Parket bij de Hoge Raad, 07-04-2015, ECLI:NL:PHR:2015:837, 14/00895
Parket bij de Hoge Raad, 07-04-2015, ECLI:NL:PHR:2015:837, 14/00895
Gegevens
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 7 april 2015
- Datum publicatie
- 9 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:PHR:2015:837
- Formele relaties
- Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:1503, Gedeeltelijk contrair
- Zaaknummer
- 14/00895
Inhoudsindicatie
1. Vordering wijziging tll. Art. 313 Sv. Art. 68 Sr. 2. “Kennelijk bestemd” ex art. 46.1 Sr. Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 1 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BM9102. I.c. is zowel het verschil in de rechtsgoederen ter bescherming waarvan de onderscheiden delictsomschrijvingen strekken als het verschil in de strafmaxima die op de onderscheiden feiten zijn gesteld, dermate groot dat geen sprake kan zijn van ‘hetzelfde feit’ i.d.z.v. art. 68 Sr. Het Hof heeft de vordering tot wijziging van de tll. dus ten onrechte toegewezen. Ad 2. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 20 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0213. Het Hof heeft overwogen dat de inhoud van het gefilmde gesprek aan duidelijkheid niets te wensen overlaat en betrekking heeft op de voorbereiding van een overval (op het Holland Casino te Zandvoort). Daarin ligt als zijn oordeel besloten dat de met de hand getekende plattegrond die door de gefilmde gespreksdeelnemers, onder wie verdachte, wordt bestudeerd en besproken naar zijn uiterlijke verschijningsvorm t.t.v. het handelen dienstig kan zijn voor het misdadige doel dat verdachte en een ander met het gebruik van de plattegrond voor ogen hadden. Aldus heeft het Hof niet blijk gegeven van een onjuiste opvatting omtrent de woorden “bestemd tot het begaan van dat misdrijf” a.b.i. art. 46.1 Sr. Dat oordeel is evenmin onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat het Hof blijkens de bewijsoverweging heeft vastgesteld dat (i) tijdens het gefilmde gesprek o.m. gedetailleerd wordt gesproken over de meest wenselijke route, de wijze waarop men bij het geld wil komen en op welke wijze men zich na de overval van die plaats kan verwijderen zodat het risico van aanhouding gering is, (ii) in het gefilmde gesprek enkel de naam van het Holland Casino te Zandvoort wordt genoemd en (iii) de plattegrond sterke gelijkenis vertoont met de feitelijke situatie van het Holland Casino te Zandvoort en omgeving. De bewezenverklaring is dus toereikend gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak – vzv. aan zijn oordeel onderworpen – maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van de door de AG bij het Hof gevorderde wijziging van de tll. alsmede de strafoplegging. Conclusie AG anders m.b.t. 2.
Conclusie
Nr. 14/00895 Zitting: 7 april 2015 |
Mr. Hofstee Conclusie inzake: [verdachte] |
1. Het Gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 18 september 2013 verzoeker vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde (parketnummer 15-740639-12). Het Hof heeft verzoeker voor het onder dat parketnummer onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde “witwassen”, 2. “diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen” en 3. “handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie” en voor het onder parketnummer 15-710851-12 “medeplegen van voorbereiding van diefstal, vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en/of afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen” veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren.
2. Het cassatieberoep is partieel ingetrokken: het richt zich niet tegen de gegeven vrijspraken van het bij parketnummer 15-740639-12 onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde.
3. Namens verzoeker heeft B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, twee middelen van cassatie voorgesteld.
4. Het eerste middel klaagt dat de in hoger beroep toegestane wijziging van de tenlastelegging met betrekking tot het bij parketnummer 15-740639-12 onder 1 tenlastegelegde ontoelaatbaar is omdat geen sprake is van “hetzelfde feit” in de zin van art. 68 Sr.
5. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2013 houdt het volgende in:
“De advocaat-generaal draagt de zaak voor en vordert dat na te noemen, op schrift gestelde wijziging van de tenlastelegging zal worden toegelaten. Na de verdachte en de raadsman dienaangaande te hebben gehoord, wijst het hof deze vordering toe en beveelt dat de tenlastelegging wordt gewijzigd als omschreven in de vordering, die aan dit proces-verbaal is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingevoegd geldt.
Nadat het hof heeft beslist dat daarmee kan worden volstaan, stelt de griffier een gewaarmerkt afschrift van de wijziging aan de verdachte ter hand. Met toestemming van de raadsman wordt het onderzoek aanstonds voortgezet.”
6. Bij inleidende dagvaarding is, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, onder 1 aan verzoeker tenlastegelegd dat:
“Zaak met parketnummer 15-740639-12:
primair:
hij op of omstreeks 26 april 2012 te Haarlem, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een geldbedrag van ongeveer EUR 1500,-, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (coffeeshop) [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer EUR 1500,-, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (coffeeshop) [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben doorgeladen en/of (vervolgens) (met dat vuurwapen in de hand) op/over de balie is/zijn gesprongen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of tegen het hoofd van [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet en/of voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden "de kassa, de kassa, je geld, je geld" en/of "doe alles hierin, schiet op alles alles", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, heeft/hebben toegevoegd terwijl hij en/of zijn mededader(s) daarbij het vuurwapen tegen het hoofd van [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, één of meermalen heeft/hebben gericht op en/of in de richting van [slachtoffer 2];
subsidiair:
[slachtoffer 3] op of omstreeks 26 april 2012 te Haarlem, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer EUR 1500,-, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (coffeeshop) [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan [slachtoffer 3] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer EUR 1500,-, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (coffeeshop) [A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan [slachtoffer 3] en/of zijn/haar mededader(s) en/of aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat, [slachtoffer 3] en/of zijn mededader(s),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben doorgeladen en/of (vervolgens) (met dat vuurwapen in de hand) op/over de balie is/zijn gesprongen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of tegen het hoofd van [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet en/of voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden "de kassa, de kassa, je geld, je geld" en/of "doe alles hierin, schiet op alles alles", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, heeft/hebben toegevoegd terwijl hij en/of zijn mededader(s) daarbij het vuurwapen tegen het hoofd van [slachtoffer 1] heeft/hebben gezet en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, één of meermalen heeft/hebben gericht op en/of in de richting van [slachtoffer 2]
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 26 april 2012 te Haarlem en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- het vuurwapen, althans het op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te leveren aan [slachtoffer 3] en/of zijn mededader(s) en/of
- zich te ontfermen over de buit en/of het wegmaken van de buit;
7. De “vordering wijziging telastelegging” die aan het proces-verbaal van de voormelde terechtzitting is gehecht, vermeldt onder meer:
“De advocaat-generaal (...) [is] van oordeel, dat de telastelegging als volgt behoort te worden gewijzigd
na feit 1 onder subsidiair tenlastegelegde wordt toegevoegd
"meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 26 april 2012 tot 27 april 2012 te Haarlem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een geld(bedrag) (van ongeveer EUR 1.500,-) heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het geld(bedrag) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;