Parket bij de Hoge Raad, 06-07-2010, BM5086, 08/03690
Parket bij de Hoge Raad, 06-07-2010, BM5086, 08/03690
Gegevens
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 6 juli 2010
- Datum publicatie
- 6 juli 2010
- ECLI
- ECLI:NL:PHR:2010:BM5086
- Formele relaties
- Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BM5086
- Zaaknummer
- 08/03690
Inhoudsindicatie
Aanwezigheidsrecht. De HR herhaalt relevante overwegingen uit HR LJN AD5163. Uit de stukken kan niet blijken dat de appeldagvaarding aan het in de appelakte vermelde adres is toegezonden. Dit brengt mee dat het Hof heeft verzuimd blijk te geven te hebben onderzocht of er reden was om het onderzoek ttz. te schorsen om verdachte in de gelegenheid te stellen alsnog bij het onderzoek op de tz. tegenwoordig te zijn. Dit verzuim leidt tot nietigheid van het onderzoek ttz. in hb en de naar aanleiding daarvan gegeven uitspraak.
Conclusie
Nr. 08/03690
Mr. Vellinga
Zitting: 18 mei 2010
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1. Verdachte is op 3 juni 2008 door het Gerechtshof te Amsterdam bij verstek veroordeeld tot straf als in het arrest vermeld.
2. Namens verdachte heeft mr. J.M.M. Heilbron, advocaat te Amsterdam, één middel van cassatie voorgesteld.
3. Nu uit de op voet van art. 434 lid 1 Sv aan de Hoge Raad toegezonden stukken niet blijkt dat een afschrift van de appeldagvaarding is gezonden aan het in de appelakte vermelde adres - van welk adres niet is vastgesteld of uit de gedingstukken blijkt dat dit ten tijde van de betekening van de dagvaarding in hoger beroep reeds achterhaald was - slaagt het middel.(1)
4. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen waarop het bestreden arrest zou dienen te worden vernietigd.
5. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
1 Vgl. HR 26 november 1996, NJ 1997, 279 en HR 12 maart 2002, LJN AD5163, NJ 2002, 317, m. nt. Sch, rov. 3.38.