Home

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 03-03-2020, ECLI:NL:OGHACMB:2020:34, CUR201501033 - CUR2018H00285

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 03-03-2020, ECLI:NL:OGHACMB:2020:34, CUR201501033 - CUR2018H00285

Gegevens

Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Datum uitspraak
3 maart 2020
Datum publicatie
6 maart 2020
ECLI
ECLI:NL:OGHACMB:2020:34
Zaaknummer
CUR201501033 - CUR2018H00285

Inhoudsindicatie

Verdeling onzijdig persoon schikking. Eindvonnis.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2020 Vonnis no.:

Registratienummers: ghis 76939 - CUR201501033 - CUR2018H00285

Uitspraak: 3 maart 2020

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE

van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en

van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Vonnis in de zaak van:

1 [appellante sub 1],

2. [ [appellant sub 2],

2. [ [appellante sub 3],

allen domicilie gekozen hebbende ten kantore van hun advocaat,

hierna gezamenlijk te noemen: [appellante sub 1] c.s.,

oorspronkelijk gedaagden, thans appellanten,

gemachtigde: mr. M.F. Bonapart,

en

4 [appellante sub 4],

wonende in Curaçao,

hierna te noemen: [appellante sub 4],

oorspronkelijk gedaagde, thans appellante,

procederende in persoon,

e-mail: [naam]@gmail.com,

appellanten onder 1-4 worden gezamenlijk ook aangeduid met: de kinderen,

tegen

[geïntimeerde],

wonende in Curaçao,

hierna te noemen: de moeder,

oorspronkelijk eiseres, thans geïntimeerde,

gemachtigde: mr. C. van der Slikke.

1 Het verdere verloop van de procedure

1.1.

Het Hof verwijst voor het verloop tot dan toe naar zijn tussenvonnissen van 4 juli 2019 en 17 december 2019.

1.2. [

[appellante sub 4] heeft op 17 december 2019, 18 december 2019,20 december 2019, 28 december 2029, 30 december 2029, 8 januari 2020, 9 januari 2020 en 17 januari 2020 e-mails, meestal met producties, ingezonden.

1.3.

Op 22 januari 2020 heeft de in het laatste tussenvonnis gelaste tussenvonnis voortzetting van de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Verschenen zijn [appellante sub 1] c.s., vergezeld van hun gemachtigde en de moeder, vergezeld van haar gemachtigde. [appellante sub 4] is, zoals door haar aangekondigd, niet verschenen.

1.4.

Vonnis is nader bepaald op heden.

1.5.

Op 27 januari 2020 heeft [appellante sub 4] een e-mail ingezonden.

2 Beoordeling

3 Beslissing