tot taak heeft programmagegevens te bewerken en te distribueren. MIS structureert de gegevens tot metadata van de programmagegevens, zoals datum, zender, omroep, tijdstip, titel, korte omschrijving en de Kijkwijzer-classificatie. Ze kunnen worden verrijkt met aanvullende informatie, zoals een uitgebreide programmaomschrijving en serielinks. MIS zorgt ook voor levering van de metadata van programmagegevens aan de afnemers, waaronder De Telegraaf.

2.4.

In de loop van 2009 is tussen de Nederlandse Omroepstichting (thans de NPO) en Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V. een ‘leveringsovereenkomst programmagegevens’ (hierna: MIS-leveringsovereenkomst) gesloten, met als ingangsdatum 1 januari 2007. De MIS-leveringsovereenkomst houdt, voor zover hier van belang, in:

“(...)

Definities

(...)

Programmagegevens: De gegevens terzake van alle onderdelen (zijnde ‘programma-onderdelen’ in de zin van de Mediawet) die door de zenders worden uitgezonden en die door Afnemer van MIS worden afgenomen.

(...)

Artikel 3 Gebruik van gegevens

(...)

3.10. (...)

Voor Publicatie van de Programmagegevens (...) zijn publicatielicenties nodig.

(...)”

2.5.

Op 10 oktober 2007 heeft de NPO aan de Nederlandse Dagblad Pers (die als vertegenwoordiger optrad voor een aantal dagbladuitgevers, waaronder De Telegraaf) toestemming gegeven voor de publicatie van programmagegevens van de publieke omroepen (hierna: de licentieovereenkomst). In de licentieovereenkomst staat, voor zover hier van belang:

“(...)

1. Licentienemers mogen de programmagegevens (...) in gedrukte vorm publiceren, mits deze programmagegevens betrekking hebben op uit te zenden programma’s van het moment van publicatie van de desbetreffende titel tot 24 uur daarna. Indien een specifieke publicatietitel niet op zondagen en/of feestdagen wordt gepubliceerd mogen Licentienemers de programmagegevens die betrekking hebben op deze zondagen en feestdagen in de publicatie voorafgaande daaraan publiceren.

(...)

4. Om de kwaliteit en accuratesse van de programmagegevens te waarborgen mogen Licentienemers de programmagegevens van Licentieverstrekker alleen publiceren als deze zijn geleverd door (...) MIS (...).

(...)”

2.6.

Op 2 juni 2012 en op 9 juni 2012 zijn in de bijlage “Weekeinde” bij de weekendeditie van de krant gegevens over de programma’s op Nederland 1, 2, 3, ZAPP en Zappelin (hierna: de programmagegevens) voor respectievelijk de (gehele) week van 2 tot en met 8 juni 2012 en de (gehele) week van 9 tot en met 15 juni 2012 gepubliceerd.

2.7.

De NPO heeft geen toestemming gegeven voor publicatie van de programmagegevens voor de hele week.

2.8.

Bij vonnis van 13 juni 2012 heeft de voorzieningenrechter TMN Landelijke Media bevolen “om met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden het publiceren van programmagegevens betreffende door de Omroepen uit te zenden programma’s op een wijze waarvoor zij geen toestemming heeft verkregen van de Omroepen, waaronder thans in ieder geval begrepen het publiceren van programmagegevens die betrekking hebben op programma’s die uitgezonden zullen worden meer dan 24 uur na het moment van publicatie (of meer dan 48 uur na publicatie voor zover die programma’s in het weekend worden uitgezonden).” Met “Omroepen” wordt in dat vonnis onder meer de NPO bedoeld.

2.9.

Per 1 januari 2013 is de NPO, op grond van wijzigingen in de Mediawet, gehouden om weekprogrammagegevens (tegen vergoeding) ter beschikking te stellen aan derden waaronder De Telegraaf.

3 Het geschil

3.1.

De NPO vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

I. voor recht te verklaren

 primair dat de programmering en de daaruit volgende programmagegevens van de NPO als verzamelwerken in de zin van artikel 10 lid 3 Auteurswet bescherming genieten op grond van het “volle” auteursrecht en als databank in de zin van artikel 1 lid 1 sub a Databankenwet (hierna: Dw) op grond van het sui generis databankenrecht,

 subsidiair dat de wijze waarop De Telegraaf zonder toestemming van de NPO de programmagegevens van de NPO tijdens het EK 2012 heeft gepubliceerd een inbreuk op de zogenaamde geschriftenbescherming is,

 meer subsidiair dat De Telegraaf onrechtmatig handelt in de zin van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) door de programmagegevens van de NPO zonder toestemming van de NPO op te nemen in de weekendbijlage van de krant;

II. ieder van de gedaagden afzonderlijk te bevelen om met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden het (doen) publiceren van programmagegevens en/of programmaoverzichten van de NPO op een wijze waarvoor zij geen toestemming hebben verkregen van de NPO, waaronder thans in ieder geval begrepen het publiceren van programmagegevens en/of programmaoverzichten van de NPO die betrekking hebben op programma’s die uitgezonden zullen worden meer dan 24 uur na het moment van publicatie (of meer dan 48 uur na publicatie voor zover die programma’s in het weekend worden uitgezonden);

III. TMG en TMN Landelijke Media te bevelen met onmiddellijke ingang hun contractuele verplichtingen jegens de NPO na te komen, waaronder in ieder geval begrepen de plicht om de door via MIS aangeleverde beschrijvingen van de inhoud van uit te zenden televisieprogramma’s niet in gewijzigde vorm te publiceren;

IV. De Telegraaf hoofdelijk te bevelen om voor eigen rekening, binnen zes weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, de raadsman van de NPO te voorzien van een schriftelijke, door een onafhankelijke registeraccountant opgestelde verklaring waaruit blijkt hoeveel exemplaren van publicaties met programmagegevens voor een hele week door De Telegraaf zijn verspreid en waaruit blijkt dat die accountant die gegevens op basis van zelfstandig onderzoek en op grond van eigen waarneming heeft vastgesteld;

V. De Telegraaf te veroordelen tot betaling van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 10.000,00 per exemplaar of € 1.00.000,00 per publicatie, zulks ter vrije keuze van de NPO, waarmee na betekening van het in dezen te wijzen vonnis gegeven bevelen worden overtreden;

VI. De Telegraaf hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade die de NPO heeft geleden als gevolg van de in de dagvaarding omschreven inbreuken, onrechtmatig handelen en wanprestatie, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;

VII. De Telegraaf hoofdelijk te veroordelen in de redelijke en evenredige gerechtskosten die de NPO in het kader van deze procedure heeft gemaakt, zoals bepaald in artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).

3.2.

De Telegraaf voert verweer, met als conclusie de vorderingen van de NPO af te wijzen en de NPO op de voet van het bepaalde in artikel 1019h Rv te veroordelen in de proceskosten, met bepaling van de nakosten.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing