Parket bij de Hoge Raad, 15-04-2014, ECLI:NL:PHR:2014:547, 13/04715
Parket bij de Hoge Raad, 15-04-2014, ECLI:NL:PHR:2014:547, 13/04715
Gegevens
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 april 2014
- Datum publicatie
- 18 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:PHR:2014:547
- Formele relaties
- Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:1451, Gevolgd
- Zaaknummer
- 13/04715
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Bewijsuitsluiting wegens het ontbreken van de mogelijkheid van een contra-expertise. Het oordeel van het Hof dat het door X opgestelde rapport alsmede de daarover afgelegde verklaringen en het door Y uitgebrachte rapport moeten worden aangemerkt als ‘resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen’ a.b.i. art. 359a.1.b Sv is ontoereikend gemotiveerd, nu de omstandigheid dat a.g.v. enig verzuim het voor het verrichten van een tegenonderzoek bestemde materiaal in het ongerede is geraakt, niet meebrengt dat de verkrijging van voornoemd bewijsmateriaal als ‘resultaat’ van dat in het ongerede raken en reeds op die grond als onrechtmatig moet worden aangemerkt. Tegen deze achtergrond is ‘s Hofs oordeel dat “met het vernietigen (of anderszins in het ongerede geraakt zijn) van alle monsters een inbreuk [is] gemaakt op een fundamenteel element van verdachtes recht op een eerlijk proces a.b.i. art. 6.1 EVRM, meer i.h.b. van het daarin vervatte beginsel van ‘equality of arms’” niet z.m. begrijpelijk.
Conclusie
Nr. 13/04715
Mr. Harteveld
Zitting 15 april 2014
Conclusie inzake:
[verdachte]
1. Het Gerechtshof te ’s-Gravenhage, zitting houdende te ‘s-Hertogenbosch, heeft verdachte bij arrest van 23 april 2013 integraal vrijgesproken van het hem onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde.1 In eerste aanleg is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en elf maanden ter zake van de voortgezette handeling van drie Opiumwetdelicten, kort gezegd betreffende de voorbereidingshandelingen van de invoer van cocaïne, de daadwerkelijke invoer van die cocaïne en vervolgens de doorlevering daarvan binnen Nederland.2
2. Het beroep in cassatie is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof, mr. J.W.M. Grimbergen. Advocaat-Generaal mr. M.E. de Meijer heeft een schriftuur houdende twee middelen van cassatie ingezonden.
3. Ter inleiding het volgende. Het gaat in deze zaak om een container die op 12 september 2007 met het schip genaamd ms. CMA CMG Castilla vanuit Costa Rica Nederland is binnengebracht. De container zou volgens het laadmanifest zijn geladen met 360 kartons koffie. Door de afdeling ‘pre arrival’ van de Douane te Rotterdam werd verzocht de container aan een fysieke controle te onderwerpen, omdat de bestuurder van de onderneming die de koffie in Nederland importeert (ene [betrokkene]) uit ter beschikking staande gegevens naar voren kwam als hennepkweker en importeur3 van hasjiesj. De fysieke controle van de container wordt vervolgens op 13 september 2007 verricht door speurhondenbegeleiders. Het Hof heeft vervolgens, voor zover voor de beoordeling van de middelen van belang, het volgende overwogen:
“Ten aanzien van de inbeslagname, het onderzoek en de vernietiging van het de in de container aangetroffen materiaal, voor zover het geen koffie betreft
A2.6
Nadat de container in beslag is genomen, is deze overgebracht naar de douane controle loods gelegen op het terrein van de ECT (het hof begrijpt: European Container Terminals) Alexanderterminal te Rotterdam. De container is daar gesloten en verzegeld (met nummer 02901514) en vervolgens overgedragen aan het Hit en Run Container team (hierna: het Harc-Team). Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], werkzaam bij het Harc-Team, hebben de container overgenomen en alle daarin aanwezige 360 kartons, handmatig gecontroleerd. In 94 kartons werd een groot vierkant pakket aangetroffen, welk pakket met plastic was omwikkeld. In deze pakketten vond men kleinere pakketten. De inhoud van enkele pakketten is getest door de speurhondengeleiders van de Douane Rotterdam middels de Narco-disposalkit. Die test wees uit dat de inhoud van de pakketten vermoedelijk cocaïne betrof. In totaal werden 1504 van dergelijke kleine pakketten aangetroffen, welke in beslag zijn genomen. Alle pakketten zijn opengesneden ter vaststelling van de inhoud, dit betrof allemaal een witte substantie. Het bruto gewicht van de in beslag genomen 1504 kleine pakketten werd bij weging bepaald op 1674,96 kilogram. Ter vaststelling van het netto gewicht werden vijf kleine pakketten apart gehouden en per groot pakket werd uit een willekeurig klein pakket een monster genomen, in totaal 94 monsters. Elk afzonderlijk pakket werd verdeeld in een A en een B monster. Deze monsters zijn vervolgens verpakt in gripzakjes, en gemerkt met het door de betreffende verbalisanten daaraan gegeven nummer 1.1 A tot en met 8.10A, en 1.1B tot en met 8.10B. In totaal gaat het om 188 gripzakjes. Op vrijdag 14 september 2007 hebben genoemde verbalisanten alle overige pakketten, met uitzondering van de 5 apart gehouden kleine pakketten en - zo begrijpt het hof - met uitzondering van de 188 gripzakjes, derhalve 1499 pakketten ter vernietiging overgedragen bij de Afval Verwerking Rijnmond te Rotterdam aan hulpofficier van justitie Van Santen van de Belastingdienst/Fiod ECD, vestiging Rotterdam. Na afloop van de vernietiging zijn de 5 apart gehouden kleine pakketten en de 188 gripzakjes overgebracht naar de Belastingdienst/FIOD ECD vestiging Rotterdam waar deze ter beschikking zijn gesteld aan Van Santen, voornoemd, alwaar deze in de kluis van de Belastingdienst/ Fiod ECD zijn opgeslagen.
(zie rubriek AE1 pag.'s 11 en 18-20)
A2.7
Eén van de 5 apart gehouden kleine pakketten, inhoudende ongeveer 1 kilogram wit poeder is in opdracht van de officier van justitie terug geplaatst in de container. Deze zou gecontroleerd worden afgeleverd.
(zie rubriek F1 pag. 26)
De overige kartons in de container waaruit de pakketten met wit poeder waren gehaald, zijn ten behoeve van de gecontroleerde levering gevuld met hout en stenen.
(zie rubriek B1 pag. 4)
A2.8
Op 19 september 2007 is de container gelost bij de loods gelegen in Weert aan de [a-straat 1]. Diezelfde dag 's avonds wordt de loods doorzocht en wordt de achtergebleven kilo wit poeder aangetroffen en in beslag genomen.
(zie rubriek B1 pag. 17 en rubriek E1 pag. 46)