Rechtbank Amsterdam, 11-11-2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:7812, 13/708033-12 (Promis)
Rechtbank Amsterdam, 11-11-2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:7812, 13/708033-12 (Promis)
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 11 november 2013
- Datum publicatie
- 2 december 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2013:7812
- Zaaknummer
- 13/708033-12 (Promis)
Inhoudsindicatie
Bewezenverklaring mensenhandel. Verdachte heeft door middel van misleiding hun vrouw/partner bewogen tot afgifte van (een deel van) haar inkomsten als prostituee. Het slachtoffer heeft hem namelijk diverse geldbedragen gegeven, uit de opbrengst van haar prostitutiewerkzaamheden, die voor een ander doel bestemd waren dan waarvoor verdachte ze heeft aangewend. Vrijspraak witwassen: het enkele feit dat verdachte bij de Duitse grens in een busje is aangetroffen met een grote som contant geld op zak, is, zonder nadere informatie, onvoldoende om aan te nemen dat verdachte getracht heeft de criminele herkomst van geld te verbergen of te verhullen.
Uitspraak
VONNIS
Parketnummer: 13/708033-12 (Promis)
Datum uitspraak: 11 november 2013
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Bulgarije) op [1974],
volgens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
opgegeven woonadres in Nederland [adres 1],
opgegeven woonadres in Bulgarije [adres 2],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring “[locatie]” te [plaats 1].
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 11, 15 en 16 oktober 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.M. Grüschke en van wat verdachte en zijn raadsman mr. V.A. Vitanov naar voren hebben gebracht.
De zaak van verdachte is gelijktijdig, doch niet gevoegd, behandeld met de zaken tegen medeverdachten [medeverdachte A] (parketnummer 13/708005-12), [medeverdachte C] (parketnummer 13/708032-12) en [medeverdachte D] (parketnummer 13/708007-12).
2 Tenlastelegging
Verdachte wordt, kort gezegd, verweten dat hij zich op tijdstippen in de periode van 1 januari 2012 tot en met 10 juli 2012 tezamen met anderen heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [betrokkene E] en/of een of meer andere vrouwen.
Daarnaast wordt verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van verdiensten uit de door die vrouwen verrichte prostitutiewerkzaamheden.
De volledige tenlastelegging en de wijziging daarvan is als bijlage aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
3 Voorvragen
Geldigheid van de dagvaarding
De rechtbank heeft ter terechtzitting van 15 oktober 2013 de tenlastelegging voor wat betreft het onderdeel “een of meerdere vrouwen” partieel nietig verklaard wegens strijd met artikel 261 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv).
De enkele vermelding dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel van “een of meer andere vrouwen”, zonder opgave op welke specifieke vrouwen de tenlastelegging doelt en zonder een nadere omschrijving van de feitelijke handelingen die verdachte met betrekking tot die vrouwen zou hebben verricht, voldoet niet aan de eisen van artikel 261 Sv. Vanwege het grote aantal handelingen, gedragingen en vrouwen die voorkomen in het dossier heeft de rechtbank de juiste inhoud van de tenlastelegging op dit onderdeel niet kunnen vaststellen.
Overige voorvragen
Voor het overige heeft de rechtbank vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en dat de officier van justitie ontvankelijk is. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.