Home

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, 16-03-2022, ECLI:NL:OGEAM:2022:41, SXM202101486

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, 16-03-2022, ECLI:NL:OGEAM:2022:41, SXM202101486

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Datum uitspraak
16 maart 2022
Datum publicatie
13 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:OGEAM:2022:41
Zaaknummer
SXM202101486

Inhoudsindicatie

arbeidsrecht. Ontbinding langdurige arbeidsovereenkomst. Verwijtbaarheid aan beide kanten. Aangepaste vergoeding.

Uitspraak

Zaaknummer: SXM202101486

Beschikking d.d. 16 maart 2022

inzake

[de werkgeefster] gevestigd in Sint Maarten, verzoekster,

verweerster in het zelfstandig tegenverzoek,

hierna: de werkgeefster, gemachtigde: mr. R.F. GIBSON jr.,

tegen

[de werkneemster], wonende in Sint Maarten, verweerster,

zelfstandig tegenverzoekster,

hierna: de werkneemster, gemachtigde: mr. C.M. MARICA.

1 1. Het procesverloop

1.1.

Het Gerecht heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:

  1. het verzoekschrift met producties, ontvangen op 1 december 2021,

  2. het verweerschrift tevens zelfstandig tegenverzoek met producties,

  3. extra producties van de werkgeefster,

  4. pleitnota namens de werkgeefster,

  5. pleitnota namens de werkneemster.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 februari 2022 in aanwezigheid van partijen en gemachtigden. De griffier heeft aantekening gehouden van wat er is gezegd.

1.3.

De uitspraak is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

De werkgeefster exploiteert een casino. De werkneemster (geboren op .. november 196..) is op 15 februari 1991 in loondienst van de werkgeefster getreden. Zij verdient NAf. bruto 1.703,52 per quincena. Haar functie was oorspronkelijk dealer.

2.2.

In artikel 12 van de arbeidsovereenkomst uit 1991 staat de volgende regeling:

1. If the service of the employee is terminated due to necessary reduction of the work force or without the fault of the employee, the employee will be entitled to an allowance as hereunder stipulated:

1-2 years - 3 weeks pay for each year;

3-5 years - 4 weeks pay for each year;

Over 5 years - 5 weeks pay for each year.

(…)

4. Lay-off allowance will be paid to the employees, notwithstanding that aforementioned in the event of termination of the employment, where such termination is due to medical reasons, repatriation or relocation, studies, expulsion by the Immigration Authorities for not criminal reasons and if the aforementioned is not caused due to employee’s fault nor for the employee’s account or beyond the employee’s control. (…)”

2.3.

Door de werkgeefster zijn de volgende waarschuwingen c.q. beschrijvingen van incidenten betreffende de werkneemster overgelegd:

  1. 5 maart 2002: afpakken van de telefoon van een collega (diefstal),

  2. 14 juni 2006: kauwgum kauwen op het werk,

  3. 28 november 2007: schelden tegen leidinggevende,

  4. 16 maart 2008: drie dagen schorsing zonder loon wegens oproerig gedrag,

  5. 25 januari 2009: desinteresse in werk en te traag werkzaamheden uitvoeren,

  6. 28 december 2009: weigeren een waarschuwingsbrief in ontvangst te nemen,

  7. 28 juli 2010: ruziemaken in de dealers room,

  8. februari 2013: weigeren een instructie uit te voeren en schelden,

  9. 27 mei 2013: schorsing wegens misplaatste opmerking en schelden,

  10. 3 juni 2013: schorsing wegens niet opvolgen instructies, schelden en schreeuwen,

  11. 28 februari 2017: vechten op straat buiten het casino,

  12. 26 augustus 2018: wegens weigering te trainen voor baccarat,

  13. 11 september 2018: een uur lang kletsen met een collega,

  14. 27 december 2018: gedrag dat wordt aangemerkt als “disrespectful and disruptive”,

  15. 3 januari 2019: niet gehoorzamen aan management en onbehoorlijk gedrag en uitspraken,

  16. 7 mei 2019: ongeoorloofd buiten staan, schelden en haar werkplek vergelijken met een concentratiekamp,

  17. 15 januari 2021: niet of onjuist inklokken,

  18. 7 april 2021: weigeren het casino te verlaten na afloop van haar dienst,

  19. 7 april 2021: weigeren opdracht van haar manager uit te voeren,

  20. 7 april 2021: onbeleefd gedrag en schreeuwen op de werkvloer,

  21. 8 april 2021: aanwezig zijn in het casino buiten werktijd en de security die haar daarop bevroeg negeren,

  22. 10 april 2021: vergissing van werkneemster wat betreft werktijden,

  23. 14 april 2021: niet komen opdagen op het werk waardoor alle schoonmaak door de enig overgebleven collega moest worden verricht,

  24. 15 april 2021: twee bingokaarten weggooien terwijl deze nog gebruikt hadden kunnen worden,

  25. 19 april 2021: schreeuwend weigeren om aan een overleg deel te nemen,

  26. 10 mei 2021: twee dagen schorsing zonder loon wegens ongeoorloofde absentie,

  27. 24 september 2021: in voor haar verboden vertrekken van het casino zijn en schreeuwen,

  28. 1 oktober 2021: twee dagen schorsing zonder loon wegens onbeleefde tekstberichten over haar leidinggevende: “Look how. That bitch make my schedule.”

2.4.

De werkneemster gaat op 18 mei 2021 schriftelijk op enkele waarschuwingen in en geeft haar versie van de gebeurtenissen. Daarop reageert de werkgeefster bij brief van 24 mei 2021. De brief eindigt als volgt: “Therefore, Management (…) hereby (…) would like to draw your attention to the Final Disciplinary action taken towards your insubordination and/or violations and advice you to use the last opportunity given in a positive way and improve your performance and work as a team.

Feel free to let your superiors and/or management know if any assistance is required to perform your current role of a cleaner smoothly.”

2.5.

Bij brief van 21 januari 2021 wordt de werkneemster tewerkgesteld in een tijdelijke andere functie, te weten assistente van de VIP hostess/waitress in de bar. Aanleiding hiervan is de Covid-19-pandemie. Hiermee gaat de werkneemster niet akkoord en er ontstaat een maildiscussie tussen werkgeefster en de advocaat van de werkneemster in februari 2021 tot en met april 2021.

2.6.

Bij brief van 25 januari 2021 wordt door de werkgeefster aan de werkneemster bericht dat zij met onbezoldigd verlof gaat wegens de Covid-19-pandemie omdat zij de vervangende werkzaamheden in een andere functie niet wilde uitvoeren. Bij brief van 29 januari 2021 aan de werkgeefster bericht de werkneemster dat zij nooit heeft geweigerd om vervangende werkzaamheden uit te voeren.

2.7.

Op 3 maart 2021 dient de werkneemster een klacht tegen de werkgeefster in bij de Labor Office, inhoudende dat de werkgeefster haar niet tot het werk toelaat en het salaris niet meer betaalt.

2.8.

Bij vonnis in kort geding van 2 juli 2021 van dit Gerecht (SXM2021-778) is de werkgeefster veroordeeld om aan de werkneemster achterstallig loon te betalen op basis van haar salaris als dealer. Naar voorlopig oordeel mocht de werkneemster de werkzaamheden van cleaner weigeren. Tegen dit vonnis is door de werkgeefster hoger beroep ingesteld.

3 Het geschil

3.1.

De werkgeefster verzoekt het Gerecht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, de volgende beslissingen te nemen:

a. de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden wegens een verandering van omstandigheden,

b. primair: geen vergoeding aan de werkneemster toe te kennen,

c. subsidiair: een in goede justitie te bepalen vergoeding aan de werkneemster toe te kennen,

d. de werkneemster in de proceskosten te veroordelen.

3.2.

De werkneemster verzoekt het Gerecht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, de volgende beslissingen te nemen:

Wat betreft het verzoek van de werkgeefster:

1. het verzoek af te wijzen op grond van veranderde omstandigheden dan wel af te wijzen met veroordeling van de werkgeefster in de proceskosten, althans dit verzoek slechts toe te wijzen met toekenning van een vergoeding van NAf. 262.290,00, met de wettelijke rente over dit bedrag,

Wat betreft het zelfstandig verzoek van de werkneemster:

2. de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens gewichtige redenen, bestaande uit veranderde omstandigheden,

3. de werkgeefster te veroordelen tot betaling van een redelijke vergoeding van tenminste NAf. 262.290,00, althans een redelijke vergoeding,

Wat betreft beide verzoeken:

4. de werkgeefster te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van NAf. 1.200,00, althans een redelijke vergoeding,

5. de werkgeefster te veroordelen in de proceskosten en de nakosten van NAf. 450,00 na betekening, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na beschikking.

3.3.

De werkgeefster verzoekt het Gerecht om het tegenverzoek van de werkneemster af te wijzen.

3.4.

Op de argumenten van partijen wordt hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing