Home

Parket bij de Hoge Raad, 25-09-2001, AD5966, 02981/00 B

Parket bij de Hoge Raad, 25-09-2001, AD5966, 02981/00 B

Gegevens

Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Datum uitspraak
25 september 2001
Datum publicatie
22 november 2001
ECLI
ECLI:NL:PHR:2001:AD5966
Formele relaties
Zaaknummer
02981/00 B
Relevante informatie
Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-03-2023 tot 01-10-2025] art. 552a

Conclusie

Mr Jörg

Nr. 02981/00 B

Zitting 10 april 2001

Conclusie inzake:

[verzoeker]

Edelhoogachtbaar College,

1. Verzoekers klaagschrift strekkende tot teruggave van een auto is bij beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 3 juli 2000 afgewezen.

2. Namens verzoeker heeft mr Brouwer, advocaat te 's-Gravenhage, beroep in cassatie ingesteld en een schriftuur, houdende een middel van cassatie ingezonden.

3. Het middel klaagt over het door de rechtbank toepassen van een onjuiste maatstaf, dan wel over de ontoereikendheid van de toegepaste maatstaf.

4. De rechtbank was van oordeel dat op grond van het dossier onvoldoende duidelijk is wie de sterkste rechten kan doen gelden ten aanzien van de auto en dat er daarom voorshands van teruggave geen sprake kan zijn.

5. Deze - door mij enigszins geparafraseerde - motivering wordt in het middel aangevallen; de aanval is terecht.

6. Hoofdregel van het beklagrecht is dat indien het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag niet vereist het inbeslaggenomen voorwerp wordt teruggegeven aan de degene onder wie het voorwerp in beslag is genomen. Dit lijdt uitzondering indien het op het eerste gezicht redelijk en maatschappelijk niet onverantwoord voorkomt om het voorwerp aan een ander af te geven (zie Wöretshofer resp. Wöretshofer en Mevis in T&C Sv, 3e, aant. 5 en 15 op art. 552a resp. aant. 3 op art. 116). Deze ander zal dan in de regel een beter recht hebben dan de beslagene. Te denken valt aan het geval dat het voorwerp aan de eigenaar ontstolen is, en ook overigens aan de eisen van art. 3:86, derde lid BW is voldaan. Het zesde lid van art. 116 Sv bepaalt voor alle duidelijkheid dat de krachtens dit artikel genomen beslissingen ieders rechten ten aanzien van het voorwerp onverlet laten.

7. Op grond van de stukken moet de rechtbank worden nagegeven dat onvoldoende duidelijk is wie de sterkste rechten op de auto kan doen gelden. Dat deze gestolen is, is niet zonder meer duidelijk; wellicht is hij verduisterd voordat verzoeker er enigerlei recht op heeft gevestigd. Blijkens de beschikking van de rechtbank zijn twee betrokkenen waaronder de pretense eigenaar door de raadkamer gehoord. Wat de inhoud van hun verklaringen is wordt evenwel niet in het proces-verbaal van die zitting vermeld. Voor de door Uw Raad te nemen beslissing lijkt me dit echter niet van belang. Blijkens de beschikking heeft de pretense eigenaar eveneens een klaagschrift ex art. 552a Sv ingediend.

8. Blijkens de beschikking van de rechtbank heeft de officier van Justitie geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het klaagschrift. Daaruit mag worden opgemaakt dat het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

9. Art. 552a noch art. 116 Sv bieden een kader voor bindende beslissingen omtrent de eigendom en andere zakelijke rechten. Daarvoor dient de civiele rechter geadiëerd te worden; in afwachting van zijn beslissing kunnen conservatoire beslagmogelijkheden door de beweerde rechthebbenden worden aangewend. De herziening van het beslagrecht in strafvordering (Wet van 12 april 1995, Stb. 254) had onder meer tot doel het uitpuilen van justitiële bewaarplaatsen met inbeslaggenomen voorwerpen te voorkomen, te snoeien in de kosten die met het bewaren van inbeslaggenomen voorwerpen zijn gemoeid en in de zorg die daaraan moet worden besteed. In het dossier valt aan te treffen een brief van het onderdeel Centrale Taken Bureau Verkeer van de Politie Haaglanden van 2 december 1999, waarin het voorgaande ook tot uiting komt.

10. Het middel gegrond achtend concludeer ik tot vernietiging van de bestreden beslissing en tot terugwijzing van de zaak naar de rechtbank te 's-Gravenhage.

De Procureur-Generaal

bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG