Parket bij de Hoge Raad, 13-10-2009, BJ3446, 07/12015
Parket bij de Hoge Raad, 13-10-2009, BJ3446, 07/12015
Gegevens
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 oktober 2009
- Datum publicatie
- 14 oktober 2009
- ECLI
- ECLI:NL:PHR:2009:BJ3446
- Formele relaties
- Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2009:BJ3446
- Zaaknummer
- 07/12015
Inhoudsindicatie
Ontbreken pleitnota bij de stukken van het geding leidt i.c. tot nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak.
Conclusie
Nr. S 07/12015
Mr Jörg
Zitting 7 juli 2009 (bij vervroeging)
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1. Het gerechtshof te Amsterdam heeft verzoeker bij arrest van 3 april 2007 wegens diefstal met (bedreiging met) geweld door twee of meer verenigde personen, veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. Voorts heeft het hof verzoeker veroordeeld tot 240 uren werkstraf, subsidiair 120 dagen hechtenis.
2. Namens verzoeker heeft mr. P.H.L.M. Souren, advocaat te Amsterdam, een schriftuur ingezonden houdende één middel van cassatie.
3. Het middel klaagt dat de processtukken van het geding in hoger beroep niet volledig zijn, nu pagina drie van het proces-verbaal van de terechtzitting van het hof d.d. 20 maart 2007 en de op die terechtzitting door de toenmalige raadsman van verzoeker aan het hof overgelegde pleitnotities zouden ontbreken.
4. Op 7 februari 2008 heeft de huidige raadsman van verzoeker conform art. IV, derde lid, van het Procesreglement van de Strafkamer van de Hoge Raad (Stcrt. 2008, 147) schriftelijk verzocht om aanvulling van de processtukken. Bij controle van de stukken door het hof is pagina drie van het betreffende proces-verbaal wel teruggevonden maar de overgelegde pleitnotities niet. Op 2 juli 2008 heeft de griffie van de Hoge Raad aan de raadsman een afschrift van pagina drie van het betreffende proces-verbaal en een verklaring van het hof omtrent de ontbrekende pleitnotities toegezonden.
5. Pagina drie van het proces-verbaal van de terechtzitting van het hof d.d. 20 maart 2007 houdt - voor zover hier van belang - in:
"De verdachte en de raadsman voeren het woord tot verdediging.
De raadsman doet dit aan de hand van zijn pleitnotities, die door hem aan het hof worden overgelegd en waarvan de inhoud als hier ingevoegd geldt."
6. Voor zover het middel klaagt over het ontbreken van pagina drie van het betreffende proces-verbaal mist het (achteraf bezien) feitelijke grondslag, nu de raadsman van verzoeker daar (inmiddels) wel over beschikt. Echter, voor zover het middel klaagt over het ontbreken van de overgelegde pleitnotities slaagt het, nu door het ontbreken daarvan niet valt na te gaan of, en zo ja welke, verweren ter terechtzitting zijn gevoerd. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt (HR 15 februari 2005, NJ 2005, 384).
7. Ambtshalve gronden waarop Uw Raad de aangevallen beslissing zou moeten vernietigen heb ik niet aangetroffen.
8. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest, en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teneinde opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
A-G