Home

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 04-10-2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:236, CUR201903424

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 04-10-2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:236, CUR201903424

Gegevens

Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Datum uitspraak
4 oktober 2019
Datum publicatie
15 oktober 2019
ECLI
ECLI:NL:OGEAC:2019:236
Zaaknummer
CUR201903424

Inhoudsindicatie

Vergoeding schade schuldloze derde. Wie van de betrokkenen heeft de aanrijding veroorzaakt? De derde betrokkene in de procedure betrekken ex art. 12 WvRV Curaçao.

Uitspraak

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS IN KORT GEDING

In de zaak van:

[EISERES],

wonende te Curaçao,

eiseres,

gemachtigde: mr. R.M.L. Conquet,

--tegen--

De naamloze vennootschap ENNIA CARIBE SCHADE N.V. ,

gevestigd te Curaçao,

gedaagde,

gemachtigde: mr. A.C. Small.

Partijen zullen hierna [eiseres] en Ennia genoemd worden.

1 Verloop van de procedure

[Eiseres] heeft op 19 september 2019 een verzoekschrift ingediend. Bij brief van 1 oktober 2019 heeft Ennia producties ingediend. Vervolgens heeft op 2 oktober 2019 de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [Eiseres] is verschenen, bijgestaan door mr. Conquet. Namens Ennia zijn mevrouw […], jurist, en mevrouw […], claims officier, verschenen, bijgestaan door mr. Small. Beide partijen hebben aan de hand van pleitaantekeningen het woord gevoerd. De pleitaantekeningen zijn aan het dossier toegevoegd. Vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

Op 17 mei 2019 heeft zich een verkeersongeval voorgedaan op de kruising tussen de Kaya Mila en de Acaciastraat. Bij het ongeval waren drie auto’s betrokken, te weten de auto met kenteken [A], WA-verzekerd bij Massy United, de auto met kenteken [B], WA-verzekerd bij Ennia en de auto van [eiseres] met kenteken [C].

2.2.

De bestuurder van de auto met kenteken [A] is op het moment dat hij vanuit de Acaciastraat de kruising met de Kaya Mila opreed in botsing gekomen met de auto met kenteken [B], die op dat moment op de Kaya Mila reed gaande in de richting van Kaya Kasha. Door de kracht van de botsing is de auto met kenteken [B] tegen de auto van [eiseres] gebotst, die op dat moment op de Kaya Mila reed en afkomstig was vanuit de tegengestelde richting.

2.3.

De auto van [eiseres] is beschadigd als gevolg van de aanrijding. Zij lijdt daardoor schade.

2.4. [

Eiseres] heeft zowel Ennia als Massy United aansprakelijk gesteld voor het ongeval en een voorschot op de schade gevorderd. Zowel Ennia en Massy United hebben aansprakelijkheid afgewezen.

3 Het geschil en de beoordeling

3.1. [

Eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Ennia te veroordelen tot betaling van een bedrag van NAf 19.284,75 bij wijze van voorschot, vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van Ennia in de proceskosten.

3.2.

Aan haar vordering legt [eiseres] ten grondslag dat de bestuurder van de auto met kenteken [B], verzekerd bij Ennia, tegen de auto van [eiseres] is gebotst, als gevolg waarvan de auto van [eiseres] economisch total-loss is. De schade die [eiseres] daardoor lijdt dient door Ennia vergoed te worden.

3.3.

Ennia ontkent aansprakelijkheid. Zij voert daartoe aan dat niet haar verzekerde, maar de bestuurder van de auto met kenteken [A], verzekerd bij Massy United, het ongeval heeft veroorzaakt waardoor de auto van de verzekerde van Ennia tegen [eiseres] is gebotst. Voorts betwist Ennia de door [eiseres] gestelde schade.

3.4.

Tussen partijen staat vast dat [eiseres] buiten haar schuld schade lijdt als gevolg van een ongeval waarbij behalve zijzelf twee andere partijen betrokken zijn, te weten de bestuurder van de auto verzekerd bij Ennia en de bestuurder van de auto verzekerd bij Massy United. Tijdens het verhandelde ter zitting is gebleken dat het uitblijven van een vergoeding voor de schade van [eiseres] primair is gelegen in een verschil van mening over de vraag wie van de twee andere betrokkenen aansprakelijk is voor het ontstaan van het ongeval. Aan dat geschil ligt een verschillende interpretatie van de verkeerssituatie ter plaatse ten grondslag. [Eiseres] stelt – evenals Massy United – dat sprake is van Y-splitsing, zodat de bestuurder van de auto verzekerd bij Ennia op grond van artikel 41 lid 1 WVV gehouden was voorrang te verlenen aan de bestuurder van de auto verzekerd bij Massy United. Ennia stelt daarentegen dat ter plaatse sprake is van een T-splitsing in de zin van artikel 41 lid 2 sub b WVV, zodat de bestuurder van de auto verzekerd bij Massy United gehouden was voorrang te verlenen aan de bestuurder van de auto verzekerd bij Ennia.

3.5.

Het voorgaande leidt ertoe dat redelijkerwijs is aan te nemen dat tenminste één van die twee partijen (de verzekerde van Ennia of de verzekerde van Massy United) schuld treft aan het ontstaan van de schade en dat [eiseres] problemen ondervindt bij het verkrijgen van de haar rechtens toekomende schadevergoeding, omdat de betrokken verzekeraars van mening verschillen over de schuldvraag. Een onwenselijke situatie die in Nederland is ondervangen middels de tussen verzekeraars geldende schaderegeling Schuldloze Derde.

3.6.

Ter zitting heeft [eiseres] aangegeven het wenselijk te achten dat Massy United in het geding wordt betrokken. Ennia heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. Alvorens verder te beslissen, stelt het Gerecht [eiseres] in de gelegenheid om Massy United ex artikel 12a Rv in het geding te betrekken en te laten reageren op hetgeen in dit geding is aangevoerd. Daarbij geldt dat Massy United ook vrijwillig, bij haar bestuurder of via een advocaat, in het geding kan verschijnen.

4 De beslissing